‘Belgen zitten te snel in hoogste belastingschijf’

‘Loon naar werken in België’, doopte de Unie van Zelfstandige Ondernemers haar brochure met enkele analyses over lonen in België. ‘Mensen moeten meer overhouden na een promotie’, vindt topman Danny Van Assche.

Loon naar werken in België. Is dat een provocatie op de dag dat het lang bevochten interprofessioneel ­akkoord van kracht gaat?

‘De publicatiedatum is eerder toeval, maar ook weer niet, omdat de regering­-De Croo een nieuwe belastinghervorming plant. De titel van de brochure had ook op een vakbondsbrochure kunnen staan. Het is een signaal en een uitgestoken hand naar de vakbonden. Zij voeren in het najaar actie tegen de loonwet, maar wij denken dat ze zich in hun strijd van wet vergissen. De enorme progressiviteit op de lonen is ook voor veel vakbondsleden een groot probleem. Zij houden bij een opslag netto weinig over.’

Vinden werkgevers niet altijd dat ze te veel lasten betalen? En kreeg u geen lastenverlagingen van de Zweedse regering?

‘Als we onze leden ondervragen over wat hen na aan het hart ligt, dan blijven de hoge fiscale lasten in België continu op nummer één staan. Deze keer niet zozeer omdat ze niet kunnen concurreren met het buitenland – wat nog wat speelt – maar vooral om mensen aan te trekken en te houden. Bedrijven zijn gefrustreerd dat ze niet de juiste instrumenten in handen hebben om mensen te belonen en goede werkkrachten bij hen te houden. Als ze een dure opslag geven, zijn hun werk­nemers vaak ontgoocheld omdat ze netto veel te weinig overhouden: er heerst een grote promotieval. Kleine ondernemingen klagen ook dat ze in deze schaarse arbeidsmarkt niet kunnen optornen tegen multinationals die personeel met hoge lonen wegsnoepen. En ja, het klopt dat de regering-Michel I de lasten heeft verlaagd door vooral de parafiscale lasten en de vennootschaps­belasting te verlagen, maar ze heeft weinig aan de promotieval gedaan.’

Zijn de verschillen in promotieval dan zo groot in Europa?

‘We geven in een aantal grafieken aan dat België het slecht doet. Nergens in Europa valt een werknemer zo snel in de hoogste ­belastingschijf van 50,00 %. In België zit je al vanaf 41.360 bruto jaarloon (ongeveer 2.300 euro netto per maand) in de hoogste schijf. In Nederland is dat pas vanaf een kleine 70.000 euro, in Frankrijk is dat vanaf 157.806 en in Duitsland 270.500 euro. Bovendien bedragen de toptarieven er 45,00 % en geen 50,00 %. Met andere woorden, wie een ­gemiddeld inkomen heeft in België houdt daar netto veel minder van over dan in de buurlanden. Een opslag dreigt door een hogere belastingschaal volledig af­geroomd te worden. Ook de personenbelasting en de werkgeversbijdragen liggen veel hoger dan in de buurlanden. Waardoor je hier veel sneller naar extralegale voordelen zoals maaltijdcheques of bedrijfswagens overstapt.’

Wat stelt u concreet voor? Door de enorme vergrijzingskosten is er geen geld voor belastingverminderingen.

‘We willen nog drie tarieven behouden: 25,00 % voor wie minder dan 24.440 euro verdient, 45,00 % tot 100.000 euro en 60,00 % voor wie meer dan 100.000 euro verdient – een verhoging voor de allerhoogste inkomens, wat een deel van de financiering moet vormen. We willen ook 1 miljard euro van het geld voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) omzetten in belastingverminderingen. En we rekenen ook op een performante overheids­organisatie en de gigantentaks om ons voorstel te financieren.’

DECOCK, S. ‘Belgen zitten te snel in hoogste belastingschijf’. De Standaard, 17 juli 2021, 38.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo