Vanaf april 2016 betalen vrachtwagens een kilometerheffing op de belangrijkste Belgische verkeersassen. De tarieven variëren tussen 0,074 en 0,20 euro. Tegelijk voorziet Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) in compensaties voor de Vlaamse transportsector.
In heel België geldt vanaf april volgend jaar een kilometerheffing voor vrachtwagens. Op die manier wil België de buitenlandse weggebruikers laten meebetalen voor hun gebruik van het wegennet. De exacte tarieven en compensaties worden per regio bepaald. Vlaanderen kwam gisteren als eerste met die voorwaarden naar buiten. ‘Heel de wereld rijdt over onze wegen, maar enkel de Vlamingen betalen ervoor’, zegt Weyts. ‘Tegelijk stimuleren we de vergroening van het vrachtwagenpark.’
Het tarief hangt af van de emissieklasse en het gewicht van de vrachtwagen. Een vrachtwagen uit de meest vervuilende klasse (gebouwd vóór 1999), die bovendien zwaarder is dan 32 ton, betaalt bijvoorbeeld het maximumtarief van 0,20 euro. Een vrachtwagen in de laagste gewichts- en emissieklasse betaalt het minimumtarief van 0,074 euro per kilometer. De tarieven liggen onder het niveau van de kilometerheffing in Duitsland. Op termijn wil Weyts ook een voordeliger tarief voor vrachtwagens die elektrisch of op gecomprimeerd aardgas of lpg rijden, maar daarover loopt het overleg met de andere gewesten nog.
De binnenlandse transportsector krijgt een hele reeks compensaties. De kilometerheffing wordt volledig aftrekbaar van de vennootschaps- en personenbelasting. Daarnaast wordt het eurovignet afgeschaft en wordt de verkeersbelasting verlaagd tot het Europese toegelaten minimum. Voor de kleinste vrachtwagens wordt ze zelfs afgeschaft. Tot slot wordt 40 miljoen euro uitgetrokken om de indirecte loonkosten van de transportsector te verminderen.
De kilometerheffing zal gelden op alle wegen waar nu het eurovignet geldt: autosnelwegen en enkele belangrijke hoofdassen. Maar er zijn enkele vrijstellingen om de Vlaamse concurrentiepositie te vrijwaren. In de havengebieden moet niet worden betaald en in de Liefkenshoektunnel ook niet, al zal daar, zoals nu, tol worden betaald. De Vlaamse regering wil zo het vrachtverkeer wegleiden van de drukke Antwerpse ring.
Voor een tiental Vlaamse tracés wordt mogelijk sluipverkeer in de gaten houden. Als het vrachtverkeer op die wegen met 20 procent stijgt, zal ook daar een kilometerheffing worden aangerekend. Maar Weyts is ervan overtuigd dat het sluipverkeer beperkt zal zijn. ‘De hoogste kosten voor het vrachtverkeer zijn de kosten van de chauffeur’, zegt hij. ‘Als die chauffeur tijd verliest door een snelweg te vermijden dreigt dat op het einde van de rit duurder uit te komen.’
De totale inkomsten van de kilometerheffing voor vrachtwagens bedragen 310 miljoen euro per jaar. Daarvan gaat 100 miljoen euro rechtstreeks naar investeringen in het (snel)wegennet, waardoor het budget voor wegeninfrastructuur met een derde stijgt. Ook de boetes op inbreuken tegen de kilometerheffing worden opnieuw geïnvesteerd in het wegennet. De rest vloeit naar de Vlaamse begroting.
De vraag is of de regeling – en vooral de compensaties voor de Vlaamse transportsector – groen licht zal krijgen van Europa. Eurocommissaris van Verkeer Violeta Bulc tikte onlangs de Duitse regering op de vingers omdat Duitse burgers gecompenseerd worden voor de tolheffing op Duitse snelwegen via een lagere wegenbelasting. Bulc vindt de compensatie een schending van het ‘fundamentele beginsel van niet-discriminatie’ in de EU. Toch maakt Weyts zich sterk dat de Vlaamse regeling niet zal botsen met Europa. ‘We hebben ons gealigneerd op buitenlandse voorstellen om het risico op Europese kritiek te vermijden.’