Economen hebben vragen bij Vlaamse jobbonus

De geplande jobbonus van de Vlaamse regering leidt tot extra koopkracht voor de lage lonen. Maar omdat al federale prikkels bestaan om werklozen te overtuigen te gaan werken, plaatsen Leuvense economen vraagtekens bij de maatregel.

De nieuwe Vlaamse regering voert een jobbonus in voor de laagste lonen. De maatregel, die tegen het einde van de regeerperiode 350 miljoen euro kost, moet ertoe leiden dat de laagste inkomens netto meer overhouden en meer geneigd zijn een job te aanvaarden.

De Leuvense economen André Decoster en Toon Vanheukelom hebben jobbonus onder de loep genomen. De maatregel levert inderdaad extra koopkracht op voor de laagste lonen en is een extra financiële prikkel om te gaan werken. Maar de vraag is hoe groot die prikkel is. Er bestaat al een federale sociale werkbonus (een verlaging van de werknemersbijdragen) en een federale fiscale werkbonus. Die twee samen maken een groot verschil, stelt Vanheukelom.

Wie voltijds werkt voor iets meer dan het minimumloon, zou zonder de bonussen 1.494 netto verdienen. Dat is ruim 400 euro meer dan door niet te werken en een werkloosheidsvergoeding van 1.078 euro te krijgen. Als daar de federale maatregelen bijkomen, is het verschil 600 euro. Met de Vlaamse jobbonus zou de werknemer nog eens 50 euro extra overhouden, waardoor het verschil met een werkloosheidsuitkering 650 euro bedraagt.

De vraag is volgens Vanheukelom of die bijkomende verhoging nog effect genereert. ‘We hebben daar twijfels bij. Het (maximale) bedrag van 50 euro is al klein tegenover de 600 euro die al gerealiseerd was.’ Bovendien is de vraag of geld wel de bepalende reden is waarom resterende segmenten van de arbeidsmarkt zo moeilijk werknemers vinden. Als andere hinderpalen belangrijk(er) zijn, is de jobbonus weggegooid geld.

MOENS, B. Economen hebben vragen bij Vlaamse jobbonus. De Tijd, 15 oktober 2019, 4.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo