Alleen de Luxemburgse en Maltese gezinnen hebben een groter vermogen dan de Belgische huishoudens, blijkt uit cijfers van de Europese Centrale Bank (ECB).
De centrale banken van de eurozone ondervragen elke drie tot vier jaar de bevolking over haar vermogen, om een beter inzicht te krijgen in de financiële gezondheid van de gezinnen. De ECB heeft de resultaten van de jongste enquête, die plaatsvond in 2021, gepubliceerd.
De peiling toont aan dat België een land met een rijke bevolking is. Het mediane gezin, het middelste gezin in de vermogensverdeling, had in 2021 een nettovermogen (inclusief vastgoed) van 242.400 euro. Dat is dubbel zoveel als de mediaan van de eurozone, 123.500 euro. Alleen in Luxemburg en Malta heeft het doorsneegezin een groter vermogen.
De grote rijkdom van de gezinnen in ons land is onder meer te danken aan vastgoed. In België bezit 72 % van de gezinnen een woning. In de eurozone is dat 62 %. Ook het financieel vermogen is aanzienlijk, omdat landgenoten tot een tiental jaar geleden grote spaarders waren.
Opvallend is dat de rijkdom van de Duitse en Nederlandse gezinnen relatief laag is. In Duitsland bezitten relatief weinig gezinnen een woning. In Nederland hebben de hoge hypothecaire schulden een negatieve impact op het nettovermogen.
Het gemiddelde vermogen per gezin is aanzienlijk hoger dan de mediaan, omdat het gemiddelde wordt opgekrikt door de rijkdom van multimiljonairs. In België bedraagt het gemiddelde gezinsvermogen volgens de enquête 408.000 euro. Ongeveer 70 % van de gezinnen bezit minder dan het gemiddelde en zowat 30 % heeft meer.
De vermogens zijn ongelijk verdeeld. De rijkste 10 % gezinnen hebben een vermogen van gemiddeld 1,9 miljoen in België en 1,6 miljoen in de eurozone. De armste 20 % gezinnen bezitten gemiddeld slechts 4.900 euro in België. In de eurozone heeft die groep gemiddeld zelfs een negatief vermogen, omdat sommige gezinnen meer schulden hebben dan bezittingen.
Voorts bevestigt de peiling dat de vermogensongelijkheid in België kleiner is dan het Europese gemiddelde. In ons land bezitten de rijkste 10 % gezinnen 45,90 % van het totaal vermogen. In de eurozone is dat 53,40 %.
Maar onderzoek toont aan dat enquêtes de ongelijkheid onderschatten, onder meer omdat sommige rijke gezinnen niet willen deelnemen aan de peilingen. Daarom proberen de centrale banken op basis van macro-economische statistieken de vermogensverdeling beter in kaart te brengen. Volgens voorlopige ramingen van de Nationale Bank bezitten de 10 % rijkste gezinnen in België wellicht 57 of 58 % van het totale vermogen.
