Wordt het tijd om de inflatie anders te berekenen?

Stijging van de prijzen
De tijden van hoge inflatie in Europa zijn achter de rug, stelt econoom Jan Eeckhout, al zien we dat nog niet terug in de inflatiecijfers van de centrale banken. ‘Met jaargemiddeldes loop je steeds achter de feiten aan.’

“Ik denk niet dat mensen ten volle doorhebben dat de hoge inflatie in de VS en de eurozone al voorbij is”, stelde econoom Jan Eeckhout op Twitter. Uit zijn berekeningen, gebaseerd op data van de afgelopen maanden, blijkt dat de inflatie in de eurozone in december zo’n 4 % bedroeg. En dat terwijl de Europese Centrale Bank in december op een inflatiecijfer van 9,20 % uitkwam, op basis van de geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP). Dat laatste cijfer geeft weer hoeveel duurder goederen en diensten geworden zijn tegenover december 2021. In de VS zou de inflatie zelfs al weer gezakt zijn tot 2 %, wat het streefcijfer van de centrale bank is.

Eeckhout, die als professor economie aan de Universitat Pompeu Fabra bekendstaat om zijn studies naar marktmacht en bedrijfswinsten, schrijft in een nieuwe paper dat die traditionele manier van inflatie berekenen een vertekend beeld van de actuele situatie geeft. “Met jaargemiddeldes werken is prima zolang er geen te grote prijsschommelingen zijn. Maar als de prijzen sterk stijgen of dalen, zoals het voorbije jaar, zeggen die gemiddeldes eigenlijk meer over de inflatie van een half jaar geleden”, zegt hij aan telefoon.

Zo kan het inflatiecijfer van december nog steeds de indruk geven dat de prijzen hoger worden, terwijl het gaat om een getal gaat dat vooral opgetrokken wordt door de prijsstijgingen van de eerste maanden na de Russische invasie. “Het gevolg is dat toen de werkelijke inflatie snel steeg, de maandelijkse cijfers van de centrale banken een onderschatting waren. De maandelijkse inflatiecijfers die nu gepubliceerd worden, zijn dan weer een stuk hoger dan de inflatie daadwerkelijk is. Eigenlijk loop je door die jaargemiddeldes te nemen dus steeds achter de feiten aan.”

En die berekeningsmethode voor de inflatie heeft wel degelijk gevolgen voor de doeltreffendheid van het monetair beleid, stelt Eeckhout. “Omdat de centrale banken met gemiddeldes werken, kunnen ze niet adequaat reageren op de situatie van vandaag. Daardoor zagen we dat de ECB bijvoorbeeld lang wachtte op de rente op te trekken toen de inflatie al serieus gestegen was.”

Het is niet de eerste keer dat de manier waarop de inflatie berekend wordt dit jaar ter discussie komt. “Dit voorstel past binnen een ruimere discussie binnen de economie over wat voor maatstaf de inflatie moet zijn”, zegt monetair econoom Selien De Schryder (UGent). “Die discussie wordt uiteraard levendiger in een periode van hoge inflatie”.

Zo stelden economen in heel wat landen dit jaar al vragen bij de hoge inflatiecijfers. Bij de berekening van de inflatie wordt doorgaans alleen rekening gehouden met de nieuwe energietarieven, ook als heel wat gezinnen op dat moment nog met een vast energiecontract zitten. In Nederland, waar de inflatie in september tot een recordcijfer van 17 % gestegen was, gaf statistiekbureau CBS al toe dat de inflatiecijfers daardoor een overschatting waren. Op dit moment werkt het CBS aan een nieuwe berekeningsmethode, die beter de actuele energieprijzen zou weergeven.

Toch is de kritiek op de centrale banken volgens De Schryder te gemakkelijk. “Het is heus niet zo dat die alleen naar jaargemiddeldes kijken. Centrale banken houden rekening met zowel de actuele inflatie als de inflatie op langere termijn, net als inflatiecijfers zonder de voedings- of energiekosten meegerekend.”

Net omdat beslissingen van de centrale banken, zoals het verhogen of verlagen van de rente, pas na enige tijd effect hebben op de prijzen, is het volgens monetair economen als De Schryder net van belang dat er met de inflatie over langere termijn wordt rekening gehouden.

Communicatie

Ook volgens macro-econoom Ferre De Graeve (KU Leuven) zijn de inflatiecijfers van alleen de laatste maanden onvoldoende om te oordelen over de huidige situatie, laat staan om voorspellingen te doen voor de komende maanden – nog een taak waar centrale banken zich mee bezighouden. “Uit onderzoek weten we dat naarmate de inflatie hoger is, ze ook veel meer sprongen maakt. Het is dus niet zo dat drie maanden van lagere inflatie sowieso betekent dat de inflatie op zijn retour is.”

Hij vindt de voorspelling dat de tijd van de hoge inflatie in Europa en de VS al voorbij is dan ook te voorbarig. “Er zijn tal van factoren waar je mee rekening moet houden. Denk bijvoorbeeld aan de loonkosten die de voorbije maand nog sterk gestegen zijn, en die daarna ook in de inflatiecijfers terecht zullen komen. Die informatie heb je even goed nodig om doordachte monetaire keuzes te maken.”

Toch heeft Eeckhout volgens De Schryder een punt als het gaat over de perceptie van de inflatiecijfers. Centrale banken mogen voor hun eigen berekeningen dan wel rekening houden met tal van indicatoren, in de publiekscommunicatie wordt telkens toch vooral verwezen naar het inflatiecijfer op jaarbasis.

En die focus heeft zijn gevolgen: in ons land worden de lonen automatisch opgetrokken op basis van dat cijfer, maar ook in andere landen speelt het inflatiecijfer een bepalende rol in de onderhandelingen over collectieve opslag. “Als dat een overschatting is van de huidige prijzen, kan dat dus toch een reële impact hebben. Ook centrale banken moeten dus beter nadenken over hoe ze communiceren over de inflatiecijfers.”

LELONG, J. Wordt het tijd om de inflatie anders te berekenen? De Morgen, 25 januari 2023, 4.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo