Hoe corona ons straatbeeld wijzigde

Er zijn ruim 6.700 ‘winkels’ in ons land bijgekomen tijdens de pandemie. Al hebben die lang niet allemaal een uitstalraam in de lokale winkelstraat.

Er zijn sinds de start van corona – in het voorjaar van 2020 – al 6.702 nieuwe kleinhandelszaken bijgekomen in ons land, of een stijging met 7 %. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het statistiekbureau Statbel. Dat indrukwekkende cijfer duwt het totale aantal winkels in ons land voor het eerst ruim boven de psychologische drempel van 100.000: naar 103.207, om precies te zijn.

Dat is verrassend te noemen, gezien de moeilijke corona-omstandigheden en de lockdowns de voorbije twee jaar. De cijfers moeten dan ook genuanceerd worden, want het gaat lang niet altijd om nieuwe fysieke winkels, die een uitstalraam hebben op straat. Twee op de drie vallen onder de categorie ‘detailhandel via internet’. Die categorie is in twee jaar tijd ruim de helft groter geworden.

Inspelen op thuiswerk en gezondheid

Daar zitten volgens Statbel niet alleen veel postorderbedrijven bij, maar ook selfmade ondernemers die vanuit hun woonst producten verkopen via internet. Zonder die beide zou de stijging van het aantal winkels de voorbije twee jaar maar zo’n 3 % bedragen, wat neerkomt op hoogstens 2.268 winkels extra.

Hoogstens, want ook voor de spectaculaire toename van het aantal speciaalzaken in wijnen en geestrijke dranken (734 winkels ­extra, of een verdubbeling in twee jaar) bestaat er een opmerkelijke verklaring. Cijfers op basis van btw-aangiftes kunnen al eens verschillen van wat je als consument in de winkelstraat ziet.

Een voorbeeld:

De opmars van de ‘Franse’ drankwinkel
In twee jaar tijd is het aantal ­speciaalzaken in wijnen en sterke dranken verdubbeld, van 743 naar 1.487. Althans, op papier. Want volgens Statbel komt dat grotendeels door een wijziging in de Franse btw-wetgeving. ‘Frankrijk zou volgens onze inlichtingen de btw op wijn verlagen tot 10 % om de horeca te steunen, terwijl de taksen op ­sterkedranken tot 33 % ­opgetrokken worden’, zegt woordvoerder Erik Vloeberghs.

Het aantal Belgische speciaalzaken met maatschappelijke zetel in het buitenland is exponentieel gestegen. ‘Eind september 2021 waren er 14, eind oktober al 173 en eind november was dat op­gelopen tot 469. Het overgrote deel komt uit Frankrijk’, aldus Vloeberghs. ‘Zij hebben geen bij­kantoor, maar alleen een btw-vertegenwoordiger in ons land.’

20 grootste stijgers

Evolutie van het aantal handelszaken tussen januari 2021 en februari 2022

De echt winnaars en verliezers in het straatbeeld lijken voort te vloeien uit de coronapandemie. Die leidde tot meer online bestellen en laten leveren, meer thuiswerk en minder op kantoor zitten (wat zich weerspiegelt in een dalend aantal kledingwinkels, tankstations en krantenwinkels). Er was ook meer aandacht voor koken en thuis eten, en voor huisdieren (toename van koude bakkers en dierenvoedingswinkels) en extra aandacht voor gezondheid (meer apotheken, meer fietsenwinkels).

Corona als brandversneller

Opvallend is dat de meeste van die trends helemaal niet door het ­coronavirus werden veroorzaakt. Ze bestonden daarvoor al. Als we de cijfers van Statbel vergelijken met de evolutie van het straatbeeld in de jaren voordien, blijkt de coronapandemie vooral als brandversneller te werken. Internetwinkels waren al in opmars, die trend zette zich de voorbije twee jaar gewoon tegen hetzelfde tempo verder. Dezelfde vaststelling is er voor fietswinkels. Ook het verdwijnen van krantenwinkels (-226), schoenenwinkels (-129) en slagers (-111) is niet nieuw. De tijd dat je in elk dorp een slager, warme bakker of krantenwinkel vond, is allang voorbij.

Al zijn er zeker ook trendbreuken in het straatbeeld, die de pandemie wél (mee) veroorzaakte. Door corona hebben veel ondernemers in de categorie marktkramers (-763 in twee jaar, waaronder ook veel foodtrucks) de handdoek in de ring gegooid. Voordien was dat net een categorie die in opmars was. Tuincentra (+79) maakten dan weer in beperkte mate de omgekeerde beweging: van tanend tot plots weer hip en interessant.

20 grootste dalers

Evolutie van het aantal zaken tussen januari 2021 en februari 2022

BROUWER KOEN VAN LANCKER ‘Plots was het internet onze enige afzetmarkt’

‘Toen de pandemie toesloeg, hebben wij onze enige verkoper op tijdelijke werkloosheid gezet en zijn we een webshop begonnen, waarvoor we ook vandaag nog ­regelmatig reclame maken via Facebook en Instagram’, getuigt medeoprichter Koen Van Lancker van de ambachtelijke brouwerij ’t Verzet uit het West-Vlaamse ­Anzegem. ‘We speelden al langer met het idee, maar corona heeft alles in een stroomversnelling ­gebracht. Plots werd het internet onze enige afzetmarkt’

‘We hadden toen ook veel meer tijd en brachten zelf de bestelde pakketten aan huis. Zo konden we de commerciële schade van de lockdowns beperken tot 60 à 70 % van wat we voordien ­verkochten’, legt hij uit. Vooral de zure streekbieren doen het goed online, na elke ­reclamecampagne is er een duidelijke piek in de verkoop. ‘Wij ­hebben een zuur bier, type ­Rodenbach, waaraan we eikenblad toevoegen en dat is online zo’n beetje ons vlaggenschip. Telkens als we er reclame voor maken, zien we de verkoop stijgen. Daarnaast bewaren we bijvoorbeeld ook een speciaalbier in gerijpte balsamicovaten. Want ook al verkopen we nog altijd meer klassieke, blonde bieren, je moet als kleine brouwer durven te ­experimenteren.’

Inmiddels verstuurt de West-Vlaamse brouwerij, die in totaal 25 biersoorten verkoopt, ook een onlinenieuwsbrief uit naar professionele klanten. En die ene ­verkoper? ‘Die is inmiddels alweer fulltime bij ons aan de slag’ lacht Van Lancker.

Ex-Foodtruck-eigenaar Christel Spiessens ‘De politie kwam onze foodtruck telkens weer sluiten’

Christel Spiessens (54) ruilde tijdens de pandemie de foodtruck ‘Back to basics’ in voor een pand aan de Bouwelse Steenweg in Grobbendonk en later zelfs nog een tweede pand. ‘Ik speelde al langer met het idee. We hadden een vaste plaats aan het parkeerterrein vlak bij het kruispunt ­Lindekens, maar ik stond er samen met een aardbeienverkoper die mijn plaats wilde overnemen. Zelf had ik mijn oog laten vallen op een leegstand pand een paar honderd meter verderop’, legt ze uit.

Toen corona toesloeg, kwam alles in een stroomversnelling. ‘Eerst ging alles dicht en hadden we geen klanten meer’, herinnert Christel zich nog levendig. Daarna kwamen de administratieve problemen. Voor louter afhaal of voor een eetgelegenheid golden verschillende regels. De foodtruck van Christel was in feite een oude bus die omgebouwd was en waar de klanten ook konden zitten. ‘Ik stond ook niet op foodtruckfestivals. Het was daarom lang onduidelijk in welk hokje onze foodtruck gestopt moest worden. De politie beschouwde mijn foodtruck als een restaurant en kwam die telkens sluiten’, zegt Spiessens.

Spijt van de overstap heeft ze niet. Een vast dak boven je hoofd heeft tal van voordelen. ‘Je hebt minder last van de buren’, lacht ze. ‘Mijn foodtruck had een vaste plaats, maar zodra er wat te veel geparkeerde auto’s in de buurt staan en een rij volk staat te wachten, gaan de buren snel klagen. Dat is vaak ook de reden waarom andere foodtruckeigenaren de overstap maken, hoor ik.’

TANGHE, N. Hoe corona ons straatbeeld wijzigde. De Standaard, 23 mei 2022, 16.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo