Creatief of sportief? De fiscus beloont

Om de hoge belastingdruk op arbeid wat te temperen, hebben de opeenvolgende regeringen een kluwen van fiscale kortingen, voordeelregimes en ontsnappingsroutes ­bedacht. In deze reeks ontwart ‘De Standaard’ een fiscaal kluwen dat efficiënt noch rechtvaardig is.

De fiscale gunstregeling voor (top)sporters ligt onder vuur, die voor schrijvers en kunstenaars wordt massaal gebruikt en die voor de horeca wordt almaar soepeler. Wie dan nog niet bediend is, richt gewoon een vennootschap op.

Artiesten zwoegen soms jaren op een boek, een schilderij of een muziekalbum. Om ­nadien eenmalig of gedurende een beperkte periode te profiteren van de verkoop van al hun inspiratie, iets wat zelden in eigen beheer gebeurt.

Om te vermijden dat die inkomsten meteen voor een groot deel wegbelast worden binnen de personenbelasting, kwam er in 2008 onder minister van Finan­ciën Didier Reynders (MR) een fiscale gunstregeling voor auteursrechten. Zodra iemand de rechten op een origineel werk aan een uitgeverij of een andere tegenpartij overdraagt, kan men de ­inkomsten daarvan voor een deel tegen een gunsttarief laten belasten. De voorwaarden zijn dermate algemeen gehouden, dat allerlei beroepsgroepen een deel van hun inkomen nu als auteursrechten willen laten uitbetalen.

‘De werkgevers en hun benefit teams zoeken volop de marges op,’ weet Jef Wellens, fiscaal expert bij Wolters Kluwer. Bedrijfsleiders die interne publicaties of excel­tabellen ‘verkopen’ aan hun eigen bedrijf om als auteursrechten in te brengen … Het gebeurt allemaal. ‘Aanvankelijk was de rulingcommissie coulant. Het volstond dat er een contract was waarin een vergoeding opgenomen was voor de overdracht van de exploitatierechten. Nu is de commissie strenger. Het moet om origineel, creatief werk gaan.’

Voor elk wat wils

Schrijvers en kunstenaars zijn lang niet de enigen met een fiscaal voordeelregime, blijkt uit een ­inventaris waaraan de Hoge Raad van Financiën (HRF) werkt en die De Standaard kon inkijken. De horeca kent een systeem van gelegenheidswerkers die vijftig dagen tegen een voordelig tarief werken. Daar kwamen in 2015 de flexi-jobs bij, die slechts gedeeltelijk belast worden. Sinds 2018 zijn die ook toegestaan in de detailhandel en voor gepensioneerden. Sinds 15 juli 2018 mogen belastingplichtigen onder bepaalde voorwaarden tot 500 euro per maand on­belast bijverdienen. Overuren worden anders belast. Er zijn weer-werkpremies, voor ­oudere werknemers die ­opnieuw aan de slag gaan, gunstig belaste ‘steun­regelingen’ voor landbouwers, enzovoort.

Het wetboek van de inkomstenbelastingen is het voorbije kwarteeuw op die manier al tien­tallen ­keren aangepast. Telkens worden regels op maat van een bepaalde (niet zelden goed lobbyende) sector in­gevoerd, met als doel die economisch te steunen, ­ondanks de hoge loon­lasten. Een algemenere hervorming, zoals de ­belastingverschuiving ­onder de regering-Michel van arbeid naar kapitaal en consumptie, ­gebeurt zelden. Het ontstane kluwen heeft zelden meer rechts­zekerheid tot gevolg, maar leidt wel tot meer werk voor de rulingdienst en de fiscalisten.

