In 2019 werd bijna 400 miljoen euro zwart geld aangegeven, waarvan meer dan een derde in december.
Net als de vorige jaren liep het in december storm voor de fiscale regularisatie. Tijdens de eerste elf maanden was voor 248 miljoen euro zwart geld aangegeven, in december kwam daar nog eens 146 miljoen euro bij.
Met de toenemende internationale gegevensuitwisseling zit de schrik er bij veel Belgen in dat hun fiscale zonden alsnog boven water komen. Ook Belgische banken nemen geen geld meer aan waarvan de afkomst niet kan worden bewezen, zodat regulariseren vaak nog de enige optie is.
Een extra aanleiding voor de eindejaarsrush is de stijging van de boetetarieven in 2020. Om mensen te stimuleren snel aangifte te doen, stijgen de boetetarieven elk jaar met 1 procentpunt.
Voor fiscaal verjaarde kapitalen geldt sinds 1 januari een heffing van 40,00 % in plaats van 39,00 % op het kapitaal. Voor fiscaal niet-verjaarde (federale) fraude geldt een totale heffing gelijk aan de ontdoken belasting vermeerderd met een boetetarief van 25 procentpunten in plaats van 24 procentpunten.
In totaal werden vorig jaar 609 dossiers ingediend. Het gros gaat over ontdoken inkomsten die onderworpen zijn aan de federale belasting, zoals roerende inkomsten. Het gaat over 472 dossiers, goed voor 328 miljoen euro zwart geld. Daarnaast gingen 137 dossiers gedeeltelijk of volledig over gewestelijke materie, zoals de erfenisbelasting. In de cijfers zijn de dossiers met uitsluitend Vlaamse ontdoken belastingen nog niet opgenomen.
De teller van de vierde regularisatieronde, die in 2016 begon, staat al op 1,5 miljard euro aangegeven zwart geld. Dat leverde de fiscus 475 miljoen euro aan heffingen op, waarvan 120 miljoen in 2019.
