De werknemers in de banksector zullen hun loon op 1 juli voor de twee- de opeenvolgende maal zien dalen.
Heel veel zullen ze er niet van merken, want het gaat om cijfers achter de komma. Maar voor zo’n 47.000 werknemers in de banksector zullen de bedragen op de loonstrook vanaf 1 juli iets lager liggen. Het is al de tweede keer dat hun loon omlaag gaat. Op 1 mei was dat ook het geval. Toen ging het om een daling met 0,17 %. Volgens de indexprognoses van dienstverlener Group S zal er op 1 juli nog 0,10 procent van het loon afgaan.
Opmerkelijk, want de inflatie is nog altijd aanzienlijk. In mei was het leven 5,20 % duurder dan een jaar geleden. Dat de lonen in de banksector dalen, komt door de specifieke manier waarop de indexering wordt toegepast. De lonen worden er elke twee maanden aangepast aan het prijspeil. Die aanpassing gebeurt op basis van een specifieke formule die het verloop van de gezondheidsindex over een aantal maanden volgt. De gezondheidsindex was in mei lager dan in januari, een gevolg van de snel gedaalde energieprijzen. De lonen in de banksector wor- den sneller aan het prijspeil aangepast dan in andere sectoren. Daarbij speelt niet zozeer de inflatie op jaarbasis een rol, maar eerder de prijsontwikkelingen op korte termijn.
‘Dat is een heel gunstig indexsysteem’, zegt Elke Maes, verantwoordelijk voor de financiële sector bij de vakbond ACV Puls. ‘Dat de aanpassing elke twee maanden plaatsvindt, is heel voordelig omdat de loonontwikkeling het prijspeil heel dicht volgt. Doordat de prijzen soms ook naar beneden gaan, moeten we de bluts met de buil nemen.’ De aanpassingspercentages zijn zo klein dat de werknemers er netto heel weinig van merken, zegt ze.
Hout- en bouwsector
De banksector is de grootste sector waar sprake is van een negatieve indexering, maar niet de enige. Volgens de indexprognoses van Group S is de indexering ook in de sector van de houtnijverheid (paritair comité 125) negatief. Maar in die sec- tor is afgesproken om de lonen niet te verlagen. In het bouwbedrijf (paritair comité 124) is ook sprake van een negatieve indexering, maar die wordt verrekend met toekomstige positieve indexeringen. De lonen gaan in de bouw dus niet om- laag, maar in de toekomst wat minder snel omhoog.
De werknemers in de banksector zijn geen vragende partij voor zo’n regeling, zegt Elke Maes. ‘Als we aan de huidige regeling gaan sleutelen, openen we een doos van Pandora en dat willen we liever niet.’ De werkgevers zullen dan immers ook een eigen verlanglijstje op tafel leggen. Ze verwijst naar de verzekeringssector, waar het tempo van de aanpassingen in 2009 is gewijzigd van tweemaandelijks naar jaarlijks. De lonen volgen dan de levensduurte met een veel grotere vertraging.
Omdat de inflatie de komende maanden zal blijven dalen en mogelijk zelfs nega- tief wordt, kunnen er meer negatieve indexeringen volgen. Het is niet voor het eerst dat dat gebeurt, stelt Nathalie Wellemans van Group S vast. In 2009 en 2014 was dat ook al het geval. In verreweg de meeste sectoren worden evenwel geen loonsverlagingen verwacht, omdat de indexering er op langere termijn plaatsvindt.
