Nobelprijs Economie voor aanpak van bankencrisissen

De Nobelprijs voor de Economie gaat dit jaar naar ex-centraal bankier Ben Bernanke, Douglas Diamond en Philip Dybvig voor hun onderzoek naar banken en financiële crisissen. Hun inzichten bepalen hoe we zulke crisissen vandaag aanpakken.

Volgens de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen, die de winnaars maandagmiddag bekendmaakte, heeft het drietal nieuw licht geworpen op de belangrijke rol van banken in de economie, vooral in tijden van financiële crisissen. Omvallende banken kunnen dan een enorme economische ravage aanrichten, wat maximaal vermeden moet worden.

Ben Bernanke (68) kreeg de unieke kans om zijn theorie in de praktijk om te zetten. Als voorzitter van de Amerikaanse centrale bank (Fed) speelde hij een cruciale rol in de bestrijding van de financiële crisis in 2008. In zijn memoires noemde hij die ‘de ergste in de geschiedenis van de mensheid’. Onder meer via bail-outs van banken – hoe onpopulair ook bij het brede publiek – werd toen een herhaling van de Grote Depressie uit de jaren 30 voorkomen. Al is het ironisch dat Bernanke de zakenbank Lehman Brothers failliet liet gaan in september 2008, een beslissing die de financiële crisis in een stroomversnelling bracht.

Bernanke, die vandaag verbonden is aan de denktank Brookings Institution, toonde in een paper in 1983 aan hoe een bankrun, waarbij bezorgde depositohouders massaal hun geld opvragen, banken kan doen omvallen en de economie in een diepe crisis kan storten. Hij focuste op de Grote Depressie. Die begon als een vrij normale recessie, maar ontaardde in een verwoestende crisis met massale werkloosheid nadat de helft van de Amerikaanse banken in drie jaar tijd over de kop was gegaan. De overblijvende banken durfden hun deposito’s niet langer uit te lenen uit vrees voor opvragingen door spaarders, waardoor de kredietverlening stilviel en de economie doodgeknepen werd.

Het onderzoek van Bernanke, Douglas Diamond (University of Chicago) en Philip Dybvig (Washington University in St. Louis) heeft belangrijke praktische gevolgen, klinkt het. ‘Het verkleint het risico dat financiële crisissen uitmonden in lange depressies met ernstige gevolgen voor de samenleving.’ Het Nobelcomité verwijst expliciet naar twee recente crisissen, de financiële crisis en de pandemie, en hoe daarbij ‘de acties van centraal bankiers en financieel toezichthouders wereldwijd in grote mate beïnvloed werden door het onderzoek van de laureaten’.

Nog een toepassing is het depositogarantiesysteem, waarbij de overheid het spaargeld dat bij banken geparkeerd staat tot een bepaald bedrag garandeert. Dat moet voorkomen dat spaarders tot een run overgaan en een selffulfilling prophecy veroorzaken door via hun paniekgedrag banken te doen kapseizen, stelden Diamond en Dybvig in 1983. Banken hebben geen onmiddellijke toegang tot al het spaargeld, omdat ze het uitlenen op langere termijn, bijvoorbeeld voor woning- aankopen of bedrijfsinvesteringen. Die mismatch en de gevoeligheid voor geruchten maakt hen kwetsbaar en toont de nood aan regelgeving en rugdekking door de overheid als lender of last resort, de ultieme geldverstrekker.

Diamond toonde nog aan hoe banken een belangrijke rol voor de samenleving vervullen door hun inschatting van de kredietwaardigheid van potentiële kredietnemers.Omdat banken daarvoor goed geplaatst zijn, ‘maken ze dat leningen gebruikt worden voor goede investeringen’.

De banken hebben daar zelf ook alle belang bij, omdat ze verliezen op hun kredietportefeuilles willen vermijden. Dat mechanisme garandeert een vorm van toezicht op de banken. Eventuele verliezen zouden bovendien niet levensbedreigend mogen zijn, omdat banken een ruim gediversifieerde leningenportefeuille hebben.

Het resultaat is een maatschappelijke winst in de vorm van lagere ‘kosten’ voor de kredietintermediatie, het proces waarbij banken spaargeld recycleren in productieve investeringen. Als het banksysteem bevriest, zoals tijdens de Grote Depressie, en de kosten van kredietintermediatie spectaculair omhoogschieten, valt de economie meteen stil.

Diamond, de enige van de laureaten die meteen bereikbaar was voor een interview vanuit Stockholm, erkent de publieke gevoeligheid voor bankenreddingen die een gevolg zijn van roekeloosheid. Maar het alternatief – niets doen – is erger. ‘Hoewel bail-outs problematisch kunnen zijn, kunnen ze toch positief zijn voor de samenleving’, zegt Diamond, die eraan toevoegde dat het waarschijnlijk beter was geweest als men Lehman Brothers niet onverwacht over de kop had laten gaan. Volgens hem is de wereld vandaag ‘zeker veel beter voorbereid’ op een nieuwe crisis dan in 2008.

VAN HAMME, K. Nobelprijs Economie voor aanpak van bankencrisissen. De Tijd, 11 oktober 2022, 18.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo