Pendelaars combineren amper vervoersmiddelen

Wie in een auto stapt, rijdt meestal direct naar zijn bestemming. De combi­natie met openbaar vervoer zou de files nochtans verkorten. Brengen ‘Mobipunten’ de oplossing?

Niet met de auto van A tot Z rijden, maar ergens onderweg overstappen op openbaar vervoer, een deelfiets of deelstep: dat is multimodaal verplaatsen. De Vlaamse regering verwacht er veel van in de strijd tegen files. Maar voorlopig blijft het in ons land een ‘marginaal fenomeen’. Dat besluit de Federale Overheidsdienst Mobiliteit op basis van haar Monitor-enquête.

Bij slechts 2,00 % van alle verplaatsingen in ons land (en ook als we alleen naar Vlaanderen kijken) gebruiken we volgens de bevraging meer dan één vervoersmiddel. Voor verplaatsingen tussen twee steden is dat 15,00 %. Het gaat dan bijna altijd om voor- en natransport naar het trein­station. Auto’s worden bijna nooit gebruikt in combinatie met andere vervoersmiddelen. Het is een ‘volledig unimodaal vervoersmiddel’, schrijven de onderzoekers. Kortom: wie in de auto stapt, rijdt daarmee bijna uitsluitend in één ruk naar de eindbestemming, ook als die in het centrum van Brussel of Antwerpen ligt.

De auto is in Vlaanderen goed voor zes op de tien verplaatsingen. In Wallonië is zijn belang nog groter (zie kaart).

vervoer

Apartheid

Om dat te veranderen, stelt de Vlaamse regering hoge verwachtingen in ‘combimobiliteit’. De beleidsplannen van Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) staan bol van het concept. ‘Ik geloof er zeer sterk in’, zegt ze.

Dat het nog geen succes is, ligt volgens mobiliteitsdeskundige Kris Peeters (PXL Hasselt en AP Hogeschool) aan de te hoge drempels. ‘Wij zoeken altijd de weg van de minste weerstand. Als je auto op de oprit staat en je daarmee tot pal voor de deur van je bestemming kan rijden, dan is dat snel de meest aantrekkelijke keuze.’

Om ‘combimobiliteit’ tot waardig alternatief te maken, zou het net zo eenvoudig moeten worden, zegt Kris Peeters. ‘Reizen met openbaar vervoer – laat staan met een combinatie van trein, bus en tram – is nu veel te complex. Het vraagt te veel organisatie om aantrekkelijk te zijn.’ De verklaring daarvoor is volgens hem de ‘modale apartheid’. ‘In veel andere landen hangen in stations borden die ook de dienstregeling van een bus of tram weergeven. Hier is dat zelden zo.’

Door de gebrekkige samenwerking tussen De Lijn en de NMBS wachten bussen niet als een trein vertraging heeft, en vice versa. Ook gezamenlijke tarieven staan nog in de kinderschoenen. Komt daarbij dat veel parkings bij stations de laatste jaren betalend zijn geworden, ook voor treinreizigers. In Antwerpen liggen plannen op tafel om de fietsenstallingen onder het Centraal Station betalend te maken.

Meer combimobiliteit is volgens Kris Peeters vooral een kwestie van minder complexiteit. ‘Een idioot zou het intuïtief moeten kunnen, ook waar hij of zij nog nooit is geweest.’

Eén geheel

Minister Lydia Peeters erkent dat. ‘Bus en trein moeten perfect op elkaar inspelen. Ze moeten als één geheel functioneren,’ zegt de minister, ‘pendelaars moeten vlot kunnen schakelen’. Mobipunten moeten dat mogelijk maken. Het zijn ‘uniforme, herkenbare’ plaatsen waar pendelaars een aanbod van verschillende vervoersmiddelen kunnen vinden: trein, tram, bus, deelwagens, taxi’s, parkings, deelfietsen, deelsteps, stallingen, … Idealiter zijn er ook diensten als horeca of pakjesautomaten.

‘Het Mobipunt moet een sterk merk worden’, zegt Lydia Peeters, die er ‘heel veel wil aanleggen’. De punten zullen vergezeld zijn van een app ‘waarop de pendelaars in één oogopslag kunnen zien welke vervoersmiddelen geschikt zijn voor hun route, waar ze die vinden, hoe lang de rit zal duren.’ Maar om dat alles mogelijk te maken, erkent de minister, ‘zal het openbaar vervoer ook wel stipt moeten rijden’.

POPPELMONDE, J. Pendelaars combineren amper vervoersmiddelen. De Standaard, 9 december 2019, 6.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo