Wie weinig geld heeft, is vaker ontevreden over zijn leven. Dat blijkt uit gegevens die gisteren door het statistisch bureau Statbel bekendgemaakt zijn.
Wie een zogenaamd ‘monetair armoederisico loopt’, voelt zich vaker sociaal uitgesloten dan wie dat risico niet loopt. Deze groep is ook vaker neerslachtig, gedeprimeerd, eenzaam, en minder vaak gelukkig of tevreden over de persoonlijke relaties. ‘Belgen die geen monetair armoederisico lopen, voelen zich duidelijk beter in hun vel dan degenen die zich wel in een financieel precaire situatie bevinden’, aldus Statbel in een mededeling.
De verschillen zijn soms aanzienlijk. Gevraagd naar de algemene tevredenheid met het leven, meldt
- 76,60 % van de groep met armoederisico ‘zeer of helemaal tevreden’ te zijn. Zij geven de levenstevredenheid een cijfer van 6,8.
- Van degenen die geen armoederisico lopen, is 94,00 % ‘zeer of helemaal tevreden’. Het rapportcijfer is bij hen 7,7.
- Van de eerste groep is 11,70 % ‘altijd of meestal’ neerslachtig, van de tweede groep is dat 4,70 %.
- Het aantal respondenten dat ‘zelden of nooit’ gelukkig is, bedraagt 13,80 % bij de groep met armoederisico, en 4,50 % bij de groep zonder dat risico.
Er is dus een correlatie, maar de cijfers vormen geen keihard bewijs dat de gevoelens van onbehagen zouden afnemen als de respondenten meer geld zouden hebben.
Dat veronderstelt een causaal verband, maar het is evengoed denkbaar dat armoede en onbehagen beide samenhangen met andere variabelen. Zo blijkt het verschil in levenstevredenheid tussen werkenden en werklozen groter dan tussen degenen met of zonder armoederisico.
