Welk kompas volgt het loonoverleg?

De IPA-onderhandelingen, de tweejaarlijkse hoogmis van de voormannen van vakbonden en werkgevers in de Groep van Tien, komen eraan. Het IPA is het overleg over de loonontwikkeling de komende twee jaar, en hoe die ingevuld moet worden.

Traditioneel is het vertrekpunt van die overlegronde een rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) waarin op basis van een vergelijking met de evolutie van de lonen in de buurlanden een zogenaamde maximale beschikbare marge voor de lonen in ons land wordt becijferd.

Dat rapport, dat woensdag wordt verwacht, belooft ­on­gewoon te worden. Door de coronacrisis van vorig jaar is het niet zo vanzelfsprekend om de loonontwikkeling van België te vergelijken met die van de buurlanden. De pandemie heeft immers een bijzonder zware economische crisis veroorzaakt die de werkloosheid naar weinig geziene hoogten heeft gejaagd. Verwacht wordt dat de tijdelijke werkloosheid in een groot deel van 2020 zwaar zal wegen op de vergelijking.

Het gevolg is dat zeker de vakbonden het rekenwerk van de CRB en de uitkomst ervan met argusogen zullen bekijken. Het valt af te wachten of de sociale partners zich zullen kunnen verzoenen met het cijferwerk van dit adviesorgaan. Volgens Mario Coppens, de voorzitter van de liberale vakbond, werd er de voorbije weken in syndicale kringen zelfs ­rekening mee gehouden dat het onmogelijk zou zijn om een echte vergelijking te maken, omdat er in de buur­landen geen of zeer onvolledige cijfers zouden zijn over de loonevolutie.

Het lijkt dan ook geen toeval dat twee kopstukken van de Groep van Tien eind vorige week al hun best ­deden om hun hakken in het zand te zetten. De voorman van de werkgeversorganisatie VBO, Pieter Timmermans, greep een jaarlijkse briefing over de evolutie van de economische conjunctuur aan om zonder veel ­omwegen te stellen dat er ­vandaag totaal geen ruimte is voor loonopslag boven op de inflatieverwachting van 1,20 %. De topman van de ­socialistische vakbond ABVV, Thierry Bodson, had niet veel tijd nodig om een tegenzet te doen. Hij brak een lans om voor de komende twee jaar niet te onderhandelen over de wettelijk vastgelegde, dwingende loonnorm voor alle privébedrijven, maar om afspraken te maken over een ‘indicatieve’ loonnorm. Daardoor kan er voor economische sectoren die in 2020 vrij ongeschonden de coronacrisis hebben doorgemaakt of het zelfs goed gedaan hebben, gepraat ­worden over meer loonopslag.

De topman van de zelfstandigenorganisatie Unizo, ­Danny Van Assche, vraagt zich dan weer af of de sociale partners er niet best aan doen om voor ogen te houden dat het er dit jaar op aankomt om de Belgische economie zo ongeschonden mogelijk door de crisis te loodsen, zodat er zo weinig mogelijk jobs definitief verloren gaan. Hij wijst erop dat de wettelijke regels rond de loonnorm ruimte ­bieden om in het najaar een check-up te doen en dan mogelijk ­bijkomende loonafspraken te maken voor 2022.

SERTYN, P. Welk kompas volgt het loonoverleg? De Standaard, 11 januari 2021, 16.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo