‘Allochtone leerlingen hebben een hogere motivatie dan autochtone’

Jongeren met Turkse of Marokkaanse roots verlaten de schoolbanken vaker zonder diploma dan jongeren zonder migratieachtergrond. Nochtans hebben ze een sterkere motivatie om het goed te doen, stellen onderzoekers. Het Gentse stadsbestuur wil dat scholen de thuistaal van jongeren met buitenlandse roots op school toelaten en inzetten om jongeren met een migratieachtergrond bij de les te houden en het risico op uitstroom zonder diploma te verkleinen. Experts juichen dat initiatief toe. Onder hen Noel Clycq, die zich als professor aan de Universiteit Antwerpen in de omgang met thuistaal op school heeft gespecialiseerd. In De Morgen wijst hij erop dat er een groot potentieel schuilt in leerlingen met buitenlandse roots: ‘Jongeren met een migratieachtergrond hebben een hogere motivatie om het goed te doen op school dan jongeren zonder migratieachtergrond.’

Is het beeld dat van allochtone leerlingen bestaat, dan verkeerd?

Het beeld dat velen het niet tot de universiteit schoppen omdat ze niet ambitieus genoeg zijn en ze hun kansen niet willen grijpen? Aan de telefoon vertelt Clycq dat in ons land de kloof tussen de motivatie van leerlingen met en zonder migratieachtergrond heel groot is – in het voordeel van de jongeren met migratieachtergrond. ‘Alleen in Nederland is die kloof nog groter.’
Clycq heeft het over cijfers van de Oeso. In een lijvig rapport lezen we dat tijdens het ­Pisa-onderzoek van 2015 bij vijftienjarige leerlingen werd gepeild naar hun motivatie om iets te bereiken. Ze moesten deze stelling beoordelen: ‘Ik wil de beste zijn in alles wat ik doe.’

  • Van de leerlingen die buitenlandse ouders hebben en zelf in het buitenland geboren zijn, gaat gemiddeld 71,00 % (helemaal) akkoord met die stelling.
  • Bij de leerlingen die niet uit het buitenland komen, gaat maar 64,00 % (helemaal) akkoord. Het verschil tussen leerlingen met en zonder migratieachtergrond is het grootst in Nederland (36 procentpunten), België (23 procentpunten) en Oostenrijk (22 procentpunten).

 

Motivatiekloof

Ook het eigen onderzoek van Clycq en zijn collega’s wijst op zo’n grote motivatiekloof. Ze bevraagden in 2010 ongeveer 11.000 leerlingen uit het derde en vierde middelbaar in Antwerpen, Genk en Gent.

  • 70,00 % van de jongeren met Turkse of Marokkaanse roots (hun grootmoeders is er geboren, de jongeren zelf vaak in België) zei toen ‘helemaal akkoord’ te gaan met de stelling dat ze op school goede punten willen halen.
  • Bij de jongeren zonder migratieachtergrond bleek die motivatie een pak lager: slechts 42,00 % van hen ging helemaal akkoord met de stelling.

 

Toekomst

Hetzelfde verschil dook op bij de stelling ‘Het is belangrijk voor mijn toekomstige carrière dat ik het goed doe op school’:

  • 67,00 % van de jongeren met een Turkse of Marokkaanse achtergrond is helemaal akkoord,
  • tegenover 47,00 % van de jongeren zonder migratieachtergrond.

Onderzoek uit 2014 bij meer dan 3.600 jongeren in scholen met voornamelijk beroepsgerichte en technische opleidingen in Antwerpen en Gent leverde vergelijkbare resultaten op.

Hoe passen die cijfers bij de realiteit waarin jongeren van Turkse en Marokkaanse origine nog altijd vaak zonder diploma uitstromen en minder vaak naar de universiteit gaan? Volgens Clycq is een sterke motivatie om goede punten te halen lang niet genoeg om het ook effectief goed te doen op school. ‘Ook hoe goed je je op school voelt, je betrokkenheid en de ondersteuning die je ervaart van leerkrachten, spelen een grote rol.’

Mieke Van Houtte, professor sociologie aan de UGent, vertelt dat onderzoekers al in de jaren 90 op de ‘motivation achievement paradox’ zijn gestoten, de kloof tussen de waarde die jongeren met een migratie­achtergrond geven aan onderwijs en hoe ze het in de praktijk doen. ‘Wij hebben in ons onderzoek daarom niet alleen bij jongeren naar het algemene belang van onderwijs gepolst, maar ook gevraagd naar wat onderwijs concreet in hun persoonlijke leven betekent. Dan zijn jongeren een stuk negatiever over school en zijn ze heel realistisch over wat onderwijs hen biedt.’

‘Bij de jongeren met vreemde roots is er dus een groot potentieel wat motivatie betreft, maar ze raken gedesillusioneerd door wat ze aan den lijve ondervinden.’

Conclusie: het klopt dat jongeren met een migratieachtergrond in principe sterker geloven in de waarde van onderwijs dan leerlingen zonder vreemde roots. Dat wijzen diverse onderzoeken uit.
Maar die sterke motivatie alleen volstaat niet voor goede studieresultaten.

ECKERT, M.‘Allochtone leerlingen hebben een hogere motivatie dan autochtone’. De Standaard, 28 september 2019, 16.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo