De krachtsverhoudingen tussen de drie vakbonden blijven na de verkiezingen ongewijzigd.
De editie 2020 van de vierjaarlijkse sociale verkiezingen heeft weinig veranderd aan het bestaande vakbondslandschap. De overgrote meerderheid van de werknemers heeft op dezelfde vakbondslijst gestemd als vorige keer. Dat blijkt uit de eerste, voorlopige, resultaten die gisteren bekendgemaakt werden door de federale minister van Werk, Pierre-Yves Dermagne (PS).
Samengevat: het christelijke ACV blijft met voorsprong de grootste vakbond, nationaal en in de drie regio’s, het socialistische ABVV is nationaal en in alle regio’s de nummer twee en de liberale ACLVB blijft op afstand overal de nummer drie.
Overal status quo
Wie naar de nationale totaalcijfers kijkt, merkt nauwelijks wijzigingen op in vergelijking met de uitslag van 2016. Het ACV haalt dit keer 55,71 % van de zitjes in de ondernemingsraden binnen, of een minieme daling tegenover vier jaar geleden (55,85 %). De socialistische vakbond behaalde nu 33,46 %, tegenover 33,94 % bij de vorige verkiezingen. En de liberale vakbond stijgt (opnieuw) een beetje, van 8,71 naar 9,47 % van de zitjes in de ondernemingsraden. Ook voor de Nationale confederatie voor kaderleden (NCK) en de onafhankelijke kaderlijsten geldt er een status quo.
Voor de volledigheid: dezelfde stabiliteit tegenover vier jaar geleden is ook kenmerkend voor de resultaten in de comités voor veiligheid en preventie (CPBW).
De regionale krachtsverhoudingen blijven eveneens overeind. In Vlaanderen schommelt de uitslag voor het ACV in de ondernemingsraden rond 60 ,00 %, in Brussel en Wallonië is dat net onder of net boven de kaap van 50,00 %.
De christelijke vakbond is dus ook de Waalse nummer één, al blijft Wallonië het sterkste wingewest voor het ABVV, dat er ruim 42,00 % van de gekozenen in de ondernemingsraden binnenhaalt. In Vlaanderen strandt de rode bond op minder dan 30,00 %.
De ACLVB is dan weer het sterkst in Brussel, met bijna 13 ,00 %. In Vlaanderen haalt de liberale bond bijna 10,00 %, in Wallonië amper 6,00 %.
Goede opkomst
Volgens minister Dermagne hebben iets meer dan zes op de tien van de stemgerechtigde werknemers ook effectief deelgenomen aan de verkiezingen. Hij toont zich tevreden met die opkomst, in volle coronacrisis.
Het ACV toont zich dan weer tevreden met het resultaat van de vrouwen op de kandidatenlijsten. Van alle ACV-gekozenen in de comités voor preventie en veiligheid is 42,49 % vrouw. Bij het ABVV is dat 35,90 % en bij de ACLVB 37,27 %.