Dure energie en loonindexering leiden tot golf prijsstijgingen

Veel ondernemingen rekenen de stijgende kosten van energie, grondstoffen en lonen door in hun verkoopprijzen. Daardoor kan de inflatie nog maanden relatief hoog blijven.

‘Wat ons het meest verbaast, is de stijging van de onderliggende inflatie’, zegt Hélène Zimmer, econome van de Nationale Bank, in een reactie op de hoge inflatiecijfers van januari. Ze merkt op dat diensten het voorbije jaar 3,10 % duurder werden. Dat is nooit gezien sinds maart 2016. De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijzen van energie en onbewerkte voeding, steeg van 2,53 % in december naar 2,98 % in januari.

De jongste maanden heeft vooral de spectaculaire klim van de energieprijzen de aandacht getrokken. Maar de uitzonderlijk hoge algemene inflatie van 7,59 % – het hoogste cijfer sinds 1983 – is dus niet alleen te wijten aan de prijsstijging van aardgas, elektriciteit en huisbrandolie.

‘Er is meer aan de hand dan een energie-effect’, zegt Peter Vanden Houte, de hoofdeconoom van ING België. ‘Veel bedrijven hebben in januari hun prijzen verhoogd. Ze rekenen de hogere kosten voor energie en grondstoffen door en daar komen de loonindexeringen bij. In de dienstensector zijn lonen de grootste kostenpost. We zien al tweede-ronde- effecten.’

Economen spreken van tweede-ronde-effecten als hoge inflatiecijfers leiden tot een stijging van de loonkosten en een tweede ronde van prijsstijgingen. In België is dat risico relatief groot omdat ons land een van de weinige is met een automatische loonindexering.

Veel loontrekkenden hebben in januari een grote indexaanpassing gekregen. De ruim 400.000 bedienden van het paritair comité 200 krijgen in januari een indexering van 3,58 %, de grootste in tien jaar. Het gaat om de bedienden van onder meer callcenters, uitzendkantoren, de IT- sector, consultancybedrijven en de bouwnijverheid.

Vanden Houte verwacht dat de inflatie nog een tijdje hoog blijft. ‘De energie-inflatie zal nog even aanhouden en de tweederonde-effecten zullen nog sterker worden. In België worden veel prijzen, bijvoorbeeld van huur en allerhande contracten, geïndexeerd. Ons land wordt geconfronteerd met een dubbel nadeel: de hoge energieprijzen en de loon-indexering. Het gaat de verkeerde richting uit.’ De werkgeversorganisatie VBO waarschuwt dat de loonkostenhandicap tegenover de buurlanden zal toenemen tot 14,00 %.

Toch denken economen dat de inflatie in januari of februari een piek bereikt en daarna daalt. ING ziet de inflatie tegen eind dit jaar dalen naar 2,00 % en KBC voorspelt dan zelfs een inflatie van minder dan 2,00 %. BNP Paribas Fortis is voorzichtiger en verwacht een inflatie van bijna 3,00 % eind dit jaar. Veel zal afhangen van de evolutie van de energieprijzen.

De hoge inflatie doet behalve de kosten van de bedrijven ook de overheidsuitgaven stijgen. Het Federaal Planbureau verwacht dat de spilindex in februari voor de derde keer in een half jaar wordt overschreden. Daardoor stijgen de sociale uitkeringen en de lonen van de ambtenaren opnieuw met 2,00 %. Als de stijging van de onderliggende inflatie doorzet, sluit Zimmer een extra overschrijding van de spilindex later dit jaar niet uit.

Door de inflatie stijgen de overheidsuitgaven meer dan de inkomsten, blijkt uit een raming van de Nationale Bank. De opbrengst van accijnzen blijft stabiel en de grote kostenstijging dreigt een negatieve invloed te hebben op de opbrengst van de vennootschapsbelasting.

VERVENNE, W. Dure energie en loonindexering leiden tot golf prijsstijgingen. De Tijd, 29 januari 2022, 3.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo