De olieprijs breekt voor het eerst sinds november door de grens van 95 dollar per vat. Samen met de forse prijsstijgingen van onder meer ijzer en suiker is dat een bedreiging voor het temmen van de inflatie.
Sinds midden juni is een vat ruwe olie een kwart duurder geworden. Toen besliste het OPEC+-kartel de productie tijdelijk met 1,3 miljoen vaten per dag terug te schroeven, waarvan 1 miljoen vaten door Saoedi-Arabië en 300.000 door Rusland. Begin deze maand verlengden ze die productiebeperking onverwacht, wat een schokgolf op de markt veroorzaakte.
‘Door het onevenwicht tussen de vraag en het aanbod zal de olieprijs op korte termijn door 100 dollar breken’, voorspelt Mike Wirth, de CEO van de Amerikaanse oliereus Chevron.
De prijsklim is niet alleen te wijten aan het lagere aanbod. De vraag blijft ondanks de economische tegenwinden groter dan verwacht, vooral in de VS en China. China, de belangrijkste afnemer in de wereld, importeerde in augustus 35 % meer ruwe olie over zee dan in dezelfde maand vorig jaar. Sinds Nieuwjaar steeg de Chinese invoer met 17 %. Peking is erop gebrand zijn voorraden weer aan te vullen. In de VS zijn die gedaald naar het laagste peil ooit, nadat president Joe Biden een deel van de strate-gische voorraden gebruikte in een poging de prijzen te drukken.
Ook andere basisgrondstoffen zijn aan een opmars bezig. IJzererts werd in anderhalve maand 19 % duurder, zink bijna 10 %. ‘Dat komt deels omdat Peking de infrastructuurknop weer heeft ingedrukt om de economie te stutten’, zegt Frank Vranken, de hoofdstrateeg van Edmond de Rothschild. ‘China bouwt onder meer vol-op nieuwe spoorlijnen. De voor-raden ijzererts zijn er gezakt naar het laagste niveau in vijf jaar.’
Niet alle grondstoffen profiteren mee. Koper lijdt onder de ineenstorting van de bouw. Batterijmaterialen als kobalt en nikkel kampen met de vertraging in de sector van de elektrische wagens. Veel landbouwgrondstoffen werden dan weer een pak duurder wegens slechte oogsten. Sinaasappelsap, suiker en cacao kosten tientallen procenten meer dan eind vorig jaar. Tarwe kende een sterke oogst en werd fors goedkoper.
Inflatie
De dure grondstoffen bedreigen de doelstelling van de centrale banken om de inflatie in te dijken. Vandaag vergadert de AmerikaanseFederal Reserve over het rentebeleid. De consensus gaat uit van een status quo, maar veel analisten denken dat de Fed op het extra inflatiegevaar van de oplopende grondstoffenprijzen zal wijzen en de deur kan openhouden voor bijkomende rente-verhogingen om de inflatie te temmen.
‘Nu de centrale banken eindelijk licht aan het eind van de inflatietunnel begonnen te zien, komt een olieprijs rond 100 dollar als een extreme belemmering’, zegt Craig Erlam, een analist van het tradinghuis Oanda. De vaak geciteerde strateeg sluit niet uit dat de OPEC+ volgende maand opnieuw meer oppompt. ‘Het slaat voor de OPEC+ economisch nergens op de globale economie in een recessie te duwen door vast te houden aan de productieverlagingen. Ik stel me de vraag hoe duurzaam deze hoge prijzen zijn.’
Intussen duiken berichten op dat de Russen zich niet aan de lagere productieafspraak houden. Volgens tankergegevens van de nieuwsdienst Bloomberg is de export van Rus-sische olie gestegen naar het hoogste peil in drie maanden.
Aan de pomp is vooral diesel duurder geworden, omdat de raffinaderijen wegens de veranderde aanbodmix van ruwe olie minder diesel produceren. Voor diesel betaalt u sinds begin deze zomer 21 % meer, voor benzine 11 %.
