Strengere uitstoot­normen zetten turbo op e-wagens

Door de strengere normen voor nieuwe wagens, die sinds dit jaar van kracht zijn, zijn de CO2-emissies voor het eerst in jaren gedaald.

Voor het eerst sinds 2016 is de CO2-uitstoot van nieuwe wagens in ­Europa gedaald. In de eerste helft van dit jaar stootte een nieuwe ­wagen gemiddeld 111,2 gram per kilometer uit. Dat is 9,20 % minder dan vorig jaar en meteen de grootste daling, jaar op jaar, die ooit werd geregistreerd. Ter ver­gelijking: toen de Europese consument, na de klap van de financiële crisis in 2008, kleinere en lichtere wagens ging kopen, daalde de ­gemiddelde uitstoot met ‘maar’ 5,50 %, volgens gegevens van het Europees Milieuagentschap.

Dat de emissies van nieuw verkochte wagens in Europa ondanks efficiënter wordende motortechnologie al drie jaar in de lift zaten (van 118,1 gram CO2 per kilometer in 2016 tot 122,4 gram in 2019) is vooral het gevolg van de sterke opmars van grotere en zwaardere SUV’s en de neergang van diesel­wagens, die minder broeikasgassen uitstoten dan benzine.

Dit jaar is een kantelpunt, blijkt uit een analyse van de Europese milieukoepel Transport & Environment. Dat de emissies zijn gedaald, is deze keer niet te danken aan een stijgende verkoop van kleinere en lichtere wagens. Integendeel, vier op de tien nieuw geregistreerde ­wagens zijn vandaag SUV’s, terwijl dat in 2016 nog maar een kwart was. Het zijn de strengere Europese uitstootnormen, die sinds begin dit jaar van kracht zijn, die de autobouwers gedwongen hebben om de afgelopen jaren te investeren in de lancering van elektrische ­modellen, stelt de milieukoepel.

Massaal investeren

Sinds dit jaar moeten constructeurs maken dat 95,00 % van de nieuw ingeschreven wagens gemiddeld niet meer dan 95 gram CO2 per kilometer uitstoten. Vanaf volgend jaar moeten zowat alle ­modellen aan die norm voldoen. Als ze dat doel niet halen, krijgen ze een boete van 6.000 euro per verkochte wagen. De meeste modellen stoten meer dan 95 gram per kilometer uit, maar omdat de norm op de complete vloot slaat, kunnen constructeurs hun gemiddelde drukken door ook emissievrije modellen te lanceren – in de praktijk vooral elektrisch.

Dat deden ze ook. Vorig jaar alleen al werd door Europese autobouwers 60 miljard euro geïnvesteerd in nieuwe elektrische modellen. Vooral de Duitse autogroep Volkswagen, die in 2015 nog door het stof moest na het Dieselgateschandaal, nam het leeuwendeel van de investeringen voor zijn rekening. Met de lancering van de ID.3 wil Volkswagen het Amerikaanse Tesla, dat lang marktleider was, naar de kroon steken.

Extra steun door corona

Elektrische wagens – inclusief plug-inhybrides, waarvan de milieu­winst soms in vraag wordt gesteld – hebben hun aandeel dit jaar dan verdrievoudigd tegenover de eerste helft van 2019. Terwijl de Europese auto-industrie zware klappen kreeg door de corona­crisis, hield de verkoop van stekker­wagens beter stand, merkt Transport & Environment op. De milieuorganisatie baseert zich op data van de Britse sectoranalist ­Jato. Maar ook de statistieken van ACEA, de Europese koepelorganisatie voor autoproducenten, tonen dat het aandeel elektrische wagens het tweede kwartaal zijn verdrievoudigd, tot 7,20 % van alle nieuw verkochte wagens in de EU, tegenover 2,40 % in dezelfde periode vorig jaar.

Net als Transport & Environment ziet de Duitse sectoranalist Matthias Schmidt vooral de druk van de Europese regelgeving als verklaring voor die groei, schrijft hij in zijn European Electric Car Report. Dat veel landen steun­pakketten voor de auto-industrie, die zwaar werd getroffen door de corona­crisis, ook nog eens aan groene voorwaarden hebben ­gekoppeld, zullen die omslag alleen maar versnellen.

België hinkt achterop

De meeste constructeurs zijn op weg om hun Europese normen te halen, blijkt uit de analyse van de milieukoepel, waarin PSA, Volvo en de samenwerking tussen Tesla en Fiat Chrysler de kop van het ­peloton trekken. Om boetes te vermijden, heeft Fiat Chrysler de Amerikaanse bouwer van elektrische wagens al honderden miljoenen euro’s betaald om hun vloot samen te kunnen voegen en zo onder de Europese lat door te raken.

Ons land blijft ondertussen ­Europees achterophinken, met een marktaandeel van 2,40 % voor stekkerwagens. Dat kan verklaard worden doordat België minder subsidies (maar wel een fiscaal voordeel) geeft voor de aankoop van een elektrische wagen dan veel andere landen. Ook het ­beperkte publieke laadpalennetwerk zet een rem op de verkoop. Maar in Europa is dit jaar wel degelijk ‘het tijdperk van de elektrische wagen begonnen’, besluit Transport & Environment.

DELBEKE, K. Strengere uitstoot­normen zetten turbo op e-wagens. De Standaard, 12 oktober 2020, 16.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo