Hoge energieprijs steekt elektrische wagen stokken in de wielen

Stijgende elektriciteitsprijzen kunnen elektrische auto’s minder concurrentieel maken ten opzichte van hun benzinetegenhangers. ‘Bijna niemand zal nog een elektrische auto kopen.’

Elektrische auto’s zijn nog steeds een stuk duurder in aankoop dan benzinewagens. Het verkoopargument luidt daarom, naast het ecologische aspect, dat ze goedkoper zijn in gebruik. Een elektrische ­kilometer kost minder dan eentje aangedreven door benzine. En dat zou de auto over de hele levensduur een pak economischer ­maken. Maar geldt die aanname nog in tijden van torenhoge elektriciteitsprijzen?

Experts luiden de alarmbel. ‘De explosie van de elektriciteitsprijs zou een acuut gevaar kunnen worden voor de omslag, dus we moeten heel voorzichtig zijn’, zei de Duitse auto-econoom Stefan Bratzel, van het Center of Automotive Management (CAM), in de Tiroler Tageszeitung. ‘De opmars van elektromobiliteit dreigt te mislukken als de elektrische auto duurder wordt in het verbruik dan benzine of diesel, want dan zou bijna niemand een elektrische auto kopen.’ In Handelsblatt stelde Helena Wisbert, ­experte bij het Duitse Center for Automotive Research, dan weer dat ‘de elektrische auto zijn charme verliest’.

Kloof wordt kleiner

‘Elektrisch rijden was altijd zo’n 50 % goedkoper dan met benzine’, zegt Bart Massin, zaakvoerder van Stroohm, gespecialiseerd in elektrische mobiliteit. ‘Dat is de laatste maanden gedaald naar zo’n 35 %, maar bleef nog steeds goedkoper dan benzine en diesel.’ Volgens Massin is het verschil ­intussen opnieuw zo’n 50 %.

Maar dat hangt van de situatie af. Bij de Europese consumentenorganisatie BEUC gingen ze, op vraag van De Standaard, aan het ­rekenen op basis van een vast elektriciteitscontract van Engie, met de prijzen van deze maand. Met een gemiddelde benzinewagen, met een verbruik van 6 liter, kost het vandaag zo’n 10 euro om 100 kilometer te rijden. Met een elektrische auto, die zo’n 20 kWh per 100 kilometer verbruikt, kost dat zo’n 5 euro als die auto ’s nachts thuis wordt geladen en 7 à 8 euro als die overdag wordt geladen. Bij een ‘trage’ publieke laadpaal kost dat 10 euro, en dus even veel als benzine, al zijn er onder trage laders ook prijsverschillen. Een supersnel­lader zoals Fastned kost 16 euro, en is dus duurder.

Begin dit jaar kwam BEUC nog met een rapport waaruit bleek dat de e-auto in de meeste gevallen goedkoper is om mee te rijden dan een benzinewagen. Maar toen ging de studie nog uit van een intussen achterhaalde elektriciteitsprijs van 0,29 euro per kWh. Dat zou neerkomen op 5,8 euro voor 100 gereden kilometers. Afhankelijk van het oplaadscenario wordt de kloof met de benzinewagen dus kleiner.

‘Maar dat gaat uit van een hoog elektriciteitsverbruik van die e-auto­’, stelt Robin Loos van BEUC. ‘Het houdt ook geen rekening met andere factoren, zoals kunnen ­laden op het werk, zonnepanelen, variabele elektriciteitsprijzen of goedkopere tarieven aan sommige publieke laadpalen.’

Laadpalen duurder

Maar ook die publieke laadpalen worden intussen duurder. Zo trok Allego, een van de grotere uitbaters, in september de prijzen nog op. Het verwees daarbij letterlijk naar ‘de stijgende energieprijzen in Europa’. En binnenkort doet het dat opnieuw. ‘Het zeer waarschijnlijk dat we ook worden gedwongen een verdere prijsstijging door te voeren begin oktober’, zegt woordvoerder Arne Richters. En ook Fastned, de Nederlandse aanbieder van supersnelladers, besloot in ­augustus zijn prijzen met 10 procent op te trekken.

De vrees is dat al die prijsverhogingen de aantrekkelijkheid van e-auto’s aanvreten en de transitie naar elektromobiliteit zullen fnuiken. Bij BEUC nuanceren ze dat. Volgens de consumentenorganisatie is de situatie van hoge energieprijzen een kortetermijnfenomeen. ‘Deze onzekerheden zullen waarschijnlijk niet eeuwig duren’, zegt woordvoerder Laurens Rutten. ‘De verwachte omslag van ons autogebruik naar elektrisch is daarentegen een verandering van tientallen jaren. Op dit moment wordt alles duurder. Het is dus geen verrassing dat dit ook elektrische auto’s raakt. En de prijzen van brandstofauto’s stijgen ook.’

Officieel zeggen autofabrikanten zich nog geen grote zorgen te maken. Zo kondigde Volkswagen deze zomer nog trots aan dat de vraag naar e-auto’s in Europa het afgelopen halfjaar met 40 procent was toegenomen. ‘De vraag blijft sterk’, zei verkoopsdirectrice Hildegard Wortmann.

Volgens Massin hangt alles sterk af van de individuele situatie. ‘We horen schrijnende verhalen over mensen met een variabel ­tarief’, zegt hij. ‘Maar er zijn ook heel wat mensen met een vast contract, die de komende twee jaar amper 25 cent per kWh betalen. Mensen met een vast energiecontract en zonnepanelen zijn niet de pineut.’ In dat laatste geval kan een elektrische auto de elektriciteitsfactuur zelfs helpen drukken. De wagen kan immers worden aangewend als een reusachtige thuisbatterij, die overdag stroom oplaadt via de zonnepanelen, en die ’s avonds weer afgeeft aan het huis. Maar dan moeten auto en thuislaadpunt die functie wel ondersteunen.

Lemmens, K. Hoge energieprijs steekt elektrische wagen stokken in de wielen. De Standaard, 14 september 2022, 18.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo