Voordeel jobbonus kan flink tegenvallen

De nieuwe Vlaamse jobbonus van 600 euro per jaar geldt niet voor Walen en Brusselaars die in Vlaanderen werken. En laagbetaalde werknemers die promotie maken, dreigen netto minder over te houden van hun loonopslag dan nu.

Met de invoering van de job­bonus komt de Vlaamse regering-Jambon tegemoet aan de gezamenlijke vraag van vakbonden en werkgevers naar een ‘jobstimulans’ voor werknemers met een laag loon. ‘Het verschil tussen werken en niet-werken is te klein’, luidde het voor de verkiezingen van mei al bij de ondernemersfederatie Voka. In juni onderschreven de vakbonden de nood aan dergelijk beleid: ‘Werken moet meer lonen.’

Volgens het Vlaamse regeerakkoord is de nieuwe jobbonus het aangewezen antwoord. Concreet komt er vanaf januari 2021 tot 600 euro bij op jaarbasis, voor werknemers die maximaal 1.700 euro bruto per maand verdienen. Voor werknemers met een loon tussen 1.700 en 2.500 euro bruto per maand zal de jobbonus ‘uitgefaseerd worden’ – lees: kleiner worden. De Vlaamse regering trekt er op jaarbasis 350 miljoen euro voor uit.

Vertraagde impact

De modaliteiten van de maatregel zijn nog onbekend, maar experts wijzen nu al op een heleboel pijnpunten.

Zo benadrukt econoom Toon Vanheukelom (KU Leuven) dat ‘alleen werknemers die voltijds aan de slag zijn, de volledige bonus van 600 euro zullen krijgen’. Volgens Vanheukelom hebben de meeste werknemers met een loon dat lager ligt dan 1.700 euro, een deeltijdse baan. ‘Voor hen zal de bonus kleiner zijn.’

Hij wijst er voorts op dat de visibiliteit van de maatregel in de praktijk zal tegenvallen. ‘De aanpak met de Vlaamse jobbonus verschilt sterk van de bestaande federale werkbonus, die trouwens op dezelfde categorie van werknemers mikt. De federale overheid heeft de bevoegdheid om een belastingverlaging of een korting op de sociale bijdragen meteen te laten doorrekenen in het maandloon, via de bedrijfsvoorheffing. Netto gaat het loon van de werknemer dan meteen omhoog. De Vlaamse overheid kan dat niet, waardoor de impact van de jobbonus pas veel later zichtbaar zal zijn, bij de eindafrekening van de jaarlijkse belastingaanslag. Niemand zal dus zijn inkomen in januari 2021 zien stijgen. Die perceptie klopt niet.’

Promotieval

Er valt ook bijzonder strenge kritiek te horen bij Wim Coumans, voormalig kabinetschef van CD&V-ministers als Luc Van den Brande en Inge Vervotte, en momenteel lid van de Hoge Raad van Financiën.

‘Als het financieel aantrekkelijker is om werkloos te blijven dan te gaan werken, spreken we van een werkloosheidsval. Gaan werken brengt kosten met zich mee, zoals woon-werkverkeer of kinderopvang, en daarom moet het inkomen uit werk behoorlijk hoger zijn dan de werkloosheidsuitkering. De Vlaamse jobbonus is, net als de federale werkbonus, een goed instrument tegen die werkloosheidsval.’

Maar tegelijk versterkt de jobbonus de zogenaamde promotieval, zegt Coumans. ‘Een laagverdiener die promotie maakt, wordt daar financieel nauwelijks voor beloond. Wie het minimumloon verdient, zal erg weinig overhouden van de loonopslag die hij bij promotie krijgt van zijn werkgever. Vandaag gaat 80,00 % van de werkgeverskosten bij opslag naar de sociale zekerheid en de fiscus. Als daar ook nog het effect bij komt van de uitfaserende jobbonus (na een loonsverhoging wordt de bonus kleiner), stijgt die fiscale druk zelfs naar 85,00 %.’

Anders gezegd: volgens de berekeningen van Wim Coumans zal een netto-opslag van 100 euro aan de werkgever voortaan 600 euro kosten. Hij vindt dat hiermee ‘de grens van de redelijkheid wordt overschreden’.

In zijn reactie op het Vlaamse regeerakkoord waarschuwt de christelijke vakbond ACV ook voor het gevaar van deze inkomensval.

Niet voor pendelaars

Het socialistische ABVV reageert dan weer kritisch op de selectieve toewijzing van de Vlaamse jobbonus. Die is niet voor alle laagverdienende werknemers van toepassing. De rechthebbenden moeten immers in Vlaanderen wonen – lees: in het Vlaams Gewest.

Dat is geen politieke keuze, maar een gevolg van de staatsstructuur. De Vlaamse overheid heeft geen bevoegdheid om een belastingkorting te geven aan inwoners van een andere regio. Waardoor Walen of Brusselaars die in een Vlaams bedrijf werken, niet in aanmerking komen voor de job­bonus. Dat is geen kleine groep. Dagelijks pendelen 50.000 Walen en 43.000 Brusselaars naar hun werk in Vlaanderen.

ABVV-topvrouw Caroline Copers is niet tevreden. Ze verwijst naar de pogingen van Vlaamse overheid en bedrijven om niet-Vlamingen warm te maken voor een job in Vlaanderen, zoals in de luchthavenregio van Zaventem. Maar vanaf 2021 verdienen Waalse werknemers in Vlaamse loondienst 600 euro minder dan hun Vlaamse collega’s in dezelfde functie: ‘Is dat het nieuwe normaal?’

RASKING, J. Voordeel jobbonus kan flink tegenvallen. De Standaard, 5 oktober 2019,
E-mail Print kopieer
Copyright © 2024 Pelckmans maakt een deel uit van Pelckmans uitgevers
mens en samenleving logo