Is de inflatie een blijver?

Het inflatiespook rukt op. De index van de consumptieprijzen is in de eurozone nu 3,40 % hoger dan een jaar voordien. In België bedraagt het inflatiepercentage nu 3,80 %, in Duitsland 4,10 % en in de VS zelfs 5,40 %. Hoog genoeg om ons zorgen te maken.

De oorzaken van deze inflatieopstoot hebben alles te maken met de coronaschok en de manier waarop de overheden daarop gereageerd hebben. De centrale banken hebben massaal geld in de economie gepompt en de nationale regeringen hebben grote budgettaire tekorten opgestapeld. Die maatregelen waren noodzakelijk om de implosie van de economie te vermijden. Zo’n implosie zou onnoemelijk veel leed hebben veroorzaakt. De overheden hebben tijdens de pandemie het hoofd koel gehouden en gedaan wat moest: de economie ondersteunen door ervoor te zorgen dat de koopkracht van de mensen op peil blijft.

Vraag en aanbod

Die koopkracht samen met de perceptie dat het ergste van de pandemie voorbij is, heeft de consumenten vleugels gegeven waardoor de vraag naar goederen en diensten sterk is toegenomen. En zoals verwacht, moest dat leiden tot een stijging van de prijzen. Niet alleen de consumptieprijzen maar ook de energieprijzen. De heropleving heeft ook de vraag naar energie sterk doen toenemen. Niets nieuws onder de zon.

De pandemie laat zich vandaag op een tweede manier voelen. Die heeft op vele manieren disruptief gewerkt aan de aanbodzijde van de economie. De lange productieketens die het kenmerk zijn geworden van de globalisering werden door de pandemie op vele plaatsen onderbroken met het gevolg dat cruciale componenten (computerchips, bij voorbeeld) niet worden geleverd en dat fabrieken gedwongen werden de productie stop te zetten. Dat is een effect van de pandemie dat weinigen voorspeld hadden (ik zeker niet), maar dat er wel voor zorgt dat in vele sectoren het aanbod achterblijft terwijl de vraag verder galoppeert.

Vraagoverschot

We zitten dus nu in een fase van ‘vraagoverschot‘, d.w.z. te veel vraag en te weinig aanbod. Zolang dat duurt, zullen de prijzen blijven stijgen. Hoelang nog? Bijzonder moeilijke vraag omdat er zo veel onzekerheden zijn. Ik neem toch een risico en probeer erop te antwoorden.

De situatie van vraagoverschot zal langzamerhand verdwijnen. Ten eerste zal de opstoot in de consumptievraag afzwakken, al was het maar omdat een belangrijke component van die opstoot een inhaalvraag bevat. Tijdens de pandemie werd veel gespaard en weinig geconsumeerd. Na de pandemie hebben de consumenten hun schade ingehaald, maar dat inhaalproces komt ten einde.

Ten tweede is het waarschijnlijk dat centrale banken geleidelijk de rentevoeten zullen optrekken uit vrees dat de inflatie te hoog en te lang zal duren. Ook dat zal de boom in de consumptie afzwakken. Er is hier wel heel wat onzekerheid. Hoe snel zullen de centrale banken hun beleid herzien en de rente optrekken? Het blijft koffiedik kijken.

Ten derde is de kans groot dat de ontregelde productieketens zich langzaam zullen herstellen. Ik heb eigenlijk weinig sterke evidentie om dat te staven. Maar ik ga ervan uit dat de hogere prijzen en de onstuitbare drang om snel weer winsten te boeken, ondernemers er zal toe brengen om zo snel mogelijk de vertrouwde toeleveringskanalen te herstellen. Een soort magie van het kapitalisme dus.

Voorspelling

Mijn voorspelling is dus dat de inflatie die we nu kennen tijdelijk zal zijn. Het kan nog een tijdje duren. De inflatie kan zelfs nog verder oplopen, maar ik verwacht dat die in de loop van 2022 zal uitbollen.

Eind goed al goed? Er blijft nog een belangrijk punt van onzekerheid bestaan. Dat heeft te maken met het feit dat een te hoge inflatie die te lang duurt onvermijdelijk ook de lonen zal doen stijgen. Bij ons gebeurt dat automatisch dankzij ons systeem van loonindexering. In andere landen gebeurt dat ook, maar minder automatisch. Bij nieuwe loononderhandelingen zullen arbeiders hogere lonen eisen om hun koopkrachtverlies te compenseren. En dat kan een ‘loon-prijsspiraal’ in gang zetten: hogere lonen doen de kosten stijgen; ondernemingen reageren door de prijzen te verhogen, wat op zijn beurt tot een nieuwe ronde van loonstijgingen kan leiden.

Zo’n loon-prijsspiraal was kenmerkend voor de inflatie van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Het was bijzonder moeilijk om eruit te raken. Ik blijf echter optimistisch. De centrale banken zijn nu onafhankelijk van de politiek (in tegenstelling tot die vorige periode) en zullen er alles aan doen om hun reputatie van prijsstabiliteit die ze hebben opgebouwd, te vrijwaren door gepast op te treden.

Het blijft natuurlijk riskant om optimisme te baseren op het goede gedrag van een aantal ambtenaren in Frankfurt en Washington, DC.

DE GRAUWE, P. Is de inflatie een blijver? De Morgen, 26 oktober 2021, 23.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo