Door de coronacrisis kampt een kwart van alle bedrijven met (acute) liquiditeitsproblemen, in de horeca is dat zelfs de helft. Ook 66.000 bedrijven die voordien perfect gezond waren, worden hard getroffen.

Eerste vaststelling: zonder specifieke steunmaatregelen door de overheid was liefst 43,00% van alle bedrijven in ernstige financiële problemen gekomen, ‘zelfs tot op de rand van het faillissement’.

Door een mix van federale en ­regionale maatregelen – zoals soepelere regels bij tijdelijke werkloosheid, een staatswaarborg op ­ondernemingskredieten, uitstel van bedrijfsbelastingen en bedrijfspremies – is dat niet ­gebeurd. Toch kampt nog al­tijd ­25,00 % van de bedrijven met liquiditeitsproblemen. De totale nood aan (bijkomend) kapitaal wordt door Graydon op 83 miljard euro geraamd. Zonder overheids­ingrijpen was dat zelfs 115 miljard geweest.

‘De steunmaatregelen hebben bedrijven al flink geholpen, maar volstaan jammer genoeg niet’ Pieter Timmermans   Gedelegeerd bestuurder VBO

Het is geen verrassing dat de ­horeca de zwaarst getroffen sector is. In de horeca zit net iets meer dan de helft van alle ondernemingen (50,90 %) in financiële ademnood. Een doorsnee horecazaak (op basis van de mediaan­cijfers in het rapport) heeft een injectie van 21.250 euro nodig om niet in acute betalingsnood te ­verzeilen. Voor een doorsnee handelszaak is dat 44.500 euro. In de handel kampt zo’n 35,00 % met financiële problemen, in de recreatiesector is dat zelfs 41,00 %.

Slecht voor start-ups

Opvallend, en zorgwekkend: uit de analyse blijkt dat 16,00 % van de ondernemingen, 66.000 of bijna een op de zes, die vóór de ­coronacrisis perfect gezond ­waren, nu met aanzienlijke liquiditeitsproblemen wordt ge­confronteerd. ‘De crisis blijft niet ­beperkt tot ­bedrijven die er ­zonder corona ook al slecht aan toe waren.’

Bovendien hebben kleinere en ­jongere ondernemingen in verhouding het hardst onder de crisis te lijden. ‘Wat niet betekent dat de weerslag van de coronacrisis bij grotere, oudere bedrijven minder groot is,’ legt Eric Van den Broele van Graydon uit, ‘maar die zijn er beter tegen bestand, omdat ze door de jaren heen grotere reserves konden aanleggen dan kleine en jonge ondernemingen.’

VBO en Graydon noemen die vaststelling ‘alarmerend’. ‘Heel wat start-ups en scale-ups, die de ondernemingen van morgen zijn, riskeren te verdwijnen en dat kan ons groeipotentieel op middel­lange en lange termijn aantasten.’

Bij bedrijven die jonger zijn dan vier jaar is maar 55,00 % financieel gezond, tegen 71,00 % bij ­bedrijven ouder dan tien jaar.

Relancepakket

Pieter Timmermans, de gedelegeerd bestuurder van het VBO, ­hamert op de nood aan bijkomende overheidsmaatregelen. Die moeten volgens hem verzekeren dat de liquiditeitsproblemen geen golf van faillissementen of ­bedrijfssluitingen in gang zetten.

‘De maatregelen die tot op ­heden zijn genomen, hebben de bedrijven al flink geholpen, maar volstaan jammer genoeg niet voor de kleine, middelgrote en jongere ondernemingen en sommige van de grote ondernemingen in de hardst getroffen economische ­niches’, meent Timmermans.

Het VBO somt een resem mogelijkheden op: een herijking en ­versterking van de notionele-interestaftrek voor kleine ondernemingen, een versterking van de taxshelter voor start-ups en scale-ups en een mobilisering van openbaar en particulier spaargeld (en van de reserves van gezonde ondernemingen), via gerichte incentives.

VBO-topman Timmermans richt zich tot slot rechtstreeks tot de preformateurs. ‘We vragen hen dringend om een economisch ­herstelplan op tafel te leggen en daarvoor in het regeerakkoord de nodige aanzetten te geven.’

RASKING, J. Kwart van bedrijven verkeert in financiële ademnood. De STandaard, 10 september 2020, 18.