Wie zich af en toe met Uber verplaatst in grote Europese steden, waaronder Brussel, dreigt in de toekomst niet alleen ‘significant’ langer te moeten wachten op zijn taxi, maar zal ook tot 40 % meer moeten betalen.
Toch als Europa doorzet met zijn plannen voor een nieuwe richtlijn om platformwerkers beter te beschermen. Dat is de boodschap die Anabel Díaz, de topvrouw van Uber, woensdag in de Financial Times bracht. Als de richtlijn te weinig ruimte voor flexibele arbeid laat, denkt de Amerikaanse technologiereus zijn taxidiensten terug te trekken uit ‘honderden’ Europese steden – van de ruwweg 3.000 waarin hij actief is – en zouden 50 à 70 % van de Uber-chauffeurs afhaken, klinkt het in het interview met de Britse zakenkrant.
De waarschuwing van Uber valt niet uit de lucht. Deze week zijn de Europese Raad, het Europees Parlement en de Commissie begonnen met de laatste onderhandelingen om een platformwerkrichtlijn in te voeren, waardoor niet alleen de Uber-chauffeurs maar ook de maaltijdbezorgers voor Deliveroo en andere platformwerkers een betere sociale bescherming moeten krijgen.
De hamvraag is wanneer en onder welke omstandigheden platformwerkers als ‘werknemers’ zullen worden beschouwd. Van de meer dan 28 miljoen mensen die vorig jaar in de EU voor een digitaal arbeidsplatform werkten, deed zo’n 93 % dat als zelfstandige. Dat biedt zowel het platform als de werker flexibiliteit – bijvoorbeeld om de eigen uren te kiezen – maar maakt ook dat de sociale bescherming minimaal of onbestaande is en de inkomsten onzeker zijn.
Zo verdient meer dan de helft van de Europese platformwerkers (55 %) minder dan het minimumuurloon, blijkt uit cijfers van de EU. In ons land is meer dan de helft niet beschermd bij een arbeidsongeval en krijgen twee op de drie geen ziekte-uitkering, stelde Statbel eerder vast. Die zwakke sociale bescherming zet voor een deel van hen de deur naar misbruik en uitbuiting open. De Commissie stelde daarom voor dat ze onder de nieuwe richtlijn automatisch het statuut van werknemer zouden krijgen (met de bijbehorende sociale bescherming), tenzij de bedrijven kunnen aantonen dat de werkers wel degelijk zelfstandig zijn. Het Parlement en de lidstaten discussiëren nu over de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om al dan niet als werknemer te worden bestempeld – waarbij het Parlement de platformwerkers sneller als werknemer wil bestempelen dan de Raad.
Voor Uber en co., die fors meer sociale bijdragen zouden moeten betalen, staat er veel op het spel. De afgelopen jaren werd dan ook zelden meer gelobbyd om een richtlijn te kunnen bijsturen, en ook nu waarschuwen ze weer voor massaal banenverlies en hogere prijzen. In Duitsland, waar Uber zijn chauffeurs in dienst heeft, zijn er minder beschikbaar en kost een rit meer, merkt Díaz in de FT op. Maar dat flexibel werk niet verenigd kan worden met arbeidsrechten vindt Oxford-professor Jeremias Adams-Prassl dan weer een ‘gevaarlijke mythe’, klinkt het op X. Ook Jitse Groen, de oprichter van Takeaway.com – dat wel zijn koeriers in dienst heeft – lacht de argumenten van zijn concurrenten weg. Wat er uit de bus komt en wat de gevolgen zullen zijn, zal moeten blijken. Maar voor de snelgroeiende sector – tegen 2025 zouden er al 43 miljoen platformwerkers zijn – worden de kaarten nu verdeeld.