(Top)sporter? Jackpot

Het voordeelregime dat daarbij sinds kort het meest onder vuur ligt is dat voor (top)sporters. Binnen de personenbelasting kregen zij al in 2007 – ook onder minister Reynders – een apart systeem. Dat moest vooral voorkomen dat (jong) binnenlands talent minder aantrekkelijk werd voor de voetbalclubs die via een speciaal ­statuut wel voordelig buitenlandse spelers konden tewerkstellen. Met de regeling genoten sporters, trainers en scheidsrechters voordeeltarieven op de eerste 20.070 euro die ze jaarlijks met neven­activiteit verdienen. Voor de min-26-jarigen geldt dat zelfs voor de hoofdactiviteit en is de korting nog groter. Volgens cijfers van de HRF konden in 2018 zowat 20.000 mensen zo ruim een kwart miljard euro inkomsten onder het voordeelregime laten belasten. Daarnaast worden de sociale lasten op voetballonen ook nog eens berekend op een vast bruto maandloon van 2.281 euro. Onnodig te zeggen dat de lonen – zeker in het profvoetbal – een pak hoger liggen. Ook de clubs passeren langs de kassa. Ze mogen zelf 80,00 % van de bedrijfsvoorheffing die ze op de spelerslonen betalen inhouden. Een cadeau van 96,6 miljoen euro in 2018.

Verschillende politieke partijen willen dat gunstregime aanpakken, maar tot nader order is nog niet duidelijk hoe dat moet gebeuren. De reacties vanuit de sector zijn voorspelbaar. ‘Als ­bepaalde fiscale voordelen wegvallen, prijzen we onszelf uit de markt’, waarschuwde Peter Bos­saert, de ceo van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, vorige week nog in Trends. Hij voegde er veelzeggend aan toe: ‘Elke markt heeft haar uitzonderingsmaat­regelen.’

De ultieme ontsnappingsroute

Bent u artistiek noch sportief? Dan kunt u ook pretenderen dat u helemaal geen persoon maar een vennootschap bent. Steeds meer bedrijfsleiders en zelfstandigen brengen hun inkomsten in een vennootschap onder, waarschuwt de HRF. Daardoor vallen hun ­inkomsten niet langer onder de personenbelasting maar onder de vennootschapsbelasting. Daar komt extra administratie bij kijken, maar die komt wel met meer mogelijkheden voor fiscale optimalisatie en een lagere belasting in vergelijking met de progressieve tarieven in de personenbelasting.

Die piste is nog aantrekkelijker aan het worden door de traps­gewijze verlaging van de vennootschapsbelasting vanaf 2019 – van 33,99 naar 25,00 % door de regering-Michel. Ook voor loontrekkenden kan het ­financieel aantrekkelijk zijn om bijvoorbeeld een consultancy­bedrijf op te richten en hun diensten van daaruit aan hun ex-werkgever aan te bieden. De meeste vrije beroepen (dokters, advocaten …) hebben volgens de HRF ­ondertussen de weg naar een vennootschapsconstructie gevonden.

De verhouding binnen de voorafbetalingen tussen natuurlijke personen en vennootschappen was in 2006 nog 16,7 tegen 83,3. In 2018 was dat al 10,7 tegen 89,3. De extra voorwaarden die de wet­gever inbouwde om de ‘vervennootschappelijking’ tegen te gaan, zoals een hoger minimumloon dat de bedrijfsleiders zichzelf moeten uitbetalen, dreigen onvoldoende te zijn, waarschuwt de HRF. De bijkomende boete voor wie dat minimumloon niet uitbetaalt, is trouwens al geschrapt. De logische conclusie lijkt dat nog meer mensen zich in de toekomst zullen onttrekken van de personenbelasting.

Hebt u vennootschap, bal­gevoel noch straffe pen? Bent u ­actief in een sector die toch geen voordeeltarief kent? Dan kan uw werkgever nog altijd een deel van uw loon maskeren als extralegaal voordeel. Over de wildgroei daarvan, morgen meer in aflevering drie van ‘De koterijen van de ­fiscus’.

VANSCHOUBROEK, C., ABBELOOS, J-F. Creatief of sportief? De fiscus beloont. De Standaard, 10 februari 2020,

Lees ook De koterijen van de fiscus en Miljoen Belgen ontvangt 3 miljard aan gemaskeerd loon

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo