Crisis slaat kraters in bedrijvenlandschap

De Grote Lockdown, zoals de economische coranacrisis wordt genoemd, dreigt heel wat slachtoffers te maken in de wereld van de bedrijven in ons land. Het economisch weefsel zal enkele ferme scheuren oplopen.

In heel wat sectoren en bedrijven worden de activiteiten stilaan weer opgestart. Maar de lockdown die op 14 maart werd afgekondigd heeft groot productie- en omzetverlies veroorzaakt bij tal van ondernemingen. En het zal nog een poos duren voor het opnieuw business as usual is.

De coronacrisis zal flink wat bedrijven in financiële moeilijkheden brengen en doen omvallen, dat lijdt weinig twijfel. Het effect zal pas zichtbaar worden met vertraging, onder meer omdat minister van Justitie Koen Geens (CD&V) een maatregel heeft genomen die bedrijven die in problemen geraken tijdelijk beschermt tegen inbeslagnames door hun schuldeisers en tegen faillissement.

Uit cijfers van het Europees statistische bureau Eurostat bleek begin dit jaar dat er in België jaarlijks slechts 6,30 % nieuwe ondernemingen worden opgericht. Daarmee hangt ons land aan de staart van het Europese peloton. Daar staat echter tegenover dat ook de sterftegraad van bedrijven in ons land laag is. Op dat vlak zijn we een van de koplopers.

De combinatie van weinig starters en een lage sterftegraad wijst echter op een gebrek aan vernieuwing van het economisch weefsel. De creatieve destructie, zoals dat heet, speelt onvoldoende. Het is een oorzaak van de tragere productiviteitsstijgingen en de zwakke economisch groei in ons land.

De coronacrisis zal de sterftegraad van ondernemingen doen stijgen. Dat is destructie, maar geen creatieve. Tenzij ze wordt gecompenseerd door een sterke toename van nieuw opgerichte bedrijven. Maar meteen na zo’n crisis, in een onzeker klimaat, is dat niet erg waarschijnlijk. Het resultaat is dat de coronacrisis gaten en scheuren zal doen ontstaan in het economisch weefsel.

Onrustbarend is ook dat uit een rondvraag vorige week van de Economic Risk Management Group en de Nationale Bank bleek dat een derde van de bedrijven zijn investeringsplannen uitstelt naar later dit jaar en een ander derde ze voor een onbepaalde tijd verdaagt. Dat maakt dat de innovatie, belangrijk voor de toekomstige groei, op een lager pitje wordt gedraaid.

Welke bedrijven zijn het kwetsbaarst? Of ze die schok kunnen absorberen, hangt in de eerste plaats af van de sector waarin ze actief zijn – sommige zijn zwaarder getroffen dan andere.

Maar het speelt ook een rol in welke mate ze hun kosten kunnen terugdringen en hun kasstromen kunnen behoeden voor een zware negatieve impact, of ze veel schulden torsen of niet, en of ze van de bank overbruggingskredieten kunnen krijgen. De nettoschulden van de Belgische niet-financiële bedrijven bedragen 272,00 % van hun jaarlijkse inkomsten, blijkt uit cijfers van Eurostat. Dat is net onder het Europese gemiddelde. Nederland doet het beter, in Frankrijk en Italië hebben de bedrijven meer schulden.

Bedrijven die beschikken over stevige financiële reserves kunnen het langer uitzingen dan andere, en van tel is ook of ze kunnen terugvallen op een aandeelhouder die wil en kan bijspringen als dat nodig is.

Vraag

Een belangrijk element op langere termijn is of de vraag naar de diensten of producten van de bedrijven – van consumenten of van andere ondernemingen – herneemt zodra de coronacrisis haar piek voorbij is, of dat integendeel de markt ervoor voor een groot stuk of helemaal weg is.

De horecabedrijven rapporteren een omzetdaling de voorbije drie weken van gemiddeld 8800 %, blijkt uit het overzicht dat de Economic Risk Management Group en de Nationale Bank vorig vrijdag publiceerden op basis van een brede rondvraag van de werkgeversorganisaties bij hun leden. Dit is de zwaarst getroffen sector. Andere sectoren zien ook een aanzienlijk omzetverlies (zie tabel).

Het minst getroffen zijn de bank- en verzekeringssector (-12,00 %) en de voedingswinkels (-5,00 %).

impact crisis omzet

Overlevingskansen

Het risico op een faillissement wordt het hoogst ingeschat door bedrijven uit de kunst-, amusements- en recreatiesector. Meer dan een kwart zegt dat een faillissement ‘waarschijnlijk’ of ‘heel waarschijnlijk’ is. In de horeca- en hotelsector is dat 18,00 %, in de landbouw en visserij 8,00 %, en in de industrie eveneens 8,00 %.

Kleine bedrijven schatten hun overlevingskansen doorgaans lager in dan grotere. Van de bedrijven met minder dan tien werknemers schat een op de tien het risico op een faillissement als reëel in. Bij ondernemingen met meer dan 250 werknemers is dat minder dan een op de honderd.

MICHIELSEN, S. Crisis slaat kraters in bedrijvenlandschap. De Tijd, 23 april 2020, 6.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo