Belgische werknemer duurder, maar productiviteit compenseert dat

Een uur arbeid kost in ons land 9,20 % meer dan bij de buren, maar door zijn hogere productiviteit compenseert een Belgische werknemer die meerkosten.

Voor een bedrijf in België lag de kostprijs van een uur arbeid in 2018 gemiddeld 9,20 % hoger dan voor een bedrijf in de buurlanden. Dat blijkt uit het jaarlijkse loonkostenrapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB). De Belgische loonkostenhandicap is als gevolg van de taxshift en andere loonkostenmaatregelen van zowel de regering-Di Rupo als de regering-Michel een pak kleiner geworden dan enkele jaren geleden.

Als de productiviteit in rekening wordt gebracht, is er zelfs amper nog verschil met de buurlanden. Een uur arbeid kost een Belgisch bedrijf dan slechts 1,20 % meer dan gemiddeld in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Belgische werknemers zijn dan wel duurder, maar ze kunnen per uur ook meer produceren. ‘Er bestaat dus niet zoiets als een historische loonkostenhandicap’, stellen de drie grote vakbonden ACV, ABVV en ACLVB.

Bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) zien ze dat anders. ‘Onze bedrijven zijn inderdaad productiever, maar dat zijn ze net omdat de loonkosten hier zo hoog liggen. Werk wordt geautomatiseerd omdat personeel zoveel geld kost, waardoor veel laaggeschoolde arbeid van de markt is verdwenen. Als we jobs voor laaggeschoolden willen creëren, moeten we toch naar die loonkosten kijken’, zegt hoofdeconoom Edward Roosens.

De CRB volgt ook de evolutie van de sinds 1996 opgebouwde loonkostenhandicap op. Dat cijfer wordt gebruikt bij het tweejaarlijkse loonoverleg tussen de vakbonden en de werkgeversorganisaties, dat de volgende keer in 2021 plaatsvindt. Uit het CRB-rapport blijkt dat lonen in ons land tussen 1996 en 2018 even snel zijn gestegen als in de buurlanden.

De verwachting is zelfs dat de lonen tussen 1996 en vandaag minder snel zijn gestegen in ons land dan bij de buren. De sinds 1996 opgebouwde loonkostenhandicap moet in mindering worden gebracht van toekomstige loonstijgingen. Als er geen handicap is, kunnen de lonen bijgevolg sneller stijgen.

Bij het maken van de vergelijking met 1996 houdt de CRB geen rekening met de taxshift en andere loonkostenverlagingen van de regering-Michel. Die wilde dat haar lastenmaatregelen de bedrijven zouden helpen competitiever te worden en dat ze niet naar loonsverhogingen zouden vloeien. Als die lastenknip wel in rekening wordt gebracht, zijn de loonkosten in ons land tussen 1996 en 2018 4,70 % minder snel gestegen dan bij de buren.

D’HOORE, J. Belgische werknemer duurder, maar productiviteit compenseert dat. De Tijd, 13 maart 2020, 13.
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo