Ondanks coronacrisis bleef loonverlies beperkt

Gemiddeld is het beschikbare inkomen van de Belgische gezinnen 28 euro per maand gedaald. ­Hogere ­inkomens verliezen meer.

De coronacrisis heeft ons land in de grootste economische recessie sinds de Tweede Wereldoorlog gestort. Maar ondanks die historische klap heeft het ­beschikbare inkomen van de ­Belgen relatief goed standgehouden, blijkt uit een nieuwe studie van het Federaal Planbureau, die gisteren werd voorgesteld. ­Gemiddeld is het beschikbare ­inkomen van de gezinnen dit jaar met 28 euro per maand gedaald. Meer dan drie op de vier Belgische gezinnen (77,00 %) hebben zelfs geen impact gevoeld.

Beperkt inkomensverlies

Dat het inkomensverlies beperkt blijft, is te danken aan de massale steunmaatregelen die de overheid heeft ontplooid toen het land midden maart in lockdown ging en het openbaar leven stil­gelegd werd om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Onder meer fabrieken en horeca moesten dicht, honderdduizenden Belgen kwamen werkloos thuis te zitten. In april, het dieptepunt van de lockdown, kregen ruim 1,1 miljoen werk­nemers (een kwart van alle ­banen) een uitkering via het versoepelde systeem van tijdelijke werkloosheid in overmacht en konden bijna 400.000 zelfstan­digen (in hoofdberoep) op een overbruggingsrecht rekenen, tot 1.614 euro per maand, afhan­kelijk van de gezinslast.

Doordat sommige werkgevers (in 16,00 % van de gevallen) ook nog een supplement bovenop de uitkering betaalden, is er zelfs een kleine groep bij de laagste inkomens die meer ging verdienen door thuis te blijven dan door te gaan werken. Gezien de uitkeringen in absolute bedragen beperkt zijn, gaan de hogere ­inkomens er meer op achteruit. Ook naarmate iemand langer in het systeem zit, loopt het inkomensverlies op. Een alleenstaande zonder kinderen met een ­gemiddeld inkomen behield de eerste maand 97,40 % van zijn brutoloon. Na twaalf maanden is dat nog 61,20 %.

Dure maatregelen

‘Deze studie toont nogmaals dat ons land sterke schokdempers heeft in crisistijden’, zegt ­arbeidseconoom Ive Marx (UA). ‘Ook tijdens de financiële crisis bleken de uitkeringen een belangrijke stabilisator.’ Dat enkele van de laagste inkomens erop vooruitgaan, vindt Marx opvallend. ‘Maar vergeet niet dat ook veel mensen uit de boot vielen en geen gebruik kunnen maken van de steunmaatregelen.’ Deze studie zegt niets over de sociale ­impact van de coronacrisis, waarschuwen ook de auteurs.

Aan de verruiming van de uit­keringen hangt een stevig prijskaartje, blijkt uit de studie. Voor de periode van maart tot en met mei kostte het systeem van tijdelijke werkloosheid ons land bijna 2,7 miljard euro, dit jaar wordt 2 miljard euro aan overbruggingsrecht uitgekeerd. Bovendien rijst de vraag hoelang we dit nog kunnen volhouden, merkt Marx op. Door alle steunmaat­regelen houden we ook sectoren in leven die misschien niet meer levensvatbaar zijn. ‘Dat de Belgische productiviteitsgroei zo zwak is, kun je daar niet los van zien.’

DELBEKE, K. Ondanks coronacrisis bleef loonverlies beperkt. De Standaard, 9 oktober 2020, 23.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo