De vervuiler betaalt niet

Emmanuel Macron heeft het gemerkt: de beste manier om je populariteit om zeep te helpen, is de brandstofprijzen verhogen. Autorijden duurder maken is een vorm van politieke zelfkastijding. Iedereen wil graag de planeet redden, tot het voelbaar wordt in de portemonnee. Boze Fransen zijn van plan vandaag uit protest de snelwegen te blokkeren.

Macron bedoelt het goed. Hij wil de klimaatopwarming afremmen. Maar de vraag van automobiliste Priscillia Ludosky, die een petitie tegen de hogere brandstofprijzen opstelde, is pertinent: ‘Waarom beslist de regering niet om vliegtuigen zwaarder te belasten?’

Als je ervan uitgaat dat de vervuiler moet betalen, is vliegen inderdaad veel te goedkoop. De zogenaamde externaliteiten – lawaaihinder, luchtvervuiling, klimaatopwarming – worden nauwelijks in rekening gebracht. Op vliegtuigbrandstof worden geen accijnzen geheven, op tickets wordt geen btw in rekening gebracht.

Je kan je ook afvragen hoe groot de eigenlijke invloed op het klimaat is van duurdere benzine en diesel. Of de brandstofprijzen nu stijgen of dalen, de files worden langer en het aantal auto’s blijft stijgen. Het Amerikaanse Congressional Budget Office, dat het parlement advies geeft, heeft het effect van stijgende brandstofprijzen in 2008 nauwkeurig berekend. Dat was een goede periode, want tussen 2003 en 2007 verdubbelde de prijs aan de pomp in de VS van 1,50 naar 3 dollar per gallon. Conclusie van de studie: de effecten op het rijgedrag zijn erg klein. Per 50 cent prijsstijging ging het aantal ritten met 0,70 % omlaag en daalde de mediane snelheid met 0,75 mijl per uur. Wel gingen de Amerikanen zuinigere auto’s kopen. Op lange termijn zou een prijsstijging dus wel tot minder consumptie leiden, aldus het rapport.

Er zijn heel wat studies die het effect in kaart hebben proberen te brengen. Een samenvattende studie van 101 onderzoeken kwam tot de conclusie dat een prijsstijging met 10,00 % leidt tot een consumptiedaling op lange termijn met 5,80 %. Economen spreken dan van een prijselasticiteit van -0,58. Een gelijkaardige studie-naar-de-studies voor de luchtvaart concludeerde dat de gemiddelde prijselasticiteit voor vliegtickets -1,15 bedroeg. Dus: een 10,00  hogere prijs leidt tot een 11,50 lagere vraag.

Conclusie: per betaalde euro belasting heeft een luchtvaarttaks bijna dubbel zoveel effect op het klimaat als een taks op motorbrandstoffen. Dus waar wachten de overheden nog op? Op zich staat niets de belasting van vliegtuigbrandstof of tickets in de weg. Het probleem is alleen dat luchtvaart een internationale business is. Als België vliegen duurder maakt door belastingen in te voeren, is de kans groot dat heel wat mensen uitwijken naar Schiphol, Parijs of Düsseldorf. Zoals gezegd: iedereen wil graag de planeet redden, tot het voelbaar wordt in de portemonnee.

Natuurlijk is de Europese Unie de aangewezen instantie om dit aan te pakken. Maar zoals ook Macron al gemerkt heeft: dingen duurder maken is dodelijk voor je populariteit. Europa pakt liever uit met lage telefoontarieven. Belangrijker nog: de EU is niet bevoegd voor belastingzaken. Iedere lidstaat mag zijn tarieven autonoom bepalen. Dus Priscillia, als je dit leest: voorlopig zal rijden duur blijven en vliegen goedkoop.

MOOIJMAN, R. De vervuiler betaalt niet. De Standaard, 2018-11-17, E2.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo