De kledingketen Esprit werd deze week failliet verklaard en sloot onmiddellijk de 15 winkels in eigen beheer in België. 148 werknemers verliezen hun job. Opnieuw een retailspeler die kopje-onder gaat.
De essentie
- Deze week kondigde Esprit het faillissement aan in ons land. Het sluit 15 winkels in eigen beheer. Zelfstandige uitbaters kunnen wel verder onder de vlag van Esprit en ook bij warenhuizen kan je de kledij nog kopen.
- Door de opkomst van onlineshopping en de coronacrisis regent het al een tijdje faillissementen in de modesector. ‘Traditionele’ spelers zoals ook Mexx, Naf Naf en Benetton konden het hoofd niet boven water houden.
- Toch is er voor fysieke winkels en traditionele spelers nog een toekomst, als ze genoeg vernieuwen.
Verlieslatend
Met zijn kleurrijke en betaalbare mode veroverde Esprit, opgericht in 1968 door twee Amerikaanse hippies, wereldwijd de winkelstraten. Maar het bedrijf verloor glans en moest in 2018 al banen schrappen en winkels sluiten. Het al jaren verlieslatende Esprit, dat noteert op de beurs van Hongkong, was een ‘boomer brand’ geworden, vooral nog aantrekkelijk voor oudere consumenten. In maart ging de Zwitserse tak failliet en deze week sloten de winkels die Esprit in België in eigen beheer uitbaatte.
Esprit belandt zo op een stilaan lange lijst van vertrouwde merken die verdwijnen: Naf Naf, Scotch & Soda, Benetton en Mexx. De Waalse keten Cassis en Paprika moesten dit jaar gered worden. De Belgische winkels van het warenhuis Inno, dat een brede waaier aan betaalbare merken aanbiedt, staan op omvallen.
‘Vooral kledingmerken uit het middensegment hebben het momenteel erg moeilijk’, zegt Ysabel Nauwelaerts, hoofddocent internationale strategie aan de KU Leuven. ‘Luxemerken die hun prijzen heel hoog houden en een sterke eigen identiteit hebben, floreren. Fastfashionaanbieders als Primark en Shein doen het ook merkbaar goed, omdat hun producten spotgoedkoop zijn. Hoewel Esprit een degelijke prijs-kwaliteitsverhouding bood, kon het zich de jongste jaren niet duidelijk profileren en viel het uit de boot.’
onlineshopping
Voor retailexpert Els Breugelmans (KU Leuven) kwam het faillissement van Esprit ook niet als een grote verrassing. ‘Het regent al jaren faillissementen en herstructureringen in de modesector. Esprit was een van de merken die niet genoeg inzetten op hun online aanwezigheid, terwijl het belang daarvan de voorbije jaren net enorm is toegenomen. Spelers als Zalando, Shein en andere nieuwe Chinese webwinkels doen dat net wel heel goed. De klassieke retail kan geen graantje meepikken en dat doet pijn.’
Daarnaast heeft de coronacrisis veel schade aangericht. Spelers zonder sterke online aanwezigheid, zagen hun reserves opdrogen. Volgens het statistiekbureau Statbel viel het budget dat gezinnen aan kleding en schoenen besteden tijdens de coronacrisis flink terug. Recent veerde het wat op, maar we geven nog altijd minder uit aan mode dan voor de pandemie.
De vele faillissementen in het middensegment baren Jan Denys, de CEO van het beursgenoteerde bedrijf Retail Estates, dat zo’n duizend winkelpanden heeft in de Belgische en Nederlandse periferie, weinig zorgen. ‘Winkelconcepten hebben nu eenmaal een natuurlijke levenscyclus. Vergelijk het met sociale media: ik zit veel op Facebook, mijn dochters moeten daar niets van weten. Zo is het ook met kledingzaken. Jongeren willen niet shoppen op dezelfde plek als hun ouders. Zolang er genoeg nieuwe concepten van de grond komen is dat geen probleem.’
Nog toekomst
Hij ziet ook zaken die zich goed kunnen aanpassen aan de vraag van hun klanten. ‘40 procent van het assortiment van de JBC in Herent zijn baby- en kinderkleren, omdat mensen dat nu eenmaal om sentimentele redenen meer kopen. De Zeb in Brasschaat heeft een eigen vintage store, om zo het hoofd te bieden aan de groeiende populariteit van Vinted (een app voor tweedehandskledij, red.) .’
Cijfers wijzen uit dat het aantal werknemers in de retail in Vlaanderen de afgelopen vijf jaar zelfs steeg, tot 150.000.
Ook Breugelmans heeft nog hoop voor fysieke winkels, ondanks de bikkelharde online concurrentie. ‘Al is gewoon je product aanbieden lang niet meer voldoende. Je moet de consumenten echt naar je winkels lokken. Bied hen een dienst aan die ze thuis achter hun scherm niet hebben.’
‘Zo ging ik in de VS naar een winkel die wintersportkleding verkocht, waar ze een coldroom hadden, een ijskoude ruimte waar je winterjassen kon testen. In een andere sportwinkel was een gigantische klimmuur geïnstalleerd. Ook in bruidswinkels zie je steeds vaker catwalks, staat er muziek op en wordt er champagne geschonken. Maak je zaak inspirerend en fun en dat het advies van je personeel een meerwaarde is.’
‘In België heeft de kledingwinkel SKM die les heel goed begrepen’, vindt Breugelmans. De modeboetiek in Aartselaar, met een oppervlakte van 5.000 vierkante meter inclusief een gigantische bistro, draaide vorig jaar een omzet van meer dan 14 miljoen euro en lokte meer dan 110.000 klanten. De winkel biedt zo’n 250 merken aan, waaronder gelukkig ook… Esprit.
