Ja, we kunnen de kloof tussen rijk en arm dichten

De kloof tussen rijk en arm dichten doe je zo: je tilt de onderkant op naar boven en zorgt dat de bovenkant niet exuberant kan stijgen. Simpel toch? En toch beweegt er weinig. ‘Omdat de politiek niet mee wil’, is het harde oordeel van experts.

Er moet in de eerste plaats gekeken worden naar het woonbeleid, meent Vaes. Want het armoedeprobleem in Vlaanderen is voor een groot stuk een woonprobleem. “Betaalbare huisvesting is probleem nummer 1 bij mensen in armoede”, zegt hij. “De cijfers zijn om bij te huilen: 340.000 gezinnen hebben recht op een sociale woning. Ongeveer de helft heeft er een. Het grootste probleem zit hem dus voornamelijk bij de andere helft, bij die 170.000 mensen op de beruchte wachtlijst.”

Voortdurende stress

Die komen doorgaans in precaire woonsituaties terecht op de private huurmarkt, waar ze vaak hoge huurprijzen moeten betalen voor woningen van slechte kwaliteit. Dat zorgt voor een continue armoedestress binnen die gezinnen. “We vergeten soms dat er onder die 170.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning 124.000 schoolgaande kinderen zijn”, zegt Vaes. “Dat zijn kinderen die in heel moeilijke omstandigheden en onder voortdurende stress leven. De schooluitval bij die groep is erg groot.”

De oplossing ligt dan ook voor de hand, meent Vaes: er moeten meer sociale woningen komen. Maar op dat vlak wil het in Vlaanderen nog altijd niet vlotten. Het verhaal is ondertussen bekend: de Vlaamse regering besliste dat de sector van de sociale huisvestingsmaatschappijen moest reorganiseren. Volgens bevoegd minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) om later een inhaalbeweging te kunnen doen. Een uitleg waar experts luidop aan twijfelen. Ondertussen komen er nauwelijks sociale woningen bij. Beterschap is ook niet meteen in zicht.

De focus op wonen in de bestrijding van armoede is volgens experts inderdaad de juiste. Waar ook consensus over is: de verkokering van het beleid, waarbij elke minister zijn eigen departement bestiert zonder naar het globale plaatje te kijken, is nefast. Er is wel een Vlaamse minister van Armoedebestrijding, maar die heeft dan weer weinig te zeggen over wonen of onderwijs. En de minister van Wonen beseft niet altijd dat zijn beleid ook invloed heeft op andere domeinen als onderwijs, gezondheid en welzijn. Volksgezondheid en het uitbetalen van werkloosheidsuitkeringen zijn dan weer federale materies. Alles zit verspreid, terwijl het allemaal aan elkaar hangt.

Toch gelooft Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) naar eigen zeggen niet echt in meer beleidscoördinatie. Net als zijn partijgenoot Diependaele, bevoegd voor Wonen, is hij ervan overtuigd dat meer mensen aan het werk zetten dé oplossing is voor armoede.

Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle (cd&v) pleit dan weer net wél voor meer coördinatie. Maar hij ontdekte tijdens zijn ambtstermijn dat de Interministeriële Conferentie (IMC) rond armoede, die alle minister verzamelt die bevoegd zijn om dit probleem aan te pakken, al meer dan negen jaar niet meer was samengekomen. “Er zijn instrumenten, maar ze worden dus niet gebruikt”, zegt hij. Zelf heeft hij die IMC dit jaar opnieuw samengeroepen.

Meer coördinatie tussen verschillende ministers én politieke niveaus is inderdaad the way to go, menen experts. “Nu is er niemand die verantwoordelijkheid neemt”, stelt professor Tine Van Regenmortel, professor sociaal beleid aan de KU Leuven en directeur van het Hoger Instituut voor de Arbeid (Hiva). “Iedereen wijst altijd naar de anderen, dat is een probleem. Het gaat om een gedeelde verantwoordelijkheid.”

Wat volgens de meeste experts niet werkt om armoede te bestrijden, zijn de oplossingen die de politiek zelf graag naar voren schuift. Zoals het verlagen of niet-indexeren van de uitkeringen en het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd. “Dat houdt mensen zogezegd in hun hangmat”, zegt professor Van Regenmortel. “De realiteit is dat de uitkeringen bij ons onder het Europees armoedeniveau liggen. En dat langdurig van een uitkering moeten leven je geen menswaardig bestaan geeft. Door die nog te verlagen, duw je mensen vooral nog dieper in armoede. Terwijl we net naar een systeem moeten waarbij iedere mens een minimale kwaliteit van leven heeft.”

Vermogenstaks?

Als we de sociale kloof willen dichten moeten we zorgen dat mensen in armoede het beter krijgen maar ook dat de rijkdom van de rijken niet exuberant stijgt. Een verhaal dat in Vlaanderen zo mogelijk nog moeilijker ligt. Over de erfbelasting hadden we het al eerder in deze reeks. Maar er is ook nog de vermogensbelasting, die er maar niet komt.

Nochtans zijn er de afgelopen jaren berekeningen genoeg over wat een vermogenstaks zou kunnen opbrengen. Afhankelijk van het voorstel zou het gaan om 6 tot 43 miljard euro. En het gaat hier niet, zoals sommigen het graag verwoorden, over puur communisme. Dat blijkt uit het voorstel van professor Paul De Grauwe (London School of Economics). Hij stelde eerder al een progressieve belasting voor: 1 % tussen 1 en 10 miljoen euro, 2 % tussen 10 en 100 miljoen euro, 3 % tussen 100 miljoen en 1 miljard euro en 4 % boven 1 miljard euro.

Met andere woorden: het is een belasting die het merendeel van de bevolking helemaal niet zal voelen en de grootverdieners slechts een beetje. En het zal ondernemen zeker niet in de weg staan. Het voorstel-De Grauwe kan 20 tot 24 miljard euro opleveren, al rekening houdend met het feit dat sommigen zullen proberen de belasting te ontwijken. Geld dat gebruikt zou kunnen worden om de kansarmoede te bestrijden, het begrotingstekort in te dammen of de belasting op arbeid te verlagen. “De vermogensongelijkheid is alsmaar toegenomen”, zegt De Grauwe. “Zo’n concentratie van vermogen bij een kleine groep mensen geeft hen veel te veel macht, waarmee ze dingen zoals de wetgeving naar hun hand zetten. Kijk naar Amerika, waar de democratie totaal ondermijnd is. Superrijken beïnvloeden verkiezingen omdat ze er ongelimiteerd geld tegenaan mogen gooien. We moeten ook hier preventief optreden om dit te vermijden.”

Naast een vermogenstaks zijn er nog andere ideetjes die de ongelijkheid kunnen tegengaan. Eentje dat al vele jaren meegaat, is het basisinkomen. Het is een van de stokpaardjes van Roland Duchâtelet, ondernemer en miljardair en in een vorig leven oprichter van Vivant, een politieke partij met net dat hoofdpunt. Duchâtelet staat er nog altijd vierkant achter. Volgens hem is het een systeem om de sociale zekerheid te rationaliseren. Hij wil iedere burger, ook de rijksten zoals zichzelf, een basisbedrag geven maar tegelijk alle andere uitkeringen en tegemoetkomingen schrappen. Enkel personen met een beperking kunnen in sommige gevallen nog iets extra’s krijgen. “Dat systeem moet vooral tot een vereenvoudiging leiden, want nu gaat heel veel geld verloren aan tussenstructuren zoals vakbonden, mutualiteiten en OCMW’s”, meent hij. Het is een idee waar armoede-experts behoorlijk van gaan steigeren. Vooral omdat Duchâtelet ook de Duchâtelets van deze wereld een som geld wil geven.

Er zijn een boel ideeën om de kloof te dichten, het een al wat realistischer dan het ander. Hoe dan ook kunnen we concluderen dat we weten wat er moet gebeuren, dat de middelen er zijn of dat die – met wat goede wil – er vrij makkelijk kunnen komen. Waarom beweegt er dan al decennialang zo weinig op dat vlak? Omdat politici dat niet willen, stelt professor Ive Marx (UAntwerpen) onomwonden. “Ik wil zeker niet gezegd hebben dat politici slechte mensen zijn, maar ze moeten wel herverkozen worden. En nu vallen ze elke dag over elkaar om de middenklassekiezer te bekoren.”

Het is de tragiek van de opkomst van het zogenaamde populisme, zegt professor Marx. “De middenpartijen zien een groot deel van het electoraat als verloren. Mensen die het moeilijk hebben bijvoorbeeld. Want die stemmen toch op Vlaams Belang of op PVDA. En dus concentreren ze zich veel sterker op dat midden. Het is een zelfversterkend proces. Kijk naar de laatste begrotingen van de Vlaamse regering. Dat zijn overduidelijk middenklassenbegrotingen. Zoals subsidies voor wie een elektrische auto koopt.”

Zowel Jambon, als Diependaele en Dalle geven ook toe dat ze de middenklasse bedienen. Het is nu eenmaal de grootste groep in de samenleving. “De middenklasse is een belangrijke motor van onze economie en welvaart”, zegt Diependaele. En als je die middenklasse alle lasten op de nek gooit, zonder dat er voordelen aan zijn, gaan mensen volgens hem vervreemden van de politiek. “En dan gaan diezelfde experts straks verwonderd zijn dat mensen foert zeggen tegen de politiek.”

Geen apart armenbeleid

Het laatste woord is voor de mensen in armoede zelf. Wat zien zij als oplossingen om de kloof te dichten? Bij het Netwerk tegen Armoede, een organisatie van 61 verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen, hebben ze daar een heel duidelijk beeld van. Er zijn een aantal no-brainers als meer sociale en andere betaalbare woningen, een inkomen boven de armoedegrens, eerlijke statuten voor elke werknemer en een betaalbare gezondheidszorg.

Wat mensen in armoede níét willen is een apart armenbeleid, stelt Heidi Degerickx, algemeen coördinator bij het Netwerk. “Ze vragen een beleid dat voor alle burgers goed is. Met in eerste instantie een sterke openbare dienstverlening. Die is er nu niet. De Vlaamse overheid geeft wel geld aan burgers die een elektrische wagen willen kopen, terwijl er net een beter openbaar vervoer nodig is. Als je wil dat mensen gaan werken, moeten ze zich ook kunnen verplaatsen. Een beter openbaar vervoer is dus ook goed voor de arbeidsmarkt. Het is goed voor iedereen.”

Volgens het Netwerk is het net een goede zaak dat de politiek de middenklasse probeert te beschermen. Want anders dreigt een deel van hen ook onder druk te komen staan. Degerickx: “De beste bestrijding van armoede is nog altijd de preventie ervan. Maar zeg nu zelf? Gaat die 5.000 euro voor een elektrische wagen de middenklasse beschermen?”

GALLE C. en THIJSKENS D. Ja, we kunnen de kloof tussen rijk en arm dichten. De Morgen, 6 december 2023, 14-15.

 

E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo