Maandelijkse cijfers over de arbeidsmarkt – juli 2021

De voorlopige resultaten voor de maandelijkse indicatoren op basis van de Enquête naar de Arbeidskrachten van Statbel, het Belgische statistiekbureau, tonen na de positieve evoluties van vorige maand opnieuw iets minder gunstige resultaten. De werkgelegenheidsgraad bij 20-64-jarigen daalt lichtjes naar 70,40 %, terwijl de werkloosheidsgraad opnieuw stijgt naar 7,10 %.

Werkgelegenheidsgraad bedraagt 70,40 %

Op basis van voorlopige resultaten uit de Enquête naar de Arbeidskrachten wordt de werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen voor de maand juli geschat op 70,40 %. Dit is een kleine daling ten opzichte van de maand ervoor, toen de werkgelegenheidsgraad met 71,00 % het hoogste niveau behaalde sinds de uitbraak van de Covid-19 pandemie.

Begin 2021 trad een nieuw Europees kaderreglement in voege. Dat zorgde voor aanpassingen aan de enquête. De werkgelegenheidsgraad van 2021 kan daarom niet zomaar vergeleken worden met de cijfers vóór 2021. Eén van de belangrijke wijzigingen: vanaf dit jaar worden personen in tijdelijke werkloosheid voor langer dan drie maanden niet meer bij de werkenden gerekend, maar bij de werklozen of inactieven, afhankelijk van de antwoorden op de vragen naar het zoeken naar werk en het beschikbaar zijn. Om de impact van deze gewijzigde behandeling van langdurig tijdelijk werklozen te illustreren berekenen we, naast de officiële werkgelegenheidsgraad ook een alternatieve werkgelegenheidsgraad, waarbij langdurig tijdelijk werklozen zoals vroeger ingedeeld worden bij de werkenden.

Sinds mei 2021 zien we dat het aantal langdurig tijdelijk werklozen sterk begint te dalen, waardoor het verschil tussen de officiële en alternatieve werkgelegenheidsgraad ook kleiner wordt. Toch zien we dat, mochten alle langdurig tijdelijk werklozen bij de werkenden gerekend worden, de werkgelegenheidsgraad bij 20-64-jarigen nog lichtjes hoger zou liggen en op 70,70 % geschat zou worden in de maand juli.

Werkloosheidsgraad stijgt opnieuw naar 7,10 %

Nadat we vorige maand een vrij sterke daling vaststelden van de werkloosheidsgraad van 15-64-jarigen, ligt de schatting voor de maand juli 2021 terug een stuk hoger met 7,10 %. De cijfers van de komende maanden zullen moeten uitwijzen of dit hoge cijfer bevestigd zal worden, dan wel of het om een eenmalige stijging gaat. Merk op dat de steekproeven waarop de maandelijkse cijfers gebaseerd zijn veel kleiner zijn dan deze van de kwartaalcijfers en dat dit dus ook gepaard kan gaan met grotere steekproeffluctuaties.

De gewijzigde behandeling van tijdelijk werklozen vanaf 2021 heeft amper nog een impact op de berekening van de werkloosheidsgraad. De zogenaamde alternatieve werkloosheidsgraad verschilt nog slechts weinig van de officiële werkloosheidsgraad. Ook dit houdt logischerwijs verband met de sterke daling van het aantal langdurig tijdelijk werklozen.

Thuiswerk daalt bij loontrekkenden, na versoepeling van telewerkverplichting

In de maand juli zien we voor het eerst een duidelijke impact van de versoepeling van de recente telewerkverplichting van overheidswege. Het percentage van de werkende bevolking dat soms of gewoonlijk thuiswerkt wordt in de maand juli geschat op 37,40 %. De daling doet zich vooral voor bij de loontrekkenden. Daar bedraagt het percentage thuiswerkers in juli 32,20 %, terwijl dit in de eerste helft van 2021 nog meestal hoger lag dan 40,00 %.

Sterke daling van de arbeidsduur, te wijten aan vakantieperiodes

In de cijfers over arbeidsduur en afwezigheden zien we in de maand juli logischerwijs een sterk effect van de vakantieperiodes. Heel wat werkenden geven aan tijdens de referentieweek niet gewerkt te hebben omwille van verlof, vakantie of feestdagen. Gemiddeld waren dit tijdens de maand juli 1.200.000 werkenden. Daarnaast zijn er nog bijna 1.000.000 werkenden die wel gewerkt hebben, maar niet de volledige referentieweek.

Dit effect van de vakantieperiode is ook zichtbaar in de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur. Deze bedraagt 23,8 uur, ten opzichte van 33,0 uur in de maand ervoor.

Kijken we tot slot nog naar de evolutie van het aantal tijdelijk werklozen, dan zien we dat dit aantal op ongeveer hetzelfde niveau blijft als de vorige maand. Zo’n 43.000 werkenden waren voor een gedeelte van de referentieweek in tijdelijke werkloosheid en zo’n 10.000 werkenden waren dat voor de volledige referentieweek. Merk op dat het hier gaat om een andere groep dan deze van de langdurig tijdelijk werklozen waarvan sprake in het begin van dit bericht. Wanneer de totale onafgebroken duur van de tijdelijke werkloosheid maximaal 3 maanden bedraagt, dan worden tijdelijk werklozen, net zoals vroeger, nog steeds bij de werkenden gerekend.

Maandelijkse cijfers over de arbeidsmarkt – juli 2021. statbel.fgov.be, 21 september 2021. Geraadpleegd op 28 september 2021 via statbel.fgov.be
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo