‘Ik word zo vaak n* genoemd dat ik het gewend ben’

Een toeschouwer die tegen een voetballertje van twaalf zegt: ‘N*, ik maak je af.’ Een menigte die roept: ‘Keer terug naar je land.’ Een hele ploeg die weigert een zwarte tegenspeler de hand te schudden. Racisme bestaat ook in het Belgische voetbal.

Vooraf

De Belgische voetballer Romelu Lukaku werd zondag in het Italiaanse Cagliari geviseerd met (racistische) oerwoudgeluiden. Hij reageerde op Instagram met een oproep aan de voetbalfederaties om daar fel tegen te reageren en oogstte uiteenlopende reacties. De Serie A gaf gevolg aan zijn oproep met een campagne. Een supportersvereniging van ­Inter, de club waarvoor Lukaku speelt, minimaliseerde het incident, gaf te kennen zelf ook soms oerwoudgeluiden te maken en dat dat niets met racisme te maken heeft. De Belgische voetballer Vincent Kompany zei in een interview dat het probleem niet opgelost zal worden als de bestuurs­kamers van het voetbal niet diverser worden. Daar zit volgens hem het echte racisme.

Salaheddine Bencheikh (16) zegt dat hij nooit racisme meegemaakt heeft in het voetbal. ‘Op school wel. Hier niet.’ Hij voetbalt op de Antwerpse Linkeroever bij City Pirates, een vereniging waar jongeren van tientallen nationaliteiten voetballen. Zijn teamgenoten knikken instemmend. Volgens Bachir Fall (15) maakt het bij voetbal niet uit waar je vandaan komt: ‘Op het veld ben je één.’

Een man in trainingspak, Yves Kabwe, onderbreekt hen. Hij is sociaal werker bij de club en aanwezig bij de trainingen op Linker­oever. Hij verwijst naar een incident op een recente wedstrijd, waarbij een teamgenoot heel kwaad was geworden. ‘Weet je waarom die jongen zo kwaad werd? Iemand van de tegenstander had hem een n* genoemd.’

Bekijk hier het filmpje Once A Pirate, Always A Pirate

Zwarte Piet

Bachir erkent dat hij ook vaak n* wordt genoemd of racistische grappen hoort. ‘Maar als ik mij goed voel, reageer ik daar niet op.’ Zijn teamgenoot Rafil Mununuwe (15) zegt: ‘Ik word geregeld zo genoemd, of Zwarte Piet. Het gebeurt zo vaak dat ik het gewend ben. Maar erge vormen van racisme heb ik nog niet meegemaakt.’

De trainer schudt het hoofd. ‘Luister eens naar wat je zegt. Dat is al erg genoeg. Je bent je er gewoon niet meer van bewust.’ Hij kan wel een paar voorbeelden van racisme geven. Een hele ploeg tegenstanders die een zwarte speler geen hand wilde geven. Een ouder die op het veld springt en tegen een kind van twaalf zegt: ‘N*, ik maak je af.’ Een menigte die roept: ‘Keer terug naar je land.’ Een grote jeugdspeler die moet horen dat hij ‘hier misschien 14 is, maar in Afrika waarschijnlijk 18 en drie kinderen heeft’.

In de reacties van zijn spelers herkent de trainer zichzelf. Als jeugdspeler heeft hij dezelfde scheldwoorden gehoord, zowel van tegenspelers als van toeschouwers. ‘Het waren mijn trainers die daar iets over gingen zeggen. Ik negeerde dat. Ik zie hetzelfde bij de jongens. Ze worden zo vaak n* genoemd dat ze het woord zelf gaan gebruiken.’
Als het wel doordringt, reageren de jongens soms fel. Ze riskeren daarmee zwaardere gevolgen dan wie zich schuldig heeft gemaakt aan racisme. Een ploeg van City Pirates is ooit uit protest van het veld gestapt nadat ze racistisch waren belaagd door supporters van de tegenpartij. Zij werden bestraft, de tegenpartij niet.

Maak kennis

Soms wordt er ook een klacht ingediend bij de voetbalbond. Vorig jaar gebeurde dat drie keer. Ronald Van Kets is juridisch correspondent van de City Pirates. Hij erkent dat er veel minder klachten zijn dan incidenten. ‘Een incident moet in het verslag van de scheidsrechter staan om het bij de bond te kunnen aankaarten, of er moeten zoveel getuigen zijn dat je het verslag kunt aanvechten wanneer het er niet over rept.’ Van Kets herinnert zich niet dat er ooit iemand bestraft werd. In het zwaarste geval van vorig jaar werd de eigen speler – die gereageerd had – geschorst. De tegenpartij kreeg een blaam.
Choice Izekor (15) is de jongen die erg kwaad werd, omdat hij n* werd genoemd. Het kwam niet van een tegenspeler, maar van een volwassen toeschouwer. ‘Ik had kalm moeten blijven’, zegt hij nu. ‘We hebben er achteraf over gepraat. Dat is goed.’

Racistische opmerkingen worden vaak onrechtstreeks gemaakt. Dat ondervond Alexander Klokov (15): ‘Omdat je aan mij niet ziet dat ik een buitenlander ben, zei een tegenstander eens tegen mij dat het voor mij niet gemakkelijk moet zijn met al die vreemden in een ploeg. Ik heb uitgelegd dat ik dat helemaal niet vervelend vind en dat ik zelf Russisch ben. Die persoon was geschrokken. Ik hoop dat hij iets geleerd heeft.’

Bachir Fall merkt op dat het vooral buiten de stad gebeurt en minder vaak door jonge mensen. ‘Ik denk dat het helpt als mensen gewoon zijn om donkere spelers te zien.’ Elia Van Beeck (14) van City Pirates Merksem denkt ook dat hij een oplossing weet. ‘Nu schudden we pas handen na de wedstrijd. Waarom doen we dat niet op voorhand? Als we vijf minuten kennis zouden maken, denk ik niet dat er nog veel racisme zou zijn.’

WOUSSEN, W. ‘Ik word zo vaak n* genoemd dat ik het gewend ben’. De Standaard, 7 september 2019, 16.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo