‘De zwaarste leerschool die ik ooit gehad heb’

In almaar meer sectoren leggen innovatieve start-ups gevestigde bedrijven het vuur aan de schenen. Ook de Vlaamse start-upscene bloeit als nooit tevoren. ‘Maar zo’n traject is echt niet voor iedereen weggelegd.’

Werken met zicht op zee: het kader oogt lang niet altijd zo aantrekkelijk voor een start-up, maar deze week kon het even. Vier dagen lang blies het kruim van de Vlaamse start-ups verzamelen in het casino van Oostende voor Start it@KBSea. Om te netwerken, maar vooral ook om van elkaar te leren. Dat blijkt, ondanks alle hoera- en succesverhalen van de jongste jaren, geen overbodige luxe.

‘De ene dag zit je in de wolken, de andere dag moet je jezelf dwingen om opnieuw uit de put te klauteren. Het is een echte rollercoaster’, vat Marie Van den Broeck (26) haar ervaringen samen. Als industrieel ingenieur-ontwerper richtte ze twee jaar geleden, vers van de schoolbanken, haar eigen bedrijfje op. ‘Mijn oma bracht me op het idee, toen ze een tijdje met krukken moest rondlopen. Die veroorzaakten vaak pijnlijke blaren op de handen. Als industrieel ontwerper voelde ik me daardoor aangesproken.’ Met My Add On ontwerpt Marie siliconen opzetstukjes voor krukken, rolstoelen en rollators. ‘Zowel uit esthetische als uit functionele overwegingen.’

Het idee voor een eigen bedrijfje groeide al op de schoolbanken, waar ze ook aangemoedigd werd om haar idee buiten de school te gaan pitchen. ‘Ik heb de sprong daardoor stevig verkleind. Tegelijk was dat misschien net ook het goede moment: je zit nog niet in de gouden kooi. Daar staat tegenover dat je als pas afgestudeerd groentje natuurlijk ook veel leergeld betaalt – bijvoorbeeld als je zelf op zoek moet naar een producent – en lang niet overal even ernstig wordt genomen.’ Terwijl ze intussen ook nog de handen vol had met haar masterproef, richtte Marie ook nog eens een grafisch ontwerpbedrijfje op. Het geld dat ze daarmee verdiende, investeerde ze in My Add On.

Alleen succesverhalen

Het mag tegenwoordig dan al verhalen regenen over succesvolle start-ups en geslaagde investeringsrondes, Marie weet die intussen ook aardig te nuanceren. ‘Als buitenstaander besef je totaal niet wat er allemaal komt kijken bij zo’n start-up. Het is natuurlijk ook niet onlogisch dat starters die met hun hoofd tegen de muur lopen niet meteen staan te dringen om hun verhaal te delen. Dat is jammer, want als startende ondernemer leer je net het meest van die verhalen. Ik wil niemand ontmoedigen, maar het is gewoonweg heel zwaar, zeker als je helemaal alleen een bedrijfje start. De productontwikkeling, de normering van een nieuw product, de zoektocht naar je eerste klanten, het ­financiële aspect: ik had wel enkele mentoren die me bijstonden, maar die weten uiteraard ook niet alles. Ik heb dagen gekend waarop ik echt heel diep zat. En ik had mezelf wellicht veel ellende kunnen besparen als ik van bij het prille begin begeleid was door een meer ervaren starter die zelf dat hele traject al doorlopen had. Die begeleiding krijg ik nu wel.’

Mentale weerbaarheid

Net om op die nood in te spelen, richtte Lode Uytterschaut vijf jaar geleden Start it@kbc op, een start-up-accelerator die intussen uitgroeide tot een van de grootste van het land, Uytterschaut zag het start-up-landschap in België in die periode ook drastisch veranderen. ‘De hele scene is vooral een stuk rijper en kwaliteitsvoller geworden. We hebben intussen zowat 750 start-ups begeleid, en 73 procent daarvan heeft die lastige beginjaren overleefd. Anno 2019 zien we hier nu stilaan ook een handvol bijzonder succesvolle Vlaamse start-up-oprichters opstaan die zelf ook willen investeren in nieuwe bedrijfjes. Het ­Silicon Valley-model is dus overgewaaid naar ons land, en dat is absoluut een goede zaak. De grootste toegevoegde waarde van dat soort investeerders zit niet eens in hun financiële inbreng, wél in het feit dat zij alle valkuilen kennen en je desnoods bij je beide oren de oceaan over zullen trekken als ze dat nodig achten. Het belang van goede mentoren kan amper overschat worden, en dan val je maar op iemand die jouw traject zo recent mogelijk ook zelf heeft afgelegd.’

Ook Uytterschaut zag het aantal start-ups in Vlaanderen de voorbije jaren fors toenemen. ‘Met dank aan de overheid – die een stimulerende rol heeft gespeeld – de media en enkele opmerkelijke Vlaamse succesverhalen zoals Collibra en Showpad. Zulke succesverhalen werken wervend, maar we moeten ook opletten dat we de balans niet in de andere richting doen overhellen. Het is echt niet iedereen gegeven om een start-up uit de grond te stampen. Je moet over een extreem grote mentale weerbaarheid beschikken, zeker als je met een echt innovatief product op de proppen komt. Niemand kent jouw product, je moet aan iedereen uitgelegd krijgen waarom je doet wat je doet. Om nog maar te zwijgen van het overtuigen van geldschieters en klanten. Je ideale klant benoemen blijkt voor vele starters bijzonder lastig: je mag technisch dan al een hele bolleboos zijn, als je niet kan uitleggen welk probleem jouw product precies oplost en waar je markt ligt, dan wordt het natuurlijk niets. Het is heus geen toeval dat vele start-ups door meerdere mensen samen worden opgericht.’

‘Onwaarschijnlijk complex’

‘Er gaat in mijn ogen net iets te veel aandacht naar de zeer uitzonderlijke succesverhalen onder de Belgische start-ups. Zo ontstaat hier en daar misschien de indruk dat het, eens je in de goede sector zit, haast een fluitje van een cent is. Nee dus: ikzelf timmer al zes jaar lang aan de weg en heb in die periode twee voltijdse jobs uitgevoerd én een doctoraat afgewerkt.’ Linguïste en pedagoge Tanika ­Kenens (29) zit volop in de lanceringsfase van Alteredu. ‘Een uit de hand gelopen doctoraat’, zoals ze het zelf omschrijft. ‘We zijn nu pas gestart met de commercialisering.’ Met haar hoogtechnologische bedrijfje hoopt ze in te spelen op een nood bij almaar meer ondernemingen uit de diensten­sector, waar de digitalisering medewerkers in heel nieuwe rollen en vaardigheden dwingt. ‘We hebben een AI-tool ontwikkeld die onze klanten moet toelaten om – op basis van complexe open vragen – de denk- en leerpatronen van hun medewerkers in kaart te brengen. Op basis daarvan kan de werkgever dan veel efficiënter inzetten op levenslang leren.’

Met Alteredu mocht ze de voorbije maanden al proefdraaien bij onder meer Agoria, KBC en Acerta. Intussen voert ze – met een ander bedrijfje – ook al vijf jaar lang consultancyopdrachten uit. ‘Om intussen toch ook wat geld in het laatje te krijgen’, klinkt het. ‘Een start-up oprichten is de zwaarste leerschool die ik ooit gehad heb. Je praat over schaalbaarheid, over de juridische aspecten, over intellectuele eigendom, noem maar op. Het is onwaarschijnlijk complex. Net daarin zit voor mij het grootste verschil met een diensten­bedrijf, waar alles doorgaans heel organisch loopt. Met mijn eerste medeoprichters heb ik bijvoorbeeld heel wat problemen gehad rond de intellectuele eigendomsrechten. Je betaalt elke dag leergeld en je kan eigenlijk nooit genoeg mentoren hebben. Al is het natuurlijk ook een illusie dat je je als starter kan wapenen tegen alle mogelijke risico’s: met een heel klein team is je bandbreedte nu eenmaal beperkt. Dat vraagt dus heel veel opofferingen.’

Begeleiding op maat

Lode Uytterschaut zit op dezelfde golflengte. ‘Ondernemer zijn is lang niet altijd een leuk verhaal, maar zeker als starter is het echt afzien. De gemiddelde leeftijd van de starters die wij begeleiden, ligt nu op 32 jaar. Dat is ook niet zo vreemd: zij hebben al wat meegemaakt en kunnen doorgaans al iets beter tegen een stootje. Daar staat dan weer tegenover dat je als piepjonge starter meestal minder te verliezen hebt en nog niet vastzit in die gouden kooi. Wat ik de voorbije jaren vooral geleerd heb: als je echt een zeer innovatief idee hebt waar je rotsvast in gelooft, ga er dan gewoon voor. Maar ga vooral ook meteen op zoek naar begeleiding op maat.’

LARS VESTERGAARD (ORACLE GLOBAL STARTUP ECOSYSTEM)
‘Het is als een fiets berijden die je zelf nog aan het bouwen bent’

‘We moeten eerlijk zijn: de meerderheid van de start-ups haalt het niet’, klinkt het bij Lars Vestergaard. Hij staat aan het hoofd van het Global Startup Ecosystem bij de softwaregigant Oracle en waarschuwt voor een al te glorieuze voorstelling van de start-upscene. ‘De technologische fase is doorgaans nog het eenvoudigste luik. Het echte werk begint pas als je geschikte mensen en voldoende centen moet aantrekken en met je product of dienst de markt op moet.’
Vestergaard wijst ook op de vaak nefaste impact van sociale media. ‘Jongeren worden vandaag sowieso al grootgebracht met het idee dat ze later alles kunnen doen en worden wat ze maar willen. De alomtegenwoordigheid van technologie versterkt dat en ook sociale media voeden dat beeld. Start-ups zien zich zo min of meer gedwongen om daarop naar buiten te treden alsof hun innovatieve producten alles kunnen oplossen. Als ik met starters aan tafel zit, waarschuw ik hen daarvoor: don’t oversell yourself. Een start-up runnen, is een beetje zoals een fiets berijden terwijl je hem nog volop aan het bouwen bent.’

MICHIELS, F. ‘De zwaarste leerschool die ik ooit gehad heb’. De Standaard, 24 augustus 2019, E6.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo