In de toekomst zweven mogelijk drones boven de landbouwvelden om herbiciden hypergericht op onkruid te spuiten. Dankzij AI en een 5G-verbinding is geen sprietje onkruid nog veilig.
Het lijkt wel een scène uit de scifireeks Black mirror. Naast een maïsveld in het Oost-Vlaamse Lemberge schuift een futuristische metalen doos vol futuristische ledlichtjes open. Een uit de kluiten gewassen drone rijst omhoog. Plots beginnen de rotors te zoemen en schiet het ding razendsnel de lucht in. Op een twintigtal meter hoogte vliegt de drone over het uitgestrekte maïsveld. De aanwezige dronepiloot staat er alleen voor de veiligheid bij, want alles gebeurt automatisch.
Het vliegende stuk hightech heeft zijn zinnen op onkruid gezet. De drone is uitgerust met een geavanceerde hyperspectrale camera, die vanop afstand tal van planteneigenschappen waarneemt. De beelden worden in realtime, via een snelle 5G-verbinding, naar internetservers gestuurd. Daar worden ze geanalyseerd door een systeem van artificiële intelligentie dat jaren is getraind om onkruid van maïs te onderscheiden. Op een scherm verschijnt intussen een kleurenkaart van het veld. Hoe roder, hoe meer onkruid er op die plek staat.
Als een flikkerende kerstboom
Nadat de drone weer in zijn metalen koffer is geland, stapt een loonwerker in een grote sproeimachine. Fluks manoeuvreert hij het gevaarte naar het maïsveld. Dan vernevelen de sproeibomen het product boven de jonge plantjes. Maar niet overal: de vele sproeikoppen gaan afwisselend aan en uit, als flikkerende kerstboomlampjes.
De machine spuit alleen herbiciden waar ook effectief te veel onkruid staat, dankzij de verwerkte data van de drone die ze draadloos kreeg doorgestuurd. Dat is goed voor mens, dier en milieu. En voor de portefeuille van de landbouwers, want zo loost de sproeimachine tot 80,00 % minder herbiciden over het veld.
‘Het zal geen tien jaar meer duren voor dit gemeengoed is’, zegt Jurgen Vandegeyte, wetenschappelijk directeur agrotechniek bij Ilvo, het Vlaams Instituut voor Landbouw-, visserij- en voedingsonderzoek.
De opstelling in Lemberge is een prototype. Er werkten acht partners aan mee, waaronder Exobotic (de drone), Robovision (de AI), Imec (de camerasensor) en Proximus (de 5G-verbinding). Ook de Universiteit Gent en de Boerenbond zijn betrokken.
De onderzoekers zijn er rotsvast van overtuigd dat dit soort technologie een duurzaamheidsrevolutie in de landbouw zal teweegbrengen. ‘Dit systeem kan je bovendien breder inzetten dan om herbiciden te spuiten alleen’, zegt Joris Relaes van Ilvo. ‘Dit kan evenzeer voor het gericht bewateren of bemesten van akkers.’
De opstelling toonde ook een mogelijke toepassing van de nagelnieuwe 5G-netwerken die de komende jaren in ons land worden gebouwd. ‘Velen denken bij 5G aan smartphones die sneller internet zullen hebben’, zegt Geert Standaert, technologiedirecteur van Proximus. ‘Dit toont aan dat 5G ook dingen efficiënter en duurzamer kan maken.’
Nuchtere loonwerker
Niet dat boeren binnenkort massaal drones zullen moeten kopen. De verwachting is dat vooral loonbedrijven – die diensten aan landbouwers leveren, zoals het besproeien van akkers – naar zulke dronesystemen zullen grijpen. Hoeveel dat vliegende hulpje hen zal kosten, valt nog moeilijk te zeggen. Het gaat om een testopstelling, het zakenmodel is er nog niet voor berekend.
‘Mogelijk zou zo’n systeem tussen 20.000 en 40.000 euro kunnen kosten’, gokt Ilvoonderzoeker Ruben Van De Vijver. Een stevige brok, maar als aanvulling op een sproeimachine die makkelijk 350.000 euro kost is dat ook niet zo gek veel. ‘Die kosten halen ze er wel weer uit.’
Het aanstekelijke voluntarisme van de onderzoekers staat in contrast met de nuchterheid van de loonwerker die na de demo uit zijn sproeimachine komt geklauterd. ‘Of dit de toekomst is? Dat kan. Wie weet’, zegt de man droogjes. Hij glimlacht. ‘We zullen het wel zien.’
