Het netto belastbaar inkomen per Vlaming klom in 2018 voor het eerst boven de kaap van 20.000 euro. Dat jaar steeg het van 19.636 naar 20.125 euro, blijkt uit gegevens van Statbel. Opgesplitst per gemeente scoorde Sint-Martens-Latem het best met een gemiddelde van 30.439 euro. Mesen droeg de rode lantaarn met slechts 14.261 euro.
Het gemiddelde netto belastbare inkomen is het totaal van alle belastbare inkomsten – dus beroepsinkomsten, vervangingsinkomens, pensioenen, dividenden, het kadastraal inkomen en onderhoudsuitkeringen – van alle inwoners van het Vlaamse Gewest, gedeeld door het totaal aantal inwoners. Hiervoor worden dus ook zuigelingen en hoogbejaarden meegeteld. Niet-belaste inkomsten zoals het kindergeld en het leefloon worden dan weer buiten beschouwing gelaten.
Volgens de statistische dienst Statbel kwam het netto belastbare inkomen per persoon voor heel België in 2018 uit op 18.768 euro. Het wordt naar omlaag getrokken door Wallonië en Brussel, waar de gemiddelden uitkwamen op respectievelijk 17.672 euro en 14.261 euro. Het gemiddelde inkomen per fiscale aangifte voor heel België kwam intussen uit op 33.421 euro.
Sint-Martens-Latem
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de hoogste gemiddelde inkomens in Vlaanderen werden opgetekend, al levert ook Waals-Brabant een stevige bijdrage. De drie Belgische gemeenten met de hoogste gemiddelde inkomsten waren Sint-Martens-Latem (30.439 euro), Keerbergen (28.222) en Lasne (27.780 euro). Maar ook Oud-Heverlee (27.513 euro), Knokke-Heist (27.005 euro), Schilde (26.972 euro) en het De Pinte (26.925 euro) van nieuwbakken minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) scoorden hoog. De tegenpolen vinden we dan weer in Brussel. De gemeenten met de laagste gemiddelde belastbare inkomsten per persoon in ons land zijn Sint-Joost-ten-Node (9.491 euro), Sint-Jans-Molenbeek (10.643 euro) en Anderlecht (11.786 euro).
Wordt per provincie gekeken, dan staan de twee provincies Brabant op kop: Vlaams-Brabant pakt het goud met 21.963 euro voor Waals-Brabant, dat aan 21.576 euro komt. Rond het armlastige Brussel ligt dus een rijke gordel.
