1,27 miljoen Belgen werken niet en zoeken geen job, ook Vlaanderen “erg middelmatige leerling”

Bijna 1,3 miljoen Belgen zijn niet aan het werk en zijn ook niet op zoek naar een job.

Zowel de federale als de Vlaamse regering hebben nochtans de ambitie om 80 % van de beroepsbevolking aan het werk te krijgen, maar dat lukt vooralsnog niet, blijkt uit nieuw onderzoek van de UGent. De helft van de EU-landen haalt die grens wel. Voor 2022 blijft België steken op 75,40 %. Ook Vlaanderen is een erg middelmatige leerling.
Het was een ambitie die luidkeels verkondigd werd, toen in 2019 en 2020 de Vlaamse en federale regeringen van start gingen. We moeten een werkzaamheidsgraad – het aantal mensen dat aan het werk is, zeg maar – van tachtig procent behalen. Dat is nodig om de sociale zekerheid en vooral de pensioenen te kunnen betalen.

Ondertussen, enkele jaren later, zijn we daar nog niet. Ook al is er duidelijk beterschap merkbaar. De werkzaamheidsgraad steeg sinds 2019 van 67,40 tot 75,40 % nu. Vlaanderen is de beste leerling van de klas: met 79,70 % schurkt het tegen de doelstelling van 80 % aan, in tegenstelling tot Brussel (70 %) en Wallonië (69,40 %).

Ook Vlaanderen is een slechte leerling

Is dat een goede score? Niet meteen, denken de onderzoekers van de Gentse universiteit. Zelfs Vlaanderen, denkt econoom Stijn Baert is “een heel erg middelmatige leerling”. In de helft van de EU-landen wordt de drempel van 80 % namelijk wél al gehaald. Bijvoorbeeld Nederland haalt 83,20 %. België bengelt ergens achteraan het peloton.

Het grote probleem zijn de inactieven, dat zijn mensen tussen de 25 en 64 die niet werken en ook geen job zoeken. Voor de duidelijkheid: inactieven zijn een andere groep dan de werklozen. Werklozen zoeken een job, inactieven niet. Het kan hier gaan om ontmoedigde werklozen (die ook geen uitkering meer krijgen), huismannen en -vrouwen, langdurig zieken, studenten of mensen die al voor hun 64 met pensioen zijn.

De werkloosheidsgraad is in België met 3,70 % relatief laag. Zelfs als je alle werklozen aan het werk zou krijgen, wordt die 80 % niet gehaald. Maar de inactiviteit is veel groter: het gaat over bijna 21 % van de beroepsbevolking, of 1.267.000 personen tegenover 225.000 werklozen.

Van waar komt die inactiviteit?

Er zijn redenen voor die slechte cijfers. Zo is bijvoorbeeld minder dan de helft van kortgeschoolden aan het werk, terwijl dat in Nederland 2 op de 3 is. Of nog: overal in de EU zijn meer migranten van buiten de EU aan de slag, België is daarmee bij de laatste vijf. Mensen met een arbeidsbeperking vallen hier ook (veel) vaker uit de boot dan elders in de EU.

En opvallend: mannen scoren slechter dan vrouwen. De inactiviteit van mannen (16,50 %) is, op Italië en Kroatië na, nergens hoger dan in België. Vrouwen (25,30 %) zitten wél in de buurt van het EU-gemiddelde. En ook ouderen zijn vaker inactief: van de groep tussen 50 en 64 heeft een op drie geen job, en zoekt die ook niet.

Het hoge aantal inactieve mannen wil niet zeggen dat er in ons land in het totaal minder gewerkt wordt. Het gemiddeld aantal uren per week gewerkt door mannen ligt bij ons bijvoorbeeld hoger dan in Zweden en Nederland. Dat komt omdat er bij onze noorderburen veel meer mannen deeltijds werken.

De oplossing voor het probleem bestaat volgens de onderzoekers uit hervormingen op de arbeidsmarkt. Werken moet meer opleveren, denken ze. “In ons land gaat voor elke 100 euro die een baas betaalt voor een alleenstaande 53 euro naar de staatskas, tegenover 35 euro in Nederland. Bovendien behoud je er meer sociale voordelen wanneer je tegen een laag inkomen gaat werken.”

En volgens de onderzoekers wordt het er in de toekomst niet beter op, omdat uit studies blijkt dat de jobs van kort- en zelfs middengeschoolden in gevaar zijn door de almaar voortschrijdende automatisering.

LEFEVERE, F. 1,27 miljoen Belgen werken niet en zoeken geen job, ook Vlaanderen “erg middelmatige leerling”. vrt.be, 19 mei 2023. Geraadpleegd op 21 mei 2023 via vrt.be
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo