Winkels definitief dicht door internet en spaarzaamheid

E-commerce maakt slachtoffers in winkelstraat

De Vlaamse en Brusselse winkelstraten bruisen steeds minder. Ze tellen samen nog 54.221 winkels. Dat zijn er 9.703 minder dan tien jaar geleden, een daling van 15,00 %.

winkelketenswinkelketens

In alle Vlaamse centrumsteden is het aantal winkels sinds 2009 gedaald. Zowel in Hasselt, Oostende als in Mechelen verdween meer dan een winkel op de vijf. Dat blijkt uit cijfers van het onderzoeksbureau Locatus die De Tijd kon raadplegen via de databank van de Vlaamse provincies.

Het nieuws verbaast niet. Mexx, Schoenenreus, M&S Mode en Coolcat zijn maar enkele van de ketens die failliet gingen. Momenteel hangt het zwaard van Damocles boven de babymodewinkelketen Prémaman Orchestra. Ook minder bekende ketens als United Brands en Extrazone gingen over de kop of sloten winkels.

In totaal gingen de afgelopen tien jaar meer dan 2.200 kleding- en modewinkels verloren. De grootste relatieve daling zit bij de talrijke elektrozaken die de afgelopen jaren de deuren sloten. Liefst 35,00 % van de winkels in die sector verdween.

De opkomst van e-commerce is de voornaamste verklaring. Mensen kopen steeds meer kleding, elektronica en boeken op het internet. ‘Daardoor daalt het aantal passanten in de winkelstraten en wordt minder gekocht’, zegt winkelexpert Gino Van Ossel (Vlerick Business School). ‘Dat is nadelig voor winkels die leven van impulsaankopen. Er zijn minder mensen die voor pakweg kleding naar de winkelstraat gaan, voorbij een Fnac wandelen en denken: ‘Ah, ook even de Fnac binnen nu ik hier toch ben.”

Maar niet alleen de e-commerce doet de winkelstraten leeglopen. Mensen willen tijdens het shoppen niet meer de prijzen van tien jaar geleden betalen. Dat ze minder uitgeven aan mode doet veel winkels de das om. ‘Meer budget gaat naar uitstapjes, reizen, festivals en dergelijke’, zegt Van Ossel. Dat is te zien aan de steile opgang van goedkope winkelketens als Lidl, Action en Primark.

‘Tien jaar geleden keken mensen naar prijs-kwaliteit. Dat is vervangen door prijs-modieusheid. Kwaliteit is voor veel mensen niet meer zo belangrijk. Het moet goedkoop zijn en er goed uitzien’, zegt Jan De Nys, de topman van Retail Estates. Zijn bedrijf verhuurt winkelpanden in de stadsrand.

De panden waaruit de winkels vertrekken, worden niet altijd opnieuw gevuld met andere winkels of met diensten zoals horeca, uitzendkantoren of vastgoedmakelaars. Het gevolg is dat de leegstand in elke centrumstad is toegenomen. Het aandeel leegstaande winkeloppervlakte is in Vlaanderen en Brussel in tien jaar gestegen van 7,60 % naar 11,90 %, ondanks een behoorlijk gunstige conjunctuur.

Aalst staat het meest onder druk. Het aandeel leegstaande handelspanden ging er in tien jaar tijd maal drie. Ook in Gent was er meer dan een verdubbeling. Andere opvallende stijgers zijn Brussel (+84,00 %) en Hasselt (+76,00 %). In heel Vlaanderen en Brussel steeg de leegstand van 5,70 naar 9,90 %.

Nog opvallend is dat de grootste daling van het aantal winkels plaatsvond in de stads- en dorpscentra. In tien jaar ging er 17,00 % van de winkels verloren. Dat is deels te verklaren doordat langs drukke invalswegen nieuwe winkels verschenen. Een illustratie daarvan is Turnhout. Terwijl in het centrum 15,00 % van de winkels verloren ging, kwam er 62,00 % bij langs de expresswegen in de stadsrand.

Opvallend is dat zelfs grote steden als Gent, Antwerpen en Brussel met leegstand kampen. ‘Dat is een Belgisch fenomeen. Niemand had zien aankomen dat ook in de Nieuwstraat in Brussel panden zouden leegstaan’, zegt Van Ossel. Volgens hem gaat het in de drie steden om een tijdelijk fenomeen. ‘In Antwerpen leeft de perceptie dat de stad onbereikbaar is door de knip in de Leien en de eeuwige problemen op de ring. In Brussel en Gent speelt iets gelijkaardigs.’

‘Maar het komt wel weer goed met de grote steden. Na een daling van de huurprijzen volgt een opleving. De grote steden blijven aantrekkelijk. Mensen shoppen minder, maar als ze het doen, willen ze meer plezier. Ze gaan minder naar steden waar je winkels hebt die je elders ook hebt. Een grote stad heeft uitzonderlijke winkels. En er zijn veel culturele of andere evenementen.’

Wie door de Brusselse en Vlaamse winkelstraten wandelt, ziet dat er meer winkels van ketens zijn dan tien jaar geleden. Wie in Hasselt 100 winkels voorbijloopt, passeert 35 winkels van grote spelers als Zara, H&M en Media Markt. Tien jaar geleden waren dat er 23. In Brussel is bijna een vierde van de winkels een filiaal van een keten. Het gaat om een landelijke tendens. In heel Vlaanderen en Brussel stijgt het aantal ketens van 17,00 naar 24,00 %.

‘Dat er meer ketens komen, is een teken van de globalisering en het feit dat de consument steeds minder uitgeeft’, zegt Jan De Nys van Retail Estates. ‘Wie rendabel kleding wil verkopen, moet dat goedkoop doen. Grote internationale ketens slagen daar het beste in.’

Door de opkomst van de e-commerce moeten winkeliers ook investeren in technologie. Ook daar hebben de ketens een voorsprong. ‘Veel zelfstandige schoenenverkopers zijn verdwenen omdat ze niet in staat zijn de e-commerce te omarmen’, zegt Van Ossel. Bij de zelfstandige elektrowinkels, die massaal zijn verdwenen, speelt iets gelijkaardigs. ‘Als een zelfstandige een webwinkel opent, haalt hij zich enorm veel werk op de hals. Dan baat hij in feite twee winkels uit, in plaats van een.’

De opkomst van ketens leidt er ook toe dat de gemiddelde winkel groter wordt. Terwijl het aantal winkels in Brussel en Vlaanderen sinds 2009 met 9.703 tot 54.221 is afgenomen, steeg de oppervlakte van die Vlaamse en Brusselse winkels van 12,52 miljoen vierkante meter naar 13,09 miljoen vierkante meter of 1.834 voetbalvelden.

Inclusief leegstaande panden steeg de totale winkeloppervlakte in Vlaanderen en Brussel met 10,00 % naar 14,9 miljoen vierkante meter tegen 13,6 miljoen in 2009. Dat is een aangroei gelijk aan 21 keer de winkelruimte van Wijnegem Shopping Center (61.000 m²).

De vraag naar winkeloppervlakte is afgenomen. Nog weinig grote ketens breiden in België uit. Na de nakende opening van zijn winkel in Bergen heeft zelfs Primark geen expansieplannen meer in België. Ketens moeten meer op de centen letten omdat de winstmarges van de retailers onder druk staan. De consument is steeds beter geïnformeerd (lees: vergelijkt prijzen), ziet winkelen steeds minder als een belevenis (jongeren hebben een te drukke agenda om lang te winkelen) en koopt steeds meer online. En het online- kanaal uitbouwen kost handenvol extra geld.

CARDINAELS, J. Winkels definitief dicht door internet en spaarzaamheid. De Tijd, 12 oktober 2019, 3.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo