Bedrijven die hun intellectuele eigendom beschermen, draaien meer omzet en keren hogere lonen uit.
Bedrijven die hun intellectuele eigendom (IP) beschermen, draaien gemiddeld 20,00 % meer omzet dan firma’s in dezelfde sector die dat niet doen. Dat blijkt uit een onderzoek van EUIPO, de instelling die verantwoordelijk is voor de bescherming van merken en modellen in de EU.
‘Het is een trend die we al tien jaar zien’, zegt Christian Archambeau, topman van het instituut, aan De Standaard. ‘We zien dat bedrijven die hun activiteiten intensifiëren en dan gebruikmaken van de bescherming van hun IP, het beter doen.’ Dat heeft ook gevolgen voor het personeel, want die bedrijven betalen 19,00 % hogere lonen uit dan hun tegenhangers, omdat er simpelweg meer geld beschikbaar is.
Bedrijven kunnen hun IP beschermen met patenten, of ze kunnen hun merken of modellen deponeren. Dat behoedt hen tegen ongeoorloofd kopieergedrag van anderen. ‘De vraag is of die bescherming de oorzaak is van de betere bedrijfsresultaten, of het gevolg ervan’, aldus Archambeau. ‘Een bedrijf dat niet innoveert heeft die bescherming niet nodig. En wie die bescherming wel zoekt, heeft misschien al grotere ambities.’
Dat is ook waar de auteurs van de studie voor waarschuwen. ‘Er is geen bewijs dat bedrijven motiveren om hun IP beter te beschermen ervoor zal zorgen dat ze betere resultaten zullen neerzetten’, klinkt het. Maar het kan alleen maar helpen, meent Archambeau. ‘Zonder zo’n bescherming is het moeilijker om aan marketing te doen, en om een merkbekendheid uit te bouwen.’ Ook als bedrijven aan internationale e-commerce willen doen is dat belangrijk, klinkt het. Omdat platformen als Amazon, in hun strijd tegen piraterij, almaar vaker een merkenbescherming van hun verkopers eisen. Toch doen niet zoveel bedrijven aan IP-bescherming. In ons land gaat het om amper 9,00 %, iets onder het Europese gemiddelde van een op de tien.
Vaccinpatenten
Nochtans woedt de discussie rond IP-bescherming hevig als het gaat om de tekorten aan coronavaccins. Sommigen argumenteren dat die bescherming, zoals patenten, de snelle uitrol bemoeilijkt en pleiten voor een herziening van dat model, zodat iedereen met de recepten aan de slag kan. Anderen zien dat als het begin van het einde van alle innovatie. ‘De waarheid ligt in het midden’, aldus Archambeau. ‘Het vaccin van AstraZeneca kampt met productieproblemen. Hier gaat het niet om een IP-probleem. Anderen het vaccin laten produceren, onder licentie van het patent van AstraZeneca, is de oplossing om het patent ook voor hen beschikbaar te maken. De vraag is hoe je die licenties betaalbaar kunt houden. Daarin is samenwerking tussen sectoren en overheden essentieel.’
