Leven wordt minder snel duurder, en toch gaan lonen weer omhoog

De inflatie blijft dalen. De gemiddelde prijzen lagen in oktober amper 0,36 % hoger dan een jaar geleden. “Het is van de coronacrisis geleden dat we nog zo laag zaten”, zegt professor Stijn Baert (UGent). Maar misschien nog opvallender dan het lage inflatiecijfer is dat de spilindex overschreden werd. Daardoor zullen de lonen, pensioenen en uitkeringen de komende maanden automatisch stijgen.

In september kwam de inflatie nog uit op 2,39 % en in augustus op 4,09 %. Nu staat de levensduurte met 0,36 % op het laagste niveau sinds januari 2021. Het is ook van juni 2021 geleden dat de inflatie in België nog onder de 2 % uitkwam. Eind vorig jaar lag het inflatiecijfer zelfs enkele maanden boven de 10 %.

Wie een pensioen of uitkering ontvangt, mag zich volgende maand aan een hoger inkomen verwachten. Dat komt doordat in oktober de spilindex is overschreden, blijkt uit cijfers van statistiekbureau Statbel. Het zorgt ervoor dat de automatische loonindexering in werking treedt, waardoor de lonen automatisch stijgen. Zo zullen ook de ambtenarenlonen in december met 2 % stijgen, hetzelfde percentage dat voor de pensioenen en uitkeringen geldt.

Vele beetjes samen

Vervolgens zijn ook alle andere sectoren de komende maanden aan de beurt voor hun automatische loonindexering. Wanneer dat gebeurt en met hoeveel het brutoloon stijgt, hangt af van het paritair comité waarin je bent ingedeeld. In de banksector, bijvoorbeeld, gebeurt de aanpassing elke twee maanden, waardoor de stijging in kleinere stapjes gaat. Voor paritair comité 200, waar ruim een half miljoen bedienden onder vallen, gebeurt de indexering elk jaar in januari. Zij zullen begin volgend jaar hun brutoloon naar schatting met zo’n 1,5 % zien toenemen. Voor bouwvakkers onder paritair comité 124 is dan weer een driemaandelijkse indexering voorzien.

Hoewel het Planbureau de overschrijding van de spilindex deze maand voorspeld had, lijkt het nieuws van de nieuwe loonindexering voor velen toch een verrassing. Want ondanks een dalende inflatie gaan onze lonen binnenkort wel omhoog. “Het lijkt tegennatuurlijk”, zegt ook professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent). “Maar het is niet omdat de inflatie vertraagt, dat de levensduurte niet meer toeneemt. Concreet: het leven wordt nog altijd duurder, al is het de laatste maanden met kleinere percentages dan voordien. De vele kleine beetjes die het leven de afgelopen maanden nog duurder werd, volstonden om de spilindex te doen overschrijden.” Dat gebeurt wanneer het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex — een korf van courante producten, zonder alcohol, tabak, benzine en diesel — met meer dan 2 % toeneemt. Baert: “Het ‘gezonde leven’ was de afgelopen vier maanden minstens 2 % duurder tegenover de vier maanden voordat de uitkeringen de vorige keer stegen, in december 2022.”

Averechts effect

Goed nieuws voor onze portemonnee, zou je denken. Al maakt de professor daar ook een bedenking bij. “De automatische loonindexering beschermt werknemers tegen de stijgende prijzen. Maar wie in een sector werkt waarin het loon maar één keer per jaar wordt aangepast, doet toch verlies. Zeker in een periode waarin de inflatie piekt — zoals we de afgelopen twee jaar gezien hebben. Want ook vóór die loonaanpassing moet je de hogere prijzen in de winkel al betalen.”

Daartegenover wijst het bedrijfsleven al langer dan vandaag op het averechts effect van de automatische loonindexering. Het Belgische systeem — naast Luxemburg uniek in de wereld — zorgt voor een competitief nadeel voor de bedrijven in ons land. Traditioneel mikt het beleid op een inflatie van 2 % — en dus één automatische loonindexering per jaar. Maar door de piekende inflatie werd de spilindex vorig jaar liefst vijf keer overschreden. Na de overschrijding van deze maand verwacht het Planbureau volgend jaar nog twee keer een overschrijding — in maart 2024 en september 2024.

Volgens cijfers van de werkgeversorganisatie VBO zullen de lonen in ons land daardoor tussen januari 2019 en januari 2025 met liefst 25 % toenemen. Het zorgt ervoor dat de loonkostenhandicap van België tegenover de buurlanden opnieuw toeneemt. Die handicap wijst op het verschil in wat een gemiddelde werknemer een bedrijf kost bij ons en in het buitenland. Wanneer bedrijven veel meer moeten betalen voor een gemiddelde werknemer, zullen ze meer geneigd zijn naar het buitenland te trekken. Die loonkostenhandicap was in 2021 gezakt tot zo’n 9 %, maar neemt dit jaar naar verwachting weer toe tot 14%. Dat is het hoogste niveau sinds 2015.

Plafond instellen

“De automatische loonindexering is, des te meer in combinatie met de hoge inflatie die er geweest is en nog even zal blijven, een groot gevaar voor onze competitiviteit”, zei Bart Steukers vorige week nog. Als CEO van werkgeversorganisatie Agoria vertegenwoordigt hij de technologiesector in ons land, met 328.000 werknemers de grootste van België. In haar verkiezingsmemorandum vraagt de federatie dringend om een aanpassing van het systeem.

Zo stelt Steukers — in afwachting van een grotere hervorming — een plafond voor tot op welk niveau de brutolonen geïndexeerd worden. Daarbij heeft de sectorfederatie een grens van 5.500 tot 6.000 euro bruto voor ogen. Alle brutolonen zouden tot dat bedrag geïndexeerd worden. Maar wie meer verdient, zou alles wat daarbovenop komt niet automatisch aangepast zien. De maatregel zou volgens Steukers een impact hebben op “10 tot 15 %” van de werknemers.

VAN LIER, R. Leven wordt minder snel duurder, en toch gaan lonen weer omhoog. Het Laatste Nieuws, 31 oktober 2023, 4.

 

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo