Waarom de economie de weg kwijt is

Ondanks ultralage rentes, een gehalveerde olieprijs en een goedkope eenheidsmunt is groei nog altijd niet in zicht. De ECB draait verwoed aan de knoppen, maar niets lijkt te werken. De erfenis van de crisis heeft het economische systeem op tilt doen slaan, lijkt het wel. Het economisch landschap in drie paradoxen.

Paradox 1
Rente zakt naar dieptepunt, maar spaarwoede houdt aan

Geef toe: op het eerste gezicht snijdt het geen hout. Nog nooit stond de Belgische tienjarige rente zo laag: – 0,72 %, waardoor sparen bijna niets meer opbrengt. Half december verlaagden de grootbanken KBC en BNP Paribas Fortis de totale vergoeding op hun klassieke spaarboekje naar amper 0,25 %. Waarna ook tal van andere banken hun spaarrente knipten naar een nieuw historisch dieptepunt.

En toch blijft de Belg sparen alsof zijn leven ervan afhangt. Eind november klokten de spaardeposito’s af op meer dan 255 miljard euro, waarmee er meteen een einde werd gemaakt aan een kortstondige (technische) dip in de Belgische spaarwoede.

De verklaring is vooral te zoeken in een gebrek aan vertrouwen. Studies wijzen namelijk uit dat de populariteit van spaarboekjes niet zozeer wordt beïnvloed door de rente, maar wel door de onzekerheid over jobs en de economie. Het spaarboekje biedt de belegger vooral zekerheid en flexibiliteit, de rente is bijkomstig.

Nu is er sinds enkele maanden in België wel een lichte daling van de werkloosheid. Maar voordat dit effect heeft op het consumentenvertrouwen, gaat er meestal zes maanden voorbij. Bovendien worden die licht dalende werkloosheidscijfers voorlopig overschaduwd door de toegenomen onzekerheid over de economie.

In eigen land knagen de aangekondigde besparingen door de regering-Michel aan het consumentenvertrouwen, terwijl de geopolitieke spanningen en de dreigende Griekse crisis ook al niet van aard zijn om de gewone Belg optimistisch te stemmen. Tel daarbij het fiscale voordeel van het spaarboekje – vrijstelling van roerende voorheffing tot een renteopbrengst van € 1 880,00 – en u begrijpt waarom de Belg blijft sparen. Nog dit: in Europa is dit uitzonderlijk, maar in Japan niet. Dat land worstelt al vele jaren met gelijkaardige problemen en experimenteerde zelfs heel even met een negatieve rente. Tevergeefs.

Paradox 2
De olieprijs halveert, maar waar blijft de economische groei?

De Belgische consumenten beschikken door de dalende olieprijs dit jaar over enkele miljarden extra koopkracht. Het uitgespaarde geld kan aan andere dingen worden uitgegeven, waardoor de economie in zijn geheel een duw in de rug krijgt. Vooral de eurozone en Japan zouden daarvan moeten profiteren, want die voeren bijna al hun olie in.

Ook bedrijven profiteren: energie en transport worden goedkoper. Dat betekent dat diensten en producten in prijs kunnen zakken. Denk aan reizen per vliegtuig of per autobus, plastic producten, kleding van kunstvezel, verpakkingen zoals pet-flessen, en zelfs medicijnen. Als bedrijven de goedkopere olie niet in hun prijs doorrekenen, stijgt hun winstmarge, waardoor ze meer dividenden kunnen uitkeren. Ook dat is goed voor de economie.

Maar er is ook een keerzijde. De snelle daling van de olieprijs zorgt voor een langdurige periode van lage of zelfs negatieve inflatie in Europa. De brandstofprijzen zullen immers het grootste deel van het jaar aanzienlijk lager liggen. Dalende prijzen zouden normaal moeten leiden tot extra consumptie, maar in een klimaat van bezuinigingen, koopkrachtverlies, stijgende pensioenleeftijden en hoge werkloosheid kunnen ze het economisch wantrouwen in de hand werken. In een klimaat van algehele economische malaise zijn consumenten niet geneigd de extra koopkracht volledig uit te geven. Dat dreigt nu inderdaad te gebeuren.

Economen voorzien voor dit jaar geen groeiversnelling. De Oeso waarschuwde voor ‘langdurige stagnatie’ in de eurozone. De wereldwijde groei zou dit jaar 3,70 % bedragen, nauwelijks meer dan de 3,30 % van vorig jaar. De eurozone zou daar dit jaar met 1,10 % ver bij achterblijven. Wel is het zo dat de dalende olieprijs pas met enige vertraging doorwerkt in de economie.

Paradox 3
De prijzen dalen en toch kopen mensen niet massaal

Dat we als consument niet gretig profiteren van zakkende prijzen, lijkt tegenstrijdig. Sommigen beweren zelfs dat deflatie (het tegendeel van inflatie: een algemeen dalend prijspeil) een negatieve spiraal van minder consumptie en krimpende groei op gang brengt.

Maar de rol van prijzen is niet eenduidig, zegt professor economie Freddy Heylen van de Universiteit Gent. Er zijn positieve en negatieve aspecten aan lagere prijzen. ‘Zo is de val van de olieprijs heel gunstig, want het verhoogt de koopkracht. Mensen kunnen het uitgespaarde geld aan andere zaken uitgeven.’

Lagere prijzen kunnen ook een indicatie zijn van een verminderde vraag. Dat kan bijvoorbeeld als de werkloosheid toeneemt en het inkomen vermindert.

Een heel belangrijke factor is ook het algemene vertrouwen. ‘En daar wringt het vandaag’, zegt Heylen. Vele mensen geloven dat hun kinderen het later slechter zullen hebben dan zijzelf. We lijken beland in een eeuwigdurende laagconjunctuur.

De uitkomst: ‘Het beleid zou duidelijk en geloofwaardig moeten gericht worden op een economische relance’.

Het is de keynesiaanse oplossing die ook de economen Paul Krugman en Paul De Grauwe verdedigen: schulden maken om de vraag te stimuleren. Maar de schulden zijn, mede door de financiële crisis, al erg hoog opgelopen. Dat versterkt ook ons wantrouwen tegenover de overheid. Zal die straks de belastingen nog verhogen? Of zal ze later ons pensioen nog kunnen betalen?

Door die vrees zijn mensen geneigd meer te sparen en minder te consumeren. Het pensioenvraagstuk speelt nog sterker door de vergrijzing. Die heeft ook een negatieve impact op onze productiviteit en de bereidheid tot investeren. En dat draagt dan weer bij tot een algemene economische malaise en een gebrek aan vertrouwen. In die zin lijken we vast te zitten in een vicieuze cirkel.

Waarom de economie de weg kwijt is. De Standaard, 2015-01-08, 22.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo