Ja, de olieprijzen zijn negatief. Nee, je wordt niet betaald om je tank te vullen

Negatieve rente kenden we al. Sinds gisteren komen daar negatieve olieprijzen bovenop. We verzuipen in de olie die niemand vandaag wil. En toch wordt die nog steeds opgepompt.

Wat is er aan de hand?

olieprijs

20 april 2020 zal de geschiedenisboeken ingaan als een historische dag op de oliemarkt. De prijs voor een vat Amerikaanse olie werd voor het eerst in de geschiedenis negatief. De handelsprijs daalde tot -37,67 dollar, kopers kregen met andere woorden bijna 40 euro toe op een vat Amerikaanse olie. Alleen, er waren geen kopers, niemand wil momenteel nog olie inslaan. Zelfs niet als ze er geld bovenop krijgen.

Dat was nog nooit gebeurd sinds het begin van de termijncontracten voor olie op de Nymex-beurs in New York in 1983.De Amerikaanse referentie, West Texas Intermediate (WTI) ging dinsdagochtend, bij de opening van de markt, even lichtjes hoger om daarna opnieuw negatief terug te vallen tot zo’n 10 dollar. In de min wel te verstaan.

De Europese Brent-olie, onze referentie, kende zo’n stevige terugval niet. Maandag werd nog 26,6 dollar betaald, een duik met 5,00 %. En toch ook een stevige 60,00 % lager dan de 66 dollar die begin dit jaar nog werd gevraagd. De Brent, een belangrijke maatstaf voor olie in Europa, Afrika en het Midden-Oosten, zakte dinsdag ook tot 20,90 dollar.

Hoe komt dit?

Corona is de eerste en meest logische verklaring. Wereldwijd liggen tal van bedrijven stil, omwille van de lockdowns om het virus in te dammen. Daardoor is de industriële vraag naar olie in elkaar geklapt. Ook de vele mensen die thuis moeten blijven hebben nu geen nood aan benzine. Met als gevolg dat de opslagtanks van de olieproducenten nokvol zitten.

Ook daar zie je het verschil tussen de Amerikaanse en de Europese olie. De WTI is een zogeheten continentale olie, die wordt gewonnen op land, vooral in de schalievelden van Texas en North Dakota. Die olie wordt opgeslagen in gigantische opslagtanks in Cushing, Oklahoma. De tanks zijn zo goed als vol. Volgens het Amerikaanse ministerie van Energie kwamen er vorige week in één klap zo’n 19 miljoen vaten bij, wat het totaal op 504 miljoen vaten bracht. ‘Onze’ Brent is dan weer een zogeheten maritieme olie, die wordt gewonnen op de Noordzee-velden, voornamelijk tussen Noorwegen en de Schotse Shetland-eilanden. Die olie wordt opgeslagen in supertankers en is minder onderhevig aan grote prijsschommelingen op basis van de stock.

Dat de olie nu massaal wordt opgeslagen heeft ook te maken met de techniciteit van de handel. Olie wordt immers, zoals veel grondstoffen, verhandeld via termijncontracten. De olie die nu wordt opgepompt is voor levering in mei en juni, maar omdat geen kat vandaag kan inschatten wat de vraag zal zijn naar olie op dat ogenblik, door de economische onzekerheid, wil niemand nu inkopen. Het gevolg is dat al die olie opgeslagen moet worden, tot er vraag is. Dagelijks worden nu ongeveer 100 miljoen vaten per dag opgepompt.

Waarom kan de productie niet afgesteld worden op de vraag?

Enerzijds heb je dus die termijncontracten, waardoor er steeds een voorraad moet zijn, om te kunnen beantwoorden aan de vraag. De prijzen voor de junicontracten zou volgens analisten verbeteren, al liggen die momenteel ook al bijna een kwart lager.

Tegelijk stond deze oliecrisis in de sterren geschreven. Er spelen verschillende conflicten. Landen zoals Nigeria, Venezuela en Rusland zijn voor een flink deel aangewezen op die inkomsten. Zij zullen dus niet snel inbinden. Maar ook de Verenigde Staten, als grootste exporteur ter wereld, heeft nood aan die oliedollars. In de VS alleen al werken 10 miljoen mensen in de olie-industrie. En dan heb je nog de traditionele conflicten tussen de OPEC-landen, waarbij vooral de driehoeksverhouding tussen Saudi-Arabië, de VS en Rusland de toon zet. De afspraken binnen de organisatie van de olieproducerende landen worden vaak met de voeten getreden, omwille van politieke en geografische redenen, en de grote drie laten zich daarin niet onbetuigd. Recentelijk kwam het weer tot een ‘akkoord’, om de productie fors terug te schroeven met bijna 10 miljoen vaten per dag. Analisten hadden er toen al op gewezen dat dit te weinig zou zijn voor een rendabele olieprijs. En dan moest de coronacrisis nog toeslaan.

Zal ik als consument minder moeten betalen?

Lage olieprijzen zijn toch goed voor mij als consument, zou een mens denken. Snel even naar de pomp dus, en mijn tank huisbrandolie vullen. Niet zo snel evenwel. Die lage olieprijzen zullen wel een impact hebben op de consumentenprijs, maar die is toch eerder beperkt, en het is al helemaal niet zo dat u en ik straks geld krijgen om te tanken.

De brandstofprijzen worden door de FOD Economie vastgelegd, weliswaar op basis van de prijsevolutie op de internationale markten. Maar benzine, diesel of huisbrandolie zijn geraffineerde producten, geen ruwe olie. Er is dus een hele bewerking aan voorafgegaan, en die heeft ook een kostprijs. Er zijn ook nog transport en distributiekosten, en de taksen en accijnzen. Al deze kosten blijven nagenoeg ongewijzigd. En zoals eerder al gezegd, onze referentie is de Brent-olie, die dan wel gezakt is, maar niet in dezelfde orde als zijn Amerikaanse variant. Die WTI-olie kunnen we ook niet even naar hier halen, omdat deze lichter is van structuur en onze raffinaderijen deze dus niet zomaar kunnen verwerken.

Bovendien, economen zeggen over het algemeen dat hoe lager de prijzen op een gegeven moment zijn, hoe hoger ze in de toekomst zullen zijn. Dus dat voorspelt weinig goeds.

DESMET, L. Ja, de olieprijzen zijn negatief. Nee, je wordt niet betaald om je tank te vullen. De Morgen, 22 april 2020, 6.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo