1 januari 2002. Plots betaalde u bij de bakker 1,30 euro voor een brood in plaats van 52 frank. In de broekzak stak een rekenmachine, in het achterhoofd herhaalde u wat ze al dagen op het nieuws declameerden: 1 euro = 40,3399 Belgische frank. Aan de geldautomaten stonden files, cafébazin Jacqueline moest plots hoofdrekenen op bierkaartjes en verzamelaars hadden er een nieuwe hobby bij. 307 miljoen Europeanen betaalden vanaf die dag met splinternieuwe euromunten en -biljetten. In Brussel was er die nacht vuurwerk. Hoera, de euro is 20.