De voedingsinflatie is verdwenen. Voor een winkelkar die een jaar geleden 100 euro kostte, betalen we nu 99,86 euro.
Voor het eerst sinds oktober 2021 is de inflatie van voeding en dranken negatief. Het cijfer kwam voor april uit op -0,14 %. We zijn voor de dagelijkse boodschappen nu dus goedkoper uit dan een jaar geleden. Voorwaarde is wel dat je niet drinkt. Met alcoholische dranken erbij is de voedingsinflatie nog heel licht positief. In dat geval kost een winkelkar die een jaar geleden 100 euro kostte, nu 100,25 euro.
Dat de voedingsinflatie vrijwel verdwenen is, verrast. Lange tijd was de prijs van de winkelkar immers een van de grootste bekommernissen van de Belgische consument. Maar de inflatie van voedingsproducten is maand na maand een beetje gezakt. Al dertien maanden na elkaar neemt de kracht van de prijsstijgingen af. In maart vorig jaar lag de inflatie van voeding en dranken nog op 18,02 %.
Dat die inflatie nu verdwenen is, betekent niet dat alle prijsverhogingen uit het verleden ongedaan gemaakt zijn. Het betekent dat het prijsniveau nu op hetzelfde peil ligt als in april vorig jaar. Maar tijdens de 12 maanden dáárvoor was voeding dus al met 18 % gestegen. Het afgelopen jaar is de prijs van voeding dus op een hoog niveau blijven hangen.
Verse zeevruchten
Bovendien is er een enorme variatie tussen de prijsontwikkeling van verschillende producten. Bij de sterkst in prijs gestegen producten vinden we voedingsmiddelen terug, maar dat is ook zo bij producten die het sterkst in prijs gedaald zijn.
Verse zeevruchten spannen de kroon: die zijn nu 32,60 % duurder dan vorig jaar. Misschien speelt de prijsexplosie van verse Noordzeegarnalen daarbij een rol. Bier, zowel pils als alcoholvrij bier, is ruim 20 % duurder. Van zware bieren steeg de prijs maar met 3,70 %. Olijfolie is met 17 % in prijs gestegen. Ondanks de hoge cacao-prijzen blijft de prijs van chocolade voorlopig binnen de perken. Die steeg in een jaar met 3,60 %.
Bij de prijsdalingen staan pizza en quiche aan de top. Die zijn nu 14,60 % goedkoper dan een jaar geleden. Pasta en couscous daalden met 9 % in prijs. Ook andere dagelijkse levensbehoeften zakten in prijs, blijkt uit cijfers van het statistiekbureau Statbel. Melk is nu ruim 8 % goedkoper dan een jaar geleden. De prijs van verse groente zakte ruim 6 %. Behalve aardappelen, want die zijn 13 % duurder. Ontbijtgranen daalden bijna 5 % in prijs, brood 1,40 %.
Voedingsproducenten rekenen de prijs van grondstoffen dus wel degelijk door. Alleen bewegen die prijzen in verschillende richtingen. De prijs van granen is al een jaar aan het dalen. Volgens de voedingsgrondstoffen-index van de Food and Agriculture Organisation (FAO) zijn granen nu 28 % goedkoper dan in 2022. Zuivel is na een sterke prijsdaling weer duurder aan het worden. Bij suiker is het omgekeerde het geval: die grondstof piekte in de herfst van vorig jaar en is sindsdien aan het dalen. Grosso modo zijn voedingsgrondstoffen teruggekeerd naar het prijspeil van 2021.
Duurdere diensten
Ondanks de gedaalde voedingsinflatie is het algemene prijspeil in België wel gestegen. Het dagelijkse leven is nu 3,37 % duurder dan vorig jaar. In maart was dat 3,18 %. In tegenstelling tot voorheen zijn het niet langer de energieof de voedingsprijzen die de toon aangeven – hun bijdrage aan de inflatie is sterk gezakt. Terwijl die componenten in 2022 goed waren voor twee derde van de totale inflatie, is dat nu nog maar een kwart. Nu zijn het vooral de diensten die het leven duurder maken. Bioscopen en theaters zijn in een jaar 9 % duurder geworden, fastfood 8 %, hotels 6 % en kappers 4 %. Dat komt vooral doordat de loonkosten met vertraging in die producten worden doorgerekend.
Ook in Duitsland (2,40 %) en in Spanje (3,40 %) lag de inflatie in april hoger dan in maart, bleek uit maandag gepubliceerde cijfers. ECB-voorzitter Christine Lagarde had er al voor gewaarschuwd dat er “hobbels” konden opduiken op de weg naar een lage inflatie.
