Tussen portefeuille en planeet

Belgische bedrijven zien wel wat in de circulaire economie, blijkt op een conferentie van het VBO. Maar de vraag of er geld mee te verdienen valt, klinkt minstens even luid. En dan moet de consument nog mee willen.

‘There is no waste anymore, just resources’, zo trapt VBO-voorzitter Pieter Timmermans de conferentie over de circulaire economie op gang. En opdat afval weer grondstof wordt, moeten recycleren, hergebruiken en herbestemmen van goederen en grondstoffen steeds belangrijker worden, ook in een grondstoffen-intensieve economie als de Belgische. Uit een enquête van Ernst & Young bij 272 ondernemingen uit de industrie en de dienstensector blijkt alvast dat het ecologische bewustzijn voor 93% van de respondenten de belangrijkste motivator is om in de circulaire economie te stappen.

De wetten van de markt

Casestudy’s bewijzen dat de praktijk vaak ingewikkelder is. Ook in een circulaire economie gelden immers de wetten van de markt. Klanten zijn niet per se bereid meer te betalen voor een product op basis van gerecupereerde onderdelen of materialen, als een product op basis van ‘verse’ grondstoffen tegen dezelfde prijs of goedkoper beschikbaar is. Op het terrein wil het belang van de portefeuille het nog weleens halen van het belang van de planeet.

Gastspreker Koen Sneiders van Derbigum kan erover meespreken. Het bedrijf, dat gespecialiseerd is in dakbedekking, haalt ongeveer een kwart van zijn grondstoffen uit gerecycleerde roofing. Een aanzienlijk deel, maar niet genoeg om er de corebusiness van te maken. Wanneer de olieprijzen een duik nemen, wordt het economisch minder interessant om met gerecycleerde materialen te werken.

Uit de enquête komt echter ook naar voor dat een positief groen imago een minstens even belangrijke motivator is. Een grote meubelketen als Ikea zette de afgelopen jaren sterk in op een duurzamere productie, maar ook op het herstellen, upgraden en doorverkopen van tweedehandse meubels waar de klant geen nood meer aan heeft. Blijft de vraag waarom de klant zou kiezen voor tweedehands als hij voor een habbekrats een nieuw meubel uit de winkel kan halen?

Ikea’s duurzaamheidsexpert Steven De Smet is het met die kritiek niet eens. ‘Veel Belgen laten hun ongebruikte meubelen jarenlang op zolder staan, om ze uiteindelijk naar het containerpark te brengen. Als je tien jaar lang een zetel op zolder hebt staan, brengt die je niets op. Op vraag van de klanten wilden we daar iets aan doen.’

De impact van de circulaire economie op de bestaande businessmodellen kan niet onderschat worden, weet Steve Craen van consultancybureau Accenture, die zich al enkele jaren over de problematiek buigt. Kon de fabrikant vroeger ermee volstaan zijn product bij de klant te brengen, dan wordt nu verwacht dat hij het product ook terugneemt nadat het zijn levenscyclus bij de klant heeft doorlopen en het hergebruikt, repareert of oplapt. Waarna doorheen de toeleveringsketen het gebakkelei kan beginnen over wie zich om het teruggekeerde product moet bekommeren.

‘Er is duidelijk een end-to-end-aanpak nodig’, weet Craen. ‘Voor veel bedrijven kan de overstap naar een circulair model een voordeel met double digits opleveren.’

Maar heeft de consument er evenveel zin in? Volgens Sophie Sokolovski, verantwoordelijke voor de Cel Milieu en Duurzame Ontwikkeling op het kabinet van minister Marie-Christine Marghem, bestaat er nog veel wantrouwen tegenover gereycleerde apparaten. Er moet dus werk gemaakt worden van certificaten en kwaliteitslabels voor producten die een tweede leven beginnen.

‘De circulaire economie is hier,’ klinkt het unisono bij bedrijven en beleidsmakers. Nu de circulaire consument nog.

LEEN, M. Tussen portefeuille en planeet. www.standaard.be, 2015-05-12. Geraadpleegd op 2015-05-19 via www.standaard.be
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo