De coronacrisis heeft er wel degelijk toe geleid dat de gemiddelde winkelkar duurder is geworden. Dat blijkt uit cijfers van het Prijzenobservatorium.
Ondanks de duurder geworden winkelkar is de koopkracht wel op peil gebleven, met dank aan de dalende energieprijzen. De totale inflatie in België kwam in de eerste drie maanden uit op 1,00 %, vooral als gevolg van fors dalende energieprijzen. In maart bedroeg de inflatie zelfs maar 0,40 %.
De coronacrisis leidde tot kelderende olieprijzen. Zo lagen de consumptieprijzen van stookolie (-26,50 %), aardgas (-16,80 %), motorbrandstoffen (-16,10 %) en elektriciteit (-8,30 %) in maart veel lager dan in dezelfde maand van verleden jaar.
Promotieverbod
Het Prijzenobservatorium keek ook naar de evolutie van de prijzen tussen april en maart. De impact van het coronavirus op de inflatie in maart bleef al bij al beperkt. In april is er wel een grote impact, al is die volgens het observatorium minder groot dan onder meer Test Aankoop laat uitschijnen. Die prijsstijging komt vooral door het promotieverbod in de supermarkten, dat op 18 maart werd ingevoerd en in mei weer is opgeheven.
Maar de voedingsprijzen zitten al enkele maanden in de lift, merkt het Prijzenobservatorium op. ‘Het is zeker zo dat de prijsontwikkeling in april een stuk sterker was dan de voorbije maand, maar de trend van stijgende voeding was al een tijd aan de gang.’ Zo is voeding in april 1,68 % duurder geworden tegenover maart. Verse groenten werden bijna 10,00 % duurder. Reinigings- en onderhoudsproducten werden 6,50 % duurder. ‘Dat zijn typisch producten waar promoties voor gelden, die nu niet mogelijk waren’, merkt het Prijzenobservatorium op.
