Groene groei is levensader voor China, twistpunt voor de VS

China peuzelt zorgvuldig de markt voor zonnepanelen, batterijen en e- wagens op. Voor de VS en Europa is het stilaan welletjes. Maar zonder die nieuwe maakindustrie ziet China zijn sociale stabiliteit bedreigd.De Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen is in Peking. Haar boodschap klinkt, zeker in tijden van klimaatcrisis, opmerkelijk. Volgens de VS is China te goed in het produceren van groene technologie. Yellen verwees specifiek naar zonnecellen, batterijen en elektrische wagens. “Door overheidssubsidies heeft China een overcapaciteit die het op de eigen markt niet verkocht krijgt”, zei Yellen. “De wereldmarkt kan die ook niet meer absorberen.”

Daarmee verwijst Yellen naar de opmerkelijk goedkope Chinese cleantech. Westerse concurrenten dreigen weggespoeld te worden. Europa gaat deels mee in die kritiek. Zowat elke maand lanceert de Europese Commissie wel een onderzoek naar oneerlijke Chinese concurrentie. Zo kwam een zonnepanelenpark ter waarde van 375 miljoen euro in Roemenië in het vizier, net als een aanbesteding voor elektrische treinen van Qingdao Sifang Locomotive in Bulgarije (610 miljoen). Europese inspecteurs zullen ook naar de fabrieken van Chinese autobouwers BYD en Geely reizen, om te proberen vast te stellen of die te veel staatssteun krijgen.

Ecosystemen bouwen

China’s dominantie in die zogenaamde ‘nieuwe groene sectoren’ is meer dan indrukwekkend (zie grafiek). “De Chinese zonnepanelen en elektrische wagens verkopen vandaag goed, zowel in het Westen als in Zuid-Oost-Azië”, zegt Eva Verstraelen van Flanders Investment & Trade (FIT) vanuit Guangzhou. “Ze halen zeker voordeel uit de aantallen. Als je een ruime afzetmarkt hebt, kun je ook de winstmarge per stuk wat laten zakken.” Dankzij nieuwe investeringen van Chinese banken groeit die voorsprong dagelijks. En het gaat breder dan elektrische wagens alleen. Zo komt 70 % van alle uit China geëxporteerde warmtepompen richting Europa. Dat Chinese cleantech vooral draait om kwantiteit, eerder dan kwaliteit, is ook al een illusie. Dit jaar nam China windturbines in gebruik van 16 megawatt, terwijl Europese concurrenten op 15 megawatt zitten. Hoe kon Peking de cleantech-kampioen van de wereld worden? Alleen door concurrentievervalsing? Of klinken de VS en Europa stilaan als slechte verliezers?

“Het succes van de drie opkomende groene industrieën – zonnepanelen, batterijen en elektrische auto’s, bekend als ‘de groene drie’ – gaat terug op gecoördineerde inspanningen vanaf 2005”, stelt econome Louise Loo in een webinar van analistenbureau Oxford Economics. “Het opzet was om op lange termijn de economie koolstofarmer te maken. De centrale en lokale overheden kwamen samen met plannen.” Daarbij speelde bezorgdheid over de extreme luchtvervuiling en het welzijn van burgers ook een rol. Bij het uitstippelen van zijn langetermijnbeleid vergat China ook nooit zijn nationale belang. Een wet uit 2011 eiste dat makers van zonnecellen 80 % van de onderdelen uit hun waardeketen in eigen land aankochten.

Acht keer meer laadpalen

China gebruikte de financiële crisis van 2008 om meer te investeren in groene technologie. Het Westen ging de andere kant op, met besparingen. “Europese automakers kozen toen voor hybride wagens, die ook staatssubsidies kregen”, stelde Alicia Garcia Herrero (hoofdeconoom bij de Franse Natixis Bank, gespecialiseerd in Azië) al eerder in een interview bij de nieuwssite China Dialogue. “Dat was een vergissing, want het belemmerde volledige elektrificatie.” China keek van meet af aan naar de volledige keten. Het kocht mijnen op in Congo toen anderen er niet happig op waren daar te investeren. Chinese bedrijven baten de helft van alle sinds 2018 geopende lithiummijnen uit.

Zo ontstond jaren geleden al een ‘groen’ ecosysteem: een economische kweekvijver voor sterke bedrijven. In 2022 had China bijvoorbeeld 1 miljoen oplaadpalen voor e-wagens. Dat is twee keer meer dan Europa en acht keer meer dan de VS. Dat waren ook vaker gebruiksvriendelijke snelladers. Steden en taxibedrijven dachten samen na over elektrificatie van openbaar vervoer. Concreet: om pieken in het stroomverbruik te voorkomen, werden elektrische ‘ochtendbussen’ opgeladen om acht uur ’s avonds en ‘avondbussen’ om twee uur ’s nachts. Die bussen hadden efficiëntere batterijen nodig om constant te rijden. Dat inspireerde autobouwer BYD dan weer tot betere modellen.

De groene kampioenen lokten nota bene interesse op van westerse geldschieters of bedrijven. Warren Buffett vond BYD al in 2008 een interessante belegging. Een bestuurslid van ZF Friedrichshafen, een Duitse hoogtechnologische toeleverancier aan de autosector, zei vorige week vlakaf in Chinese staatsmedia dat hij het lot van zijn firma vastklinkt aan de Chinese constructeurs. “Vroeger zat de innovatie misschien meer in Europa, maar wij ontwikkelen voor de Chinese markt en voor de lange termijn.”

Washingtons claim dat China nu plots en vooral door staatssubsidies “overcapaciteit” heeft, is dus een versimpeling van de realiteit. Ook studies door Bloomberg en de denktank Rhodium corrigeren die aantijgingen enigszins. Niet elke Chinese banklening aan die groene industrieën is overigens concurrentievervalsing. “Er komt nieuwe technologie voor zonnecellen aan, die de oude modellen en fabrieken overbodig maakt”, stelt Bloomberg New Energy Finance. “Wie niet investeert in nieuwe fabrieken, gaat eraan.”

Vooruitziend en sturend beleid, een lange aanloopperiode, een ecosysteem vol schaalvoordelen en verplichte innovatie verklaren dus waarom China vandaag staat waar het staat. Uiteraard heeft Peking die volgehouden inspanningen alleen geleverd uit eigenbelang.

Een op de vijf is werkloos

“Die sectoren zijn het enige lichtpuntje in een voor de rest vrij somber en turbulent plaatje”, aldus Loo. China groeide vorig jaar met 5 %, maar zonder de ‘groene drie’ zou dat maar 2 % zijn. Voor een groot land als China, met in 2023 zo’n 1,7 miljoen afgestudeerde ingenieurs, is dat rampzalig. De partij censureert de cijfers, maar eind 2023 was minstens één op de vijf jonge Chinezen in de steden werkloos. “Vanwege zijn demografie moet China simpelweg toetreden tot de leidende technologische wereldmachten”, zei socioloog Biao Xiang (Duitse Max Planck Instituut) in een online lezing eind 2023. “Dat toegeven is voor Amerikaanse elites bijna politieke zelfmoord. Maar als de economie niet kan bieden wat de demografie vereist, wordt China een bron van instabiliteit.”

Midden 2021 barstte in China een vastgoedcrisis los die heel wat geld deed verdampen. Vastgoed en de bouw waren jarenlang de trekpaarden van de economie. “Maar zelfs de huidige explosieve groei in groene tech kan niet vervangen wat de vastgoedsector ooit opbracht”, vult Loo aan. “De bouw is twee keer arbeidsintensiever.”

Ook die andere motoren voor het Chinese ‘mirakel’ verliezen tempo Infrastructuurwerken in andere landen, de ‘nieuwe Zijderoutes’, zijn voltooid of lijken te riskant. De goedkope maakindustrie is er nog. Maar Chinese lonen zijn niet langer de laagste op wereldvlak en de milieueisen zijn aangescherpt. De jeugd is niet langer laagopgeleid, waardoor veel fabrieken nu smeken om volk.

China is een middeninkomensland (zie grafiek). Het wil tegen 2049 een rijk land zijn. Daar is heel het sociaal contract tussen de Partij en de Chinese burgers ook op gebaseerd. “De Chinese elites hebben een morele invulling aan de economische groei gegeven”, aldus Biao. “Ze stellen groeiende welvaart voor China voor als een correctie op een onrechtvaardige wereldorde. Als die uitblijft, hebben ze een groot probleem.”


Overigens staat China met die visie niet geïsoleerd. Vorige week nog, na overleg binnen de Wereldhandelsorganisatie, waarschuwde de Maleisische minister van handel dat “de westerse ontwikkelde economieën willen blijven genieten van eenzijdige voordelen uit vrijhandelsakkoorden van 25 jaar geleden”. “Zij stellen het voor hen voordelige status quo boven de behoeften van groeilanden”, schreef hij in de Japanse krant Nikkei.

De weg naar hogere inkomens is zelfs voor een kolos als China lang. Industrieën met geringe toegevoegde waarde zijn daarbij geen hulp. Wat China wil, is de sprong maken van fabriek van de wereld naar ingenieur voor de wereld, van passief uitvoeren naar actief innoveren, van vervangbare onderaannemer naar goedbetaalde patenthouder. Niet langer aan het risicovolle infuus van buitenlandse investeringen hangen, zoals zoveel arme landen. “Slechts een paar landen slaagden in die sprong naar hoge inkomens”, schrijft econoom Bo Chen (Liaoning Universiteit) op Think China, een onafhankelijke nieuwssite in Singapore. Zuid- Korea is volgens hem een zeldzaam voorbeeld. “China’s economische mirakel dooft uit. Dat veroorzaakt angst.”

Bestaat er geen ander groeimodel dan het door staatssteun aangestuurde groene exportmodel van Peking? Ontwikkelde economieën halen meestal 50 % van hun groei uit binnenlandse consumptie. Veel critici vinden dat Xi ook daarop moet inzetten, want in China staat consumptie voor maar 37 % van het bbp in 2022. Bo noemt binnenlandse consumptie, interne hervorming en goede internationale samenwerking als randvoorwaarden voor een welvarender China. Maar zijn die randvoorwaarden er vandaag?

“Het vertrouwen bij de middenklasse om dure uitgaven te doen is weg”, zegt Verstraelen. “Men probeert via allerlei kortingsbonnen Chinezen te laten uitgeven, maar voorlopig met beperkt succes.” Volgens nieuwssite Think China verarmt de middenklasse zelfs weer. Ook gaat inzetten op consumptie voorbij aan netelige kwesties over meerwaarde en eigendom over technologie. “De wereld lijkt helaas vrijhandel te hebben opgegeven en Washington zal zeker de meer geavanceerde Chinese productie weren uit zijn markt”, stelt The Economist in zijn laatste analyse van het Chinese beleid. In zo’n wantrouwig klimaat zal Xi de plannen die zijn voorgangers vanaf 2005 smeedden, niet snel opbergen. Welk incentiveheeft hij, om nu aan Yellen tegemoet te komen, als hij straks een nog radicalere Trump voor zich krijgt?

Nath, G. Groene groei is levensader voor China, twistpunt voor de VS. De Standaard, 6 april 2024, 28.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo