‘In de voorbije decennia heeft de geschiedenis ons verwend’

Economische schokken zoals de coronacrisis hebben we in het verleden nog gekend. En zoals bij elke crisis duiken ook nu oude problemen en slechte reflexen op. “Het is weer ieder voor zich, net zoals in de jaren dertig”, zegt de economische historicus Erik Buyst. “België staat weer met de rug tegen de muur, net zoals begin jaren tachtig.”

De coronacrisis is best ernstig, maar wie superlatieven wil bovenhalen, moet eens praten met een historicus. “In de negentiende eeuw, in volle industriële revolutie, heeft België cholera- en tyfusepidemieën gekend”, zegt Erik Buyst, hoogleraar economische geschiedenis aan de KU Leuven. “Rond 1350 brak in Europa de pest uit, die veel dodelijker was dan het coronavirus. In enkele jaren werd een derde van de Europese bevolking weggemaaid. Alleen kan niemand het nog navertellen.”

We zitten te dicht op onze miserie om het brede plaatje te zien. Economische crisissen zijn er altijd geweest, in alle maten en gewichten. Vaak hebben we het aan onszelf te danken, bijvoorbeeld wanneer we euforisch worden over nieuwe technologieën. “Het enthousiasme blaast speculatieve zeepbellen die naderhand barsten, zoals de dotcomzeepbel van 2000 en de crash op Wall Street van 1929, toen de doorbraak van radio’s, stofzuigers en andere elektrische toestellen eeuwige welvaart leek te beloven”, aldus Buyst. Zeepbellen ontstaan ook wanneer beleggers euforisch worden over vastgoed en de banken daarin meegaan. “Stuiken de vastprijzen in elkaar, dan scheuren de kredietverleners hun broek, zoals bij de Amerikaanse spaarbankencrisis in de jaren tachtig, die de generale repetitie was voor de rommelhypothekencrisis van 2008-2009. ”

Euforie was er ook na de introductie van de euro in 1999. Landen als Griekenland laafden zich mateloos aan de goedkope kredieten in euro. Toen in 2010 bleek dat het land jarenlang zijn begroting had vervalst, barstte de schuldenbom. Een schuldencrisis ontstond ook in de jaren zeventig, toen ontwikkelingslanden zich rijk waanden door de hoge grondstoffenprijzen en massaal dollars gingen lenen, tot ook dat kaartenhuisje in elkaar stortte.

Een andere categorie van crisissen vloeit voort uit geopolitieke spanningen, zoals de oliecrisis van 1973, een gevolg van de Jom Kipoeroorlog en de daaropvolgende olieboycot door de Arabische landen. In 1979 brak een tweede oliecrisis uit in het zog van de Iraanse Revolutie. Maar soms is een crisis gewoon het gevolg van brute pech. De orkaan Katrina in 2005 maakte in de Verenigde Staten bijna 2 miljoen mensen werkloos. Vandaag slaat de natuur opnieuw toe, in de vorm van een pandemie.

Het coronavirus heeft de crisis in gang gezet, maar de lockdown doet er een flinke schep bovenop.

ERIK BUYST. “De gigantische kostprijs van de lockdown begint zich nu af te tekenen. Hebben we niet overdreven? Was het zinvol gezonde mensen te straffen en zo de economie de dieperik in te jagen? Een goede kosten-batenanalyse zou helpen om de volgende keer wat minder paniekerig te reageren. Tegen de volgende uitbarsting moeten we een draaiboek hebben, met doordachte maatregelen. Dat is geen luxe. Stort je de economie in een crisis, dan stort je ook veel mensen in de miserie. Ondernemers moeten machteloos toezien hoe hun bedrijf ten onder gaat, werknemers zijn bang hun baan te verliezen. Dat heeft ook een psychologische en medische kostprijs. De zelfmoordcijfers zullen de hoogte ingaan, zoals bij elke crisis. Heeft de lockdown niet meer problemen gecreëerd dan opgelost? We moeten de moed hebben die vraag te stellen.”

Voor de economie is het te laat. De recessie lijkt in cijfers de Grote Depressie van de jaren dertig te zullen evenaren. Ziet u nog andere gelijkenissen, zoals het protectionisme?

BUYST. “Die vergelijking gaat niet helemaal op. We hebben geleerd uit het platte protectionisme van de jaren dertig. Toen hoopten we de crisis op te lossen door de grenzen botweg dicht te gooien voor buitenlandse goederen. Dan is Donald Trump toch wel gematigder in zijn handelsoorlog met China. Het huidige protectionisme is een erfenis van de financiële crisis van 2008 en 2009. Die maakte een eind aan de globaliseringsgolf van 1990 tot 2010. Die periode maakte verliezers, mensen die hun baan kwijt raakten door de concurrentie uit lagelonenlanden en door de technologische evolutie. Daar kwamen de migratiecrisissen in Europa en de Verenigde Staten nog eens bij. Dat alles heeft het geloof in de globale economie ondermijnd.

“Donald Trump heeft op die onrustgevoelens ingespeeld. Maar we moeten niet alleen naar hem kijken. In Europa is het vrije verkeer van personen brutaal afgeblokt tijdens de corona-epidemie. Wie had ooit kunnen denken dat onze grens met Nederland potdicht zou gaan? We wijzen naar Trump, maar we zijn zelf egoïstisch en nationalistisch. De Europese Unie heeft enorm gezichtsverlies geleden.”

Hoezo?

BUYST. “De Europese Unie moet waken over de toepassing van de Europese verdragen, en die garanderen het vrije verkeer van personen. Maar ze liet de lidstaten begaan. Als iets fundamenteels als het vrije verkeer van personen voor de bijl gaat, wat staat ons dan nog allemaal te wachten? We zijn Europeaan als het goed gaat. Komt er een crisis, dan is het weer ieder voor zich, net zoals in de jaren dertig. Het morele gewicht van Europa is wereldwijd enorm gezakt.'”

De meeste burgers leken de sluiting van de grenzen nochtans te slikken.

BUYST. “Dat heeft me enorm verbaasd. We laten onze fundamentele vrijheden zomaar opzijzetten. We laten ook de internationale verbondenheid zomaar los. We zijn op een gevaarlijk hellend vlak terecht gekomen. De ander is een potentiële virusdrager, en dus gevaarlijk. Zo zijn de nazi’s ook begonnen in de jaren dertig, toen de Joden gevaarlijke mensen waren. Bij sociaal-economische problemen zoeken mensen een zwart schaap. In de jaren dertig waren dat de buitenlandse concurrentie en de Joden, vandaag is het China. Volgens samenzweringstheorieën zou het coronavirus zijn ontworpen in een Chinees labo met het oog op biologische oorlogsvoering.”

Een heilig boontje is China nu ook weer niet. Toen Italië aan het begin van de corona-epidemie tevergeefs wachtte op Europese hulp, was China er als de kippen bij om mondmaskers te leveren, en zo de Europese verdeeldheid te voeden.

BUYST. “China maakt dankbaar gebruik van de Europese zwakheden. Het land is een opkomende wereldmogendheid, en mogendheden willen hun invloedssfeer uitbreiden. Dat hebben de Europese mogendheden ook gedaan ten tijde van het kolonialisme in de achttiende en de negentiende eeuw. We hebben onze economische macht toen omgezet in politieke macht. China doet nu hetzelfde, onder meer via de Nieuwe Zijderoute, een grootschalig programma van buitenlandse infrastructuurinvesteringen. Voor een deel zullen we met die Chinese invloedsverwerving moeten leren leven. De Chinese opgang van arm land tot wereldmacht is tot nu vreedzaam verlopen. De Europeanen moet niet te hoog van de toren blazen, zij hebben twee wereldoorlogen ontketend. Geef China de kans zich te positioneren als grootmacht. Het moet zijn toegenomen gewicht in de wereld kunnen etaleren, als een soort uitlaatklep. Zolang dat met economische middelen gebeurt, moeten we daar begrip voor opbrengen. Wat niet wil zeggen dat het Westen met zijn voeten moet laten spelen. Strategische bedrijven mogen bijvoorbeeld niet zomaar in Chinese handen komen.”

In de vorige eeuw waren twee wereldoorlogen nodig om de Europese Unie en andere vormen van internationale samenwerking te zien ontstaan, zoals het Internationaal Monetair Fonds. Moet het huidige antagonisme opnieuw escaleren vooraleer we beseffen dat samenwerking doelmatiger is?

BUYST. “Dat is de permanente slingerbeweging. Vanaf 1890 tot de Eerste Wereldoorlog was er een eerste globaliseringsgolf, met toenemende economische verwevenheid, internationale handel, kapitaalstromen en migratie. Dat alles verkruimelde in de Tweede Wereldoorlog en het nationalisme van de jaren dertig. Na de Tweede Wereldoorlog brak een nieuwe periode van internationalisering en liberalisering aan, met als hoogtepunt de globaliseringsgolf van 1990-2010. Intussen is het alweer ieder voor zich, tot we zullen vaststellen dat we slecht bezig zijn, goedschiks of kwaadschiks. Het spanningsveld tussen samenwerken en terugplooien is eeuwenoud.”

Als exportland voelt België meteen de weerslag van internationale crisissen, maar dat excuus geldt niet altijd. In de jaren vijftig kenden onze buurlanden een economisch herstel, terwijl België sukkelde en zich krampachtig vastklampte aan steenkool, schrijft u in uw boek ‘Het Gestolde Land’.

BUYST. “De zilveren jaren vijftig gingen aan België voorbij. Onze verouderde economische basis van steenkool en staal kapseisde. De modernisering van de economie verliep te langzaam, ook door conservatisme. Tekenend is bijvoorbeeld hoe de lobby van de kleinhandelaars de opkomst van de supermarkten tegenwerkte. Het ergste is dat we nog altijd niks geleerd hebben. De opkomst van e-commerce is afgeremd in België. Lobbygroepen zijn machtig in ons land, deels omdat we zo’n zwakke politici hebben. Lobby’s hebben alle belang bij het status quo, zodat we nog altijd te traag moderniseren. Waar zijn onze grote technologiebedrijven? Nederland heeft ASML, een producent van machines voor de halfgeleiderindustrie. Wat hebben wij? Dat verklaart ook onze trage groei sinds de financiële crisis van 2008. Het duurde zeven jaar eer we ons vroegere welvaartsniveau opnieuw bereikten. Dat is onvoorstelbaar.”

Een ander oud zeer is het gebrek aan begrotingsbuffers tegen slechte tijden, schrijft u.

BUYST. “Als het goed gaat, zijn de Belgen meteen in carnavalsstemming. Ze laten de lonen buitensporig stijgen en het geld in de staatskas moet zo snel mogelijk de deur uit, bijvoorbeeld voor de uitbouw van een heel genereuze sociale zekerheid. België is een echte consumptiejunkie. We hebben nooit een buffer. Als de groei dan stilvalt, zitten we zonder reserves en betalen we de prijs. Na de gouden jaren zestig en de olieschokken van de jaren zeventig stond België begin jaren tachtig aan de rand van de economische instorting. Het begrotingsbeleid was waanzinnig geweest, met een tekort dat opgelopen was tot 15,00 % van het bruto binnenlands product (bbp). De concurrentiekracht was compleet naar de haaien. De financiële markten werden onrustig, België verzeilde in een Grieks scenario. Typerend is hoe de politiek pas toen echt ingreep, met een devaluatie en een sanering.”

Vandaag zien de Belgische cijfers er niet veel beter uit.

BUYST. “België staat weer met de rug tegen de muur, net zoals begin jaren tachtig. De goede jaren tussen 1990 en 2010 hebben we onvoldoende gebruikt om de overheidsfinanciën te saneren, in tegenstelling tot de Nederlanders, die nu begrotingsoverschotten boeken. Ik hoop dat de coronacrisis voor een catharsis zorgt, en de Belgische politiek de moed opbrengt om het huis op orde te zetten.”

Intussen zit de economie nog lang met een molensteen om de nek. De ontwikkeling en de wereldwijde verspreiding van een veilig en doelmatig vaccin vragen tijd. Het kan vier tot vijf jaar duren eer deze pandemie onder controle is, zei de hoofdwetenschapster van de Wereldgezondheidsorganisatie.

BUYST. “De Grote Depressie heeft in België ook vijf jaar geduurd, van 1930 tot 1935. Maar laat ons er geen doekjes om winden: dit wordt moeilijk. De overheid heeft al veel geld in de economie gepompt, maar kan dat niet blijven doen. Nieuw is dit niet. De pest is eeuwenlang blijven opflakkeren in Europa. Na de uitbraak rond 1350 kregen we de ziekte pas aan het begin van de achttiende eeuw onder controle. Tussendoor waren er perioden van economische groei, zoals in de zestiende eeuw. De mens is taaier dan je denkt. In de voorbije decennia heeft de geschiedenis ons verwend. Nu moeten we weer door een donkere tunnel. Als historicus blijf ik optimistisch. Komt er geen afdoend vaccin, dan vinden we wel andere manieren om met dit virus om te gaan. Dat hebben we in verleden altijd moeten doen.”

België en zijn crisissen

crisissen

De welvaart per hoofd van de bevolking zal dit jaar met 7,60 % krimpen. De twee wereldoorlogen niet meegerekend, wordt 2020 daarmee het slechtste jaar sinds 1846, schrijft de Leuvense hoogleraar economie André Decoster in een blogpost. De coronacrisis maakt het zelfs bonter dan de Grote Depressie van de jaren dertig. In 1932 kromp de welvaart per hoofd met 5,20 %. “De recessies die nog deel uitmaken van het collectieve geheugen, zoals die van 1993, 1981 en 1975, die volgde op de olieschok van 1973-1974, lijken rimpelingen in vergelijking met wat we nu meemaken”, aldus Decoster.

Voor de vergelijkbaarheid heeft hij de jaarlijkse welvaart – of het bruto binnenlands product – omgerekend in prijzen van 2015. Daardoor blijft de koopkracht van het geld gelijk over de beschouwde periode. Met 100 euro koop je in 1900, 1950 of 2020 evenveel als in 2015. Volgend jaar moeten we alweer een welvaartsherstel van 6,20 % per hoofd van de bevolking zien. Als die voorspelling uitkomt, wordt 2021 het op vijf na beste jaar sinds 1846. Intussen zijn we wel tien jaar kwijt, aldus Decoster. Door de coronaklap zal onze welvaart per hoofd terugvallen tot 35.680 euro dit jaar. Dat is amper meer dan in 2009, toen we aan 35.178 euro zaten. Zonder coronacrisis was het cijfer voor 2020 uitgekomen op 38.909 euro. Dat betekent dat we dit jaar 3229 euro aan welvaart per hoofd mislopen. Dat verlies is historisch groot, aldus Decoster. Hij maakt de vergelijking met zijn grootvader, die in 1913 met een weliswaar veel bescheidener welvaart van 6399 euro per hoofd de loopgraven aan de IJzer introk. Bij zijn pensioen in 1943 – vervroegd, door zijn dienst aan de IJzer – bedroeg het welvaartsniveau 5925 euro per hoofd, of 474 euro minder dan bij zijn debuut als frontsoldaat. Die daling was de tol van twee wereldoorlogen en de Grote Depressie van de jaren dertig. Maar dat verlies weegt niet op tegenover de duik van 3229 euro waar we nu voor staan. We maken geschiedenis mee, helaas om de verkeerde reden.

VANGELDER, J. ‘In de voorbije decennia heeft de geschiedenis ons verwend’. Trends, 4 juni 2020, 29.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo