Het doek valt donderdag over de speelgoedwinkels van Fun. Nu het bedrijf na bijna honderd jaar het faillissement aanvraagt, is het aan de curator om de jobs van zoveel mogelijk mensen te redden. Een maand nadat Fun heeft aangekondigd zijn 27 winkels te koop te zetten wegens financiële moeilijkheden, gooit de keten de handdoek. Ze vraagt hetfaillissement aan. Donderdagavond sluiten de winkels en het hoofdkantoor definitief de deuren.
Het faillissement komt niet als een verrassing. Al jaren gaat het bergaf met deketen. In 2022 boekte ze een nettoverlies van 10,1 miljoen euro op een omzet van 70,2 miljoen euro. Het eigen vermogen was ruim 2 miljoen euro negatief. Cijfers voor 2023 zijn er nog niet. Anderhalve maand geleden sloot Fun nog zijn vestiging in Sint-Niklaas.
Na de aankondiging van een maandgeleden was het al duidelijk dat de kans groot was dat de keten over de kop zou gaan. De directie was weinig hoopvol. ‘We zijn tot de conclusie gekomen dat initiatieven om de winstgevendheid van de winkels te verbeteren de trend waarschijnlijk niet kunnen keren’, klonk het. ‘De economische situatie van Fun en zijn dochterondernemingen is onhoudbaar geworden.’
E-commerce en Action
Fun ziet af door de opkomst van e-commerce en goedkope winkelketens die speelgoed verkopen, zoals Action. De moeilijke economie van de voorbije jaren gaf de doodsteek. ‘In een zeer moeilijk extern klimaat gekenmerkt door een buitengewone inflatie en een daling van de consumptie, in combinatie met de achteruitgang van de speelgoedsector en de toegenomen concurrentie van digitale spelers, hebben de Fun-winkels te kampen met een daling van de verkoop en een marge die zwaar onder druk staat’, zei het bedrijf een maand geleden.
Toen begon het een zoektocht naarmogelijke overnemers voor de winkels en hun 208 personeelsleden. Dat is niet gelukt. Al betekent het faillissement niet dat iedereen zijn werk verliest. Nu zal een curator op zoek gaan naar overnemers.
Volgens Fun lopen er al onderhandelingen met ‘enkele serieuze kandidaten’ over de overname van elf winkels. Wat de plannen met die winkels zijn, blijft onduidelijk. ‘Kandidaten hebben ook aangegeven personeel te willen overnemen. Het einde van de gesprekken is eerder een kwestie van dagen dan wel van weken’, luidde het maandag in een persbericht.
Fun zegt zijn werknemers correct te blijven uitbetalen. Om de cash te hebben om dat te doen, was de keten enkele weken geleden al begonnen met haar uitverkoop.
De vakbonden betreuren dat de keten failliet gaat. Al zijn ze wel tevreden over hoe het bedrijf de zaak afhandelt. ‘Fun is altijd een correcte werkgever geweest’, zegt vakbondsman Jörgen Meulders (ACV). ‘Het is de lonen blijven betalen en het is netjes dat het de uitverkoop zelf organiseert.’
Frustratie
Daardoor bleef het personeel de voorbije weken ‘met veel motivatie’ aan de slag, zegt Meulders. ‘Al was er ook frustratie over het gedrag van sommige klanten. Die wilden de koop van hun leven doen en hadden daarbij niet altijd oog voor het personeel.’
Met het faillissement komt een einde aan bijna honderd jaar Belgische winkelgeschiedenis. Fun ontstond in 1925 in het West-Vlaamse Aartrijke als een winkeltje met schoolartikelen.
Het bedrijf was jaren in handen van de familie Coeman. Eind jaren 90 stapte Mitiska in het bedrijf, toen nog Coemancenter genaamd. Mitiska fuseerde het bedrijf met andere speelgoedwinkelketens, zoals de Nolmans Familiewinkels. Het bedrijf ging voort onder de naam Fun.
In 2018 verkocht Mitiska Fun aan de Waalse Pardis-groep, een vehikel van de ondernemersfamilie Marchandise, die al in het kapitaal van de Waalse winkelketen Trafic zat. Daarop tastte het bedrijf af ofhet een succes kon worden in het buitenland. Het opende drie winkels in Zwitserland, waarvan er vandaag nog maar één open is.
In 2022 bracht de familie Marchandise haar belang in Fun onder bij het moederbedrijf van Trafic. Daarvan bezit het zelf 30 %, de Franse winkelketen Gifi heeft de controle. Toen klonk Trafic-CEO Nicolas Marchand nog hoopvol. ‘We hebben het gevoel dat we met Fun een opportuniteit hebben in Vlaanderen, een markt waar we er nooit echt in geslaagd zijn ons zelfstandig te vestigen.’
