Miljarden om sputterende motor draaiende te houden

Autoverkoop stuikt compleet in elkaar, hele sector in problemen

De miljarden zijn goedkoop dezer dagen. Ook in de autosector. De Franse president Macron heeft een cheque van 8 miljard helikoptergeld klaar voor de blauw-wit-rode autoconstructeurs. Het moet gezegd, de sector zit in zwaar weer. Niet alleen in Frankrijk, maar in heel Europa en de VS. Al is dat voor de consument niet noodzakelijk slecht nieuws. Er vallen koopjes te doen.
Hoe erg is het gesteld met de autosector?

autoverkoop

48 uur. Meer tijd was er niet nodig tussen maandag 16 en woensdag 18 maart om de autosector in het Westen compleet tot stilstand te brengen. Om te beginnen alle autofabrieken. Van Detroit tot Wolfsburg en van Vorst tot Bratislava: bij GM, Ford, BMW, Volkswagen, Toyota, Renault, PSA en Fiat-Chrysler rolde op slag geen enkele auto meer van de band. Ook alle garages en showrooms gingen dicht. De gevolgen van die drastische ingreep lieten niet lang op zich wachten. Ze vallen af te lezen uit een serie indrukwekkende cijfers.

In maart daalde het aantal inschrijvingen van nieuwe voertuigen in de EU al met 55,10 % in vergelijking met een jaar voordien. 567.308 stuks in plaats van 1.264.569 in maart 2019. In Italië vielen de zwaarste klappen (-85.40 %, amper nog 28.326 in vergelijking met 194.302 in maart 2019). Frankrijk (-72.20 %) en Spanje (-69.30 %) zagen de verkoop ook instorten. In Duitsland hield de automarkt nog ‘redelijk’ stand (-37.70 %). In ons land noteerde de sector een minderverkoop van 45,00 %, zo leert een rapport van Traxio, de Belgische federatie van verkopers en herstellers van auto’s.

In april – de enige volledige lockdownmaand – ging het nog harder bergaf. 270.682 voertuigen verkocht in de EU tegenover 1.143.046 in april 2019, een daling met 76,30 %. Italië en Spanje gingen het hardst achteruit, met respectievelijk 97,60 en 96,50 %. In Duitsland ging de autoverkoop 61,10 % lager en in Frankrijk 88,80 %. Ook België ontsnapte in april niet aan de trend Met 5.296 nieuwe inschrijvingen, tegenover 53.498 een jaar eerder, daalde de verkoop hier met 90,10 %. “De eerste volledige maand in quarantaine heeft de grootste daling ooit teweeggebracht in Europa”, zegt de Europese auto-organisatie ACEA.

Treft deze crisis alle constructeurs even hard?

Nee. Vooral Franse producenten hebben het zwaar te verduren. Renault (en zijn submerken als Dacia, Lada en Alpine) verkocht in april 79,00 % minder auto’s, PSA (Peugeot, Citroën, Opel) 81,20 %. De Volkswagengroep noteerde een daling van 72,70 %. BMW tekende en minderverkoop op van ‘slechts’ 65,30 %. Volvo verloor in de Verenigde Staten 53,80 % en in Europa 66,80 %. Opvallend, ook Daimler (Mercedes) speelde 78,80 % kwijt.

Dreigen er merken failliet te gaan?

Ook financieel staan niet alle autoconstructeurs er hetzelfde voor. De meeste waren bij het losbarsten van deze crisis financieel wel gezonder dan bij de start van de vorige, tien jaar geleden. Toen gingen het Amerikaanse General Motors en Chrysler zelfs failliet en konden ze alleen met overheidssteun heropstarten. Deze keer oogden de jaarbalansen beter, zodat de bedrijven langer kunnen overleven zonder (veel) inkomsten. Maar aan alles zijn grenzen. Analisten bij de bank Jefferies berekenden voor het weekblad ‘The Economist’ dat de acht grootste autoproducenten van Europa en Amerika er dit tweede kwartaal in totaal 50 miljard euro aan cash zullen doorjagen. Aan dit tempo heeft eind dit jaar vrijwel niemand nog een rode duit in kas. BMW en Daimler komen nog een jaar toe, de groep VW 8 maanden, PSA en GM 7 maanden, Renault 6, Ford 5 en Fiat-Chrysler 3.

Wie zijn de grootste zorgenkinderen?

Vooral de massamerken die het van de kleinere modellen moeten hebben, zullen het moeilijk krijgen indien de verkoop niet snel weer aantrekt. Ze werken met flinterdunne winstmarges, die nog slechts gehaald worden omdat de assemblage van die wagentjes gebeurt in lageloonlanden. Fiat Chrysler Automobiles is zo’n probleemgeval. Het kreeg zopas 6,3 miljard euro staatsgarantie voor een dringende lening bij de bank Intesa. De grootste nooddeal voor een Europese constructeur tot nu toe.

Eerder kreeg Renault al 5 miljard staatsgarantie. De grootste Franse constructeur is ook een zorgenkind. Al een hele tijd op drift na het doorsturen van Carlos Ghosn. Vorig jaar verlieslatend. Dat de Franse minister van Economie vorige week nog uitriep dat Renault “weleens zou kunnen verdwijnen zonder staatssteun“, is dus verre van toeval. Die staatssteun is er nu. Voor de hele Franse autosector zelfs. Macron belooft 8 miljard helikoptergeld. Op voorwaarde dat de productie op Franse bodem behouden blijft en dat activiteiten met een hoge toegevoegde waarde weer naar Frankrijk komen. Macron wil dat de Franse constructeurs 1 miljoen schone Franse wagens bouwen tegen 2025.

Renault kondigde gisteren aan dat het zijn alliantie met Nissan en Mitsubishi Motors fors zal uitdiepen. Tegen 2025 gaan de drie bijna de helft van hun modellen samen ontwikkelen en produceren. Dat moet de rendabiliteit verbeteren en de kosten en investeringsuitgaven voor nieuwe modellen met 40,00 % drukken.

In Duitsland klopten VW, BMW en Daimler begin deze maand aan bij bondskanselier Merkel om de slooppremie die na de financiële crisis bestond, opnieuw in het leven te roepen om de autoverkoop terug op gang te krijgen. De beslissing hierover zou begin juni vallen. Maar er bestaat nogal wat tegenstand.

Hoe is de situatie bij de toeleveranciers?

Een ander probleem voor de autoconstructeurs is dat hun toeleveranciers deze crisis niet overleven. Een Covid-19-enquête van de European Automotive Suppliers Association CLEPA en McKinsey onder leveranciers uit de auto-industrie leert dat een kwart in lastige papieren zit en alvast personeel ontslaat.

Overleven de dealers twee maanden zonder verkoop?

De sector van de merkgarages en de onafhankelijke autoverkopers staat al langer fel onder druk in ons land. De nettomarges schommelen er rond 1,50 %, verkoop en naverkoop samen. “Die situatie zal zich post-corona laten voelen”, zegt Filip Rylant van Traxio. “Met zulke kleine marges is het moeilijk om schokken als deze op te vangen. We schatten de impact op de omzet -20,00 à 22,00 % dit jaar. Een optelsom van drie factoren. Twee maanden gesloten en geen verkoop. Door het sluiten van de fabrieken zullen mensen langer moeten wachten op nieuwe wagens waardoor een aantal aankopen pas geleverd kunnen worden in 2021. En er is ook een terugval in naverkoop. Er is wekenlang bijna niet gereden en nu nog altijd minder. Dat betekent minder onderhoud, minder bandenslijtage, minder herstellingen.”

In Frankrijk dreigt een derde van de dealers te sluiten. “Zoals in alle retailsectoren zullen er ook bij ons ongetwijfeld spelers zijn die in de problemen zijn of zullen komen”, zegt Rylant. “Zij die liquiditeitsproblemen hebben en die niet kunnen overbruggen. Stock is een belangrijk onderdeel van dat probleem. Heel veel merkgarages, onafhankelijke handelaars en zeker tweedehandsverkopers hebben een betaalde stock staan, waar aflossingen op lopen en rente moet voor betaald worden. Zelfs met wat goede wil van de banken is dat een zware vaste kost die blijft. Om op korte termijn liquiditeit te genereren, moet daar iets aan gedaan worden.”

Zijn er nu dan koopjes doen?

Filip Rylant: “Zeker. Wie zijn gading vindt in een stockwagen, kan nu zeker extra korting bedingen. Het gaat om tienduizenden auto’s. Niet alleen bij de verdelers en garagisten, maar ook bij de invoerders en de fabrikanten. Dat is een grote massa. Omdat die stocks geliquideerd moeten worden, kan je daar goede zaken doen. Maar zelfs voor nog nieuw samen te stellen wagens zijn er merken die al interessante promoties aanbieden. Hun fabrieken moeten opnieuw voldoende omzet draaien om rendabel te zijn. Mei-juni is traditioneel ook de tweede promotiegolf van het jaar, na de winterse salonperiode.”

VERHOEVEN, E. Miljarden om sputterende motor draaiende te houden. Het Laatste Nieuws, 28 mei 2020, 6.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo