‘We moeten de toestand niet rooskleuriger voorstellen dan hij is’

Voor elke euro die de regering-De Croo volgend jaar vindt, geeft ze er twee extra uit, in de hoop dat de relance snel komt. Nadien wacht staatssecretaris De Bleeker de taak om de begrotingskater door te spoelen. ‘Een werk van lange adem.’

Het is al van 2018 geleden dat er nog een volwaardige begroting was. De val van de regering-Michel, eind dat jaar, blokkeerde elke ­begrotingsoefening. Het was dan ook uitkijken naar het antwoord van de Vivaldi-coalitie op de enorme ontsporing die het budget in al die jaren gekend heeft, het gevolg van lopende zaken, niet-gedekte belastingverlagingen en uiteraard de coronacrisis.

Het resultaat is dat een relatief bescheiden Belgisch begrotings­tekort van 3,65 miljard euro in 2018 (-0,80 % bbp) volgens de tabellen van de regering-De Croo in 2020 is uitgegroeid tot een ­begrotingskrater van 47,5 miljard euro (-10,70 % bbp), waarvan het ­federale niveau 35 miljard euro draagt. De overheidsschuld klimt met 20,00 %, tot 118,4,00 % van het bbp.

‘Dergelijke bedragen hadden we twee tot drie jaar geleden niet voor mogelijk gehouden’, erkent staatssecretaris voor ­Begroting, Eva De Bleeker (Open VLD) in een gesprek met De Standaard. ‘Bovendien is de toestand erg volatiel. Maar net op zulke momenten hebben we een volwaar­dige begroting nodig om richting te bieden.’ Gisteren werd die begroting 2021 ingediend in het parlement. Ze toont waarvoor Vivaldi budgettair staat.

1. We zullen de crisis nog lang uitzweten

De initiële hoop dat de coronaschok in 2021 economisch verteerd zou zijn, bleek ijdel. Voor volgend jaar verwacht de regering-De Croo nog steeds een federaal tekort van 25 miljard euro – met de andere overheden erbij wordt dat 32,9 miljard (-6,83 % bbp). Het tot voor kort beoogde begrotingsevenwicht is plots veraf. En het zal nog lang veraf blijven. In het meest rooskleurige scenario zakt het federale tekort tegen 2024, het einde van deze legislatuur, van 25 naar 17,5 miljard euro.

Maar de kans dat we slechter eindigen is reëel, beseft ook De Bleeker. De begrotingscijfers houden bijvoorbeeld al geen rekening met de effecten van de tweede ­coronagolf en lockdown, laat staan dat ze goed de Brexit kunnen ­inschatten. In februari wacht al een begrotingscontrole. Waarschijnlijk moet dan al flink her­berekend worden. ‘Op de lange termijn moeten we het tekort terugdringen binnen de regels van de Europese Commissie. Maar ook die laat nu ruimte voor de brood­nodige relance’, zegt De Bleeker.

2. Een ‘inspanning’  is nog geen sanering

In die context ‘moet erover ­gewaakt worden dat de prille heropleving van de economie niet ­gefnuikt wordt door ondoordachte ontvangsten- en uitgavenmaat­regelen’, staat in de toelichting bij de begroting. Het illustreert het ­afscheid van de begrotingsorthodoxie. De idee dat overheden zich uit een crisis konden besparen, is al even begraven.

Toch laat Vivaldi de begroting niet volledig los. Voor 2021 schermt De Bleeker met een budgettaire inspanning van 952 miljoen euro (zie tabel), omgerekend zowat 0,20 % van het bbp. Een dergelijke oefening moet ook de ­jaren nadien herhaald worden, ­zodat de overheid 4 miljard euro extra in kas heeft tegen 2024.

Er is al veel inkt gevloeid over het feit dat het gros van die inkomsten komt uit onzekere posten ­zoals de strijd tegen de fraude, een hogere werkgelegenheidsgraad of een slankere overheid.

Voor het laatste is De Bleeker zelf mee verantwoordelijk. En ze maakt zich sterk dat deze nieuwe besparingsronde, in tegenstelling tot de geflopte redesign van de ­regering-Michel, wél zal opleveren wat begroot is. ‘Voor 2021 doen we een lineaire besparing van 150 miljoen euro. Ik ben daar zelf geen fan van, maar de tijd was te kort voor een meer doordachte efficiëntie-oefening. Maar ook die zullen we in ­tijden van crisis maken.’

De opbrengsten zijn essentieel om alle nieuwe uitgaven die de ­regering plant, mee te financieren. Voor 2021 bedragen die 1,9 miljard euro, het dubbele dus van wat er met nieuw beleid opgehaald wordt (zie tabel). ‘We doen volgend jaar een inspanning, maar we geven meer uit. Dat is een feit’, erkent De Bleeker. De meeste maatregelen zijn structurele meeruitgaven aan veiligheidsdepartementen en sociale uitkeringen, beslissingen die volgens De Bleeker ‘al lang genomen hadden moeten zijn’ en ook de volgende jaren doorwerken.

3. De relance verbergt een politiek compromis

De totale kostprijs van de structurele maatregelen die in 2021 al worden uitgerold, zwelt tegen 2024 aan tot 3,2 miljard euro, een cheque die volgens De Bleeker tegen dan wel gedekt is dankzij de hogervermelde besparingen. ‘Het nieuwe ­beleid is ook gericht op de economische relance. We investeren in veiligheid, rechtvaardigheid en ­ondernemerschap. Het zal de koopkracht en de economie aanzwengelen. We hopen dat daar ­terugverdieneffecten van zijn.’

Maar eerder dan een berekend relanceplan, weerspiegelen de uitgaven het politieke compromis tussen formateurs Alexander De Croo (Open VLD) en Paul Magnette (PS) dat eind september aan de ­basis lag van de Vivaldi-regering. Ze illustreren zelfs vrij letterlijk de prijs die de socialisten hebben verzilverd: van de 3,2 miljard euro meeruitgaven tegen 2024 gaat 2,6 miljard euro naar hogere sociale uitkeringen. Volgens de socialisten zullen die uitkeringen grotendeels terugvloeien naar de economie, maar ze zijn bezwaarlijk de productieve investeringen waar economen al lang om vragen.

4. Investeringen vragen overleg

Voor die investeringen rekent de regering-De Croo voorlopig al op 1 miljard euro Europese steun en op het stimuleren van private ­investeringen via het federale participatiefonds FPIM. En op de ­regio’s en de gemeenten natuurlijk. Elk niveau voert dezer dagen zijn eigen relance- en investeringsbeleid, waarbij de miljarden om de oren vliegen en coördinatie ontbreekt. ‘Het zou zinloos zijn om ­zaken dubbel te doen, ik wil die bruggenbouwer zijn’, zegt De Bleeker.

Vooral de Vlaamse regering overtuigen wordt daarbij een uitdaging. Hoe De Bleekers Vlaamse tegenhanger, Matthias Diepen­daele (N-VA), eerder al de federale effectentaks of de tijdelijk lagere btw op de sloop op de korrel nam, toont dat er flink wat spanning op de lijn zit.

5. Zonder groei wordt het moeilijk

Gehoopt wordt dat al die miljarden investeringen en meeruitgaven uiteindelijk resulteren in extra groei. Blijft die achter, dan blijven ook de extra budgettaire inspanningen op zak. De oplopende discussie, deze week, over een koolstoftaks of het correct belasten van huurinkomsten, toont hoe politiek gevoelig zo’n extra budgettaire inspanning wordt. De opbrengst van de nieuwe effectentaks is voor alle duidelijkheid al gereserveerd om de tekorten in de sociale zekerheid te stelpen, die de regering-De Croo ‘voor onbepaalde duur’ zal bijpassen. Voor 2021 meteen goed voor een zogenaamde evenwichtsdotatie van 7,5 miljard euro.

Voor liberalen is dat allemaal niet vanzelfsprekend. ‘Maar er is nu geen andere optie’, zegt De Bleeker. ‘Passen we het verschil niet bij, dan kunnen we de pensioenen straks niet meer betalen. Maar op termijn moet de sociale zekerheid in evenwicht geraken, net zoals de totale begroting. Dat zal ­alleen maar lukken als meer mensen werken en minder mensen een uitkering moeten krijgen.’

Dat wordt een huzarenklus. De Bleeker zal permanent moeten toezien dat het budget niet het kind van de rekening wordt. Ze werkt aan een transparantere voorstelling van de begroting. ‘Er wacht een werk van lange adem. We hebben er geen belang bij om de zaken rooskleuriger voor te stellen dan ze zijn. We zouden alleen onszelf ­bedriegen.’

ABBELOOS, J-F. ‘We moeten de toestand niet rooskleuriger voorstellen dan hij is’. De Standaard, 14 november 2020, 10.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo