Gaan de BRIC-landen het IMF beconcurreren?

De grote groeilanden hebben gezamenlijk een ontwikkelingsbank opgericht, als alternatief voor de Wereldbank en het Internationaal muntfonds (IMF). De krachtsverhoudingen in de economie veranderen.

Brazilië, Rusland, India en China, beter bekend onder het acroniem BRIC- landen, hebben samen met Zuid-Afrika besloten een ontwikkelingsbank op te richten. deze instelling zal met een kapitaal van 5 miljard dollar van start gaan en daarnaast over een reservefonds van 1   miljard dollar beschikken. De bedoeling is een tegengewicht voor het IMF en de Wereldbank te vormen. Beide instellingen zagen zeventig jaar geleden het levenslicht in Bretton Woods en moesten na de tweede wereldoorlog de internationale financiële stabiliteit garanderen en probleemlanden van noodfondsen voorzien. de oude industrielanden hebben er altijd de plak gezwaaid. Zelfs na de hervorming van de quota in 2 11 houden de vijf grootste aandeelhouders ( VS, Japan, Duitsland, VK en Frankrijk) bijna 4,00 % van de stemrechten in handen, terwijl ze maar 1 % van de wereldbevolking uitmaken. China bezit nog geen 4,00 % van de stemrechten. daarmee scoort het slechter dan bv. Frankrijk, ondanks het feit dat de Chinese economie meer dan drie k zo groot is. Deze scheefgetrokken verdeling vindt haar oorsprong in het feit dat het vroeger alleen de ontwikkelingslanden waren die steun nodig hadden van het IMF en de Wereldbank. Daarom was het logisch dat de rijke landen, die de belangrijkste geldschieters waren, er ook de lakens uitdeelden. Maar de tijden zijn veranderd. In de voorbije jaren hebben door de crisis in de eurozone ook verscheidene Europese landen de hulp van het IMF moeten inroepen. daarom eisen de groeilanden al een tijdje een grotere stem in de internationale instellingen. tot nu toe zonder veel resultaat.

Invloed

Geen wonder dat de BRIC-landen nu een eigen instituut wensen. Een goed moment, want heel wat ontwikkelingslanden lusten de recepten van de Wereldbank en het IMF niet langer. telkens wanneer deze instituten geld leenden aan armlastige landen ging dit gepaard met draconische hervormingseisen, waarbij heel wat regeringen zich afvroegen of ze niet van de regen in de drop waren beland.

De nieuwe BRIC-ontwikkelingsbank zal waarschijnlijk iets toegeeflijker zijn. Dat moet vooral de invloed van China, de grote geldschieter met een bijdrage van 41% aan het noodfonds, in de groei- en ontwikkelingslanden versterken. en laat het nu net in de ontluikende markten zijn dat in de komende vijf jaar 65% van de groei van de wereldeconomie zal plaatsvinden.

Door te lang vast te houden aan de hegemonie in de internationale instituten, heeft het westen ervoor gezorgd dat de BRIC-landen nu via nieuwe initiatieven het voortouw nemen in de meest dynamische zones van de wereld. Europa ziet daardoor niet alleen zijn economisch gewicht, maar ook zijn invloedssfeer verder afbrokkelen.

 

 Gaan de BRIC-landen het IMF beconcurreren? Gazet van Antwerpen, 2014-08-02, 39.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